100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Publiekrecht €2,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Publiekrecht

 30 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting om je algemene kennis uit te breiden. Alles wat je moet weten voor je Publieksrecht examen.

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • 16 februari 2021
  • 50
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (13)
avatar-seller
huubjewithaar

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 42 Oefenvragen
€2,99 0 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Wie ondertekenen in elk geval een koninklijk besluit tot benoeming van een burgemeester? a. De minister-president en de koning b. de minister-president en de minister van binnenlandse zaken c. de koning en de minister van binnenlandse zaken

Antwoord: c. de koning en de minister van binnenlandse zaken

2.

Wat is een keur? a. een vergunning van een waterschap b. een verordening van een waterschap c. een door het waterschap aan eigenaren opgelegde plicht om sloten die nodig zijn voor de waterhuishouding schoon te houden.

Antwoord: b. een verordening van een waterschap

3.

Welke van de onderstaande uitspraken over een wet in formele zin is juist? a. een wet in formele zin kan nooit een wet in materiele zin zijn b. een wet in formele zin is veelal ook een wet in materiele zin c. een wet in formele zin wordt vastgesteld door de regering.

Antwoord: b. een wet in formele zin is veelal ook een wet in materiele zin

4.

Belastingrechtspraak is: a. strafrechtspraak b. administratieve rechtspraak c. rechtspraak vanuit het staatsrecht.

Antwoord: b. administratieve rechtspraak

5.

Welke van de onderstaande beweringen over het publiekrecht is juist? a. het publiekrecht is volledig in wetten vastgelegd b. het publiekrecht was van oudsher rechtersrecht maar is nu volledig in wetten opgenomen. c. het publiekrecht is in belangrijke mate gecodificeerd maar wordt daarnaast ook gevormd door ongeschreven recht en jurisprudentie.

Antwoord: c. het publiekrecht is in belangrijke mate gecodificeerd maar wordt daarnaast ook gevormd door ongeschreven recht en jurisprudentie.

6.

Welke bevoegdheid hoort niet bij provinciale staten? a. het kiezen van de leden van de 1e kamer b. het vaststellen van een algemene maatregel van bestuur c. het vaststellen van een provinciale verordening.

Antwoord: b. het vaststellen van een algemene maatregel van bestuur

7.

Wie stellen wetten in formele zin vast? a. de regering alleen b. regering en staten generaal samen c. de staten generaal alleen.

Antwoord: b. regering en staten generaal samen

8.

8. Welk provinciaal orgaan zal doorgaans beslissen op een aanvraag om vergunning of een verzoek om subsidie? a. de commissaris van de koning b. gedeputeerde staten c. provinciale staten.

Antwoord: b. gedeputeerde staten

9.

Een raadslid huurt een woning van de gemeente. Hij weigert al gedurende een aantal maanden zijn huur te betalen. Bij welke rechter spannen burgemeester en wethouder een geding aan tegen de wanbetaler? a. bij de strafrechter b. bij de private rechter c. bij de bestuursrechter.

Antwoord: b. bij de private rechter

10.

10. de Nederlandse staatsvorm is: a. een gedecentraliseerde eenheidsstaat b. een parlementaire democratie c. een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel

Antwoord: c. een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel

Publiekrecht




1

,2


Recht en Staatsrecht
Wat is recht?
Het recht is een systeem van regels waarmee de samenleving wordt geordend.


Welke rechtsbronnen zijn er?
❖ Wet
❖ Rechtspraak/ Jurisprudentie
❖ Gewoonte/ ongeschreven regels
❖ Rechtsleer/ Doctrine (Opvattingen en theorieën inzake het recht)
❖ Verdragen


Codificeren?
Het in een wet (boek) vastleggen van het recht.




De overheid kan ook privaatrechtelijk handelen. Bijv. als ze een onroerend goed kopen.
(Als de overheid geleverd krijgt)


Rechtsgebieden in de categorie Publiekrecht en Privaatrecht:
Rechtsgebied/ Wet Publiekrecht Privaatrecht
Huurrecht X
Strafrecht X
Familierecht X
Erfrecht X
Belastingrecht X
Staatsrecht X
Overeenkomstenrecht X
Ondernemingsrecht X
Wet ruimtelijke ordening X
Bestuursrecht X

,3


Definitie van de staat?
❖ Afgebakend grondgebied
❖ Bepaalde gemeenschap van mensen
❖ Gezag uitgeoefend door een organisatie, die het machtsmonopolie heeft.


Welke staatsvorm heeft Nederland?
Nederland kent het “Constitutionele monarchie + parlement stelsel ” staatsvorm.
Een parlementaire monarchie of constitutionele monarchie is een vorm van monarchie waarbij de
monarch eigenlijk geen echte macht heeft. De macht berust eigenlijk bij het parlement. De macht
die de monarch heeft kan door het parlement worden teruggenomen


Trias Politica
De Franse filosoof Montesquieu is de bedenker van de driemachtenleer, ook wel de trias politica
genoemd. Volgens Montesquieu’s theorie dient de staat zo ingericht te zijn dat drie machten van
elkaar gescheiden zijn en elkaars functioneren bewaken. Het gaat hierbij om de wetgevende
macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Op deze manier zou niet één van
deze machten de overhand kunnen krijgen. Het doel van Montesquieu was om tirannie te
voorkomen en de vrijheid van de burger te vergroten. Zijn ideeën hebben de st aatsinrichting van
veel Westerse landen beïnvloed.


Wetgevende macht
In artikel 81 staat dat de regering en de Staten -Generaal samen de wetten vaststellen. Dit
betekent dat de regering de Staten-Generaal nodig heeft om wetten te maken, en de Staten -
Generaal de regering. De wetgevende macht is hierdoor gecentreerd rond deze twee publieke
organen.


Uitvoerende macht
De ministers vormen de uitvoerende macht in Nederland. Hoewel de Koning gezamenlijk met de
ministers de regering vormt, is de rol van de Koning b eperkt.


Rechtsprekende macht
Hoofdstuk 6 in de Nederlandse Grondwet regelt de organisatie van de rechtsprekende macht. De
rechtsprekende macht bestaat in Nederland uit rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. De
Grondwet staat door middel van artikel 1 17 garant voor de onafhankelijkheid van de rechter door
deze voor het leven te benoemen.


Territoriale decentralisatie
Bepaalde taken zijn territoriaal verdeeld (gemeenten & provincies).


Functionele decentralisatie
Taken zijn functioneel verdeeld (product- en bedrijfschappen, Commissariaat van de media).


Deconcentratie
Taken worden toebedeeld aan zelfstandige administratieve eenheden die een zekere band met de
regering houden (Belastingdienst).

, 4


Autonomie VS Medebewind
Krijgt het lagere orgaan de zelfstandige bevoegdheid tot bestuur (Autonomie) (Recht om zelf te
bepalen wat je doet, zelfbestuur) of wordt het lagere orgaan toegestaan om hogere regelingen
zelfstandig uit te voeren (Medebewind) (Geen zelfstandigheid, medewerking geven aan hogere
overheid).


Monisme VS Dualisme
Tussen wetgevende en uitvoeren macht. Onafhankelijk van elkaar ( Dualisme) (Duidelijke
scheiding tussen kabinet en parlement) of afhankelijk/ volgend (Monisme) (Parlement en
regering, ofwel wetgevende en uitvoerende macht zijn sterk met elkaar verweven).


In de Grondwet (30) staan er een aantal organen
1. Kroon – Koning en ministers (Ander woord voor regering)
2. Staten-Generaal – eerste (75) en tweede kamer (150)
3. Regering – Zelfde als kroon
4. Kabinet – Ministers en staatssecretarissen
5. Ministerraad – Ministers (Minister-president is de voorzitter)
6. Hoe wordt een minister benoemd of ontslagen ? – Koninklijk besluit volgens GW art. 43


Wat zijn grondrechten?
Grondrechten zijn vastgelegd in de Grondwet & in internationale verdragen.


Twee soorten grondrechten
1. Klassieke grondrechten – afdwingbaar bij de rechter! (Vrijheid van demonstreren, Vrijheid
van meningsuiting).
2. Sociale grondrechten – Overheid moet zich ervoor inzetten, maar is niet afdwingbaar bij
de rechter.


Actief kiesrecht VS Passief kiesrecht
Iedereen die handelingsbekwaam is en dus stemrecht heeft ( Actief) of degene waarop gestemd
kan worden, ofwel zichzelf kandidaat kan stellen (Passief).


Welke decentrale organen kent Nederland?
❖ Provincie
❖ Gemeente
❖ Waterschap
Te vinden in hoofdstuk 7 van de Grondwet.


Machtenscheiding tussen de organen
Uitvoerende macht Wetgevende macht Rechtsprekende
macht
Provincie Gedeputeerde staten Provinciale staten Rechterlijke macht
Gemeente College Gemeenteraad Rechterlijke macht
Burgermeesters en
wethouders
Rijk (let op! Rijk hoort Regering Staten-Generaal Rechterlijke macht
niet bij decentralisatie)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper huubjewithaar. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen