Samenvatting
vreemdelingenrecht
Boek: Vreemdelingenrecht begrepen
Hoofdstuk 1 – Toegang tot Nederland
Categorieën vreemdelingen
1e categorie: vreemdelingen die maximaal 90 dagen naar Nederland komen kort
verblijf.
2e categorie: vreemdelingen die voor een termijn langer dan 90 dagen (al dan niet
voor altijd) naar Nederland komen.
3e categorie: vreemdelingen die hun land ontvluchten om in Nederland asiel aan te
vragen (asielzoekers en vluchtelingen).
4e categorie: de unieburgers, hiervoor gelden speciale regels.
,Of een vreemdeling rechtmatig in Nederland verblijft is te vinden in art. 8
Vreemdelingenrecht:
- Op grond van een verblijfsvergunning bepaalde tijd regulier
- Op grond van een verblijfsvergunning onbepaalde tijd regulier
Wie is Nederlander
Dit staat in de RWN: Rijkswet op het Nederlanderschap Art. 3 RWN
Wie is een vreemdeling
Iedereen die geen Nederlandse nationaliteit heeft art. 1 vreemdelingenwet
Wie is een EU-burger
Als je de Nationaliteit hebt van een van de EU-lidstaten, dan ben je een EU-burger
art. 20 VWEU
Wie is gemeenschapsonderdaan
Als je gebruik maakt van je vrij verkeer in de Europese Unie 4 art. 1
vreemdelingenwet
Wie is derdelander
Eerstelanders Nederlanders
Tweedelanders EU-burgers
Derdelanders alle mensen die niet uit de EU komen
Wie is vluchteling
Dit staat in het art. 1 verdrag betreffende de status van
Wie is asielzoeker
Hoofdstuk 2 – Bronnen van het vreemdelingenrecht
Waar kun je de bronnen voor het vreemdelingenrecht vinden?
,Verdragen die van belang zijn voor het vreemdelingenrecht
- Het Internationaal Verdrag betreffende de Status van Vluchtelingen of
Conventie van Genève betreffende de Status van Vluchtelingen
(vluchtelingenverdrag)
- Het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR)
- Het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende
behandeling of bestraffing (Antifolteringsverdrag)
- Het Verdrag betreffende de Europese Unie
- Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
- Het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden (EVRM)
- Het Europees Sociaal Handvest
- EEG-Associatieverdragen
Schengenakkoord (Schengenverdrag)
Een akkoord getekend op 14 juni 1985 door België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg
en Nederland. De landen wilde met dit akkoord langzamerhand de grenscontroles in
het ‘Schengengebied’ afschaffen. Het Schengengebied is het gehele grondgebied van
de bij het Schengenakkoord aangesloten landen. Er vallen nu 26 landen onder:
België (1995), Duitsland (1995), Frankrijk (1995), Luxemburg (1995), Nederland
(1995), Portugal (1995), Spanje (1995), Italië (1997), Oostenrijk (1997),
Griekenland (2000), Zweden (2001), Denenmarken (2001), Finland (2001), IJsland
(2001), Noorwegen (2001), Estland (2007), Hongarije (2007), Letland (2007),
Litouwen (2007), Malta (2007), Polen (2007), Slovenië (2007), Slowakije (2007),
Tsjechië (2007), Zwitserland (2008/2009), Liechtenstein (2011).
Belangrijke nationale bronnen
- De Vreemdelingenwet 2000 (Vw)
- Het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb)
- Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (VV)
- De Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc)
Vreemdelingenwet 2000
Art. 2 lid 2 GW: ‘De wet regelt de toelating en uitzetting van vreemdelingen’
In deze wet is onder andere geregeld:
- Wanneer een vreemdeling toegang tot Nederland krijgt
- Welke verblijfstitels er bestaan
- Onder welke voorwaarden een vreemdeling voor een verblijfsvergunning in
aanmerking komt (deze worden hier globaal uitgelegd en worden nader
genoemd in het Vreemdelingen besluit 2000)
- Wanneer een verblijfsvergunning kan worden ingetrokken
- Welke rechtsbeschermingsmogelijkheden er zijn
Vreemdelingenbesluit 2000
Hierin zijn de voorwaarden waaronder een vreemdeling naar Nederland mag komen
nader uitgewerkt.
Het voorschrift Vreemdelingen 2000
De Vreemdelingenwet 2000 en het Vreemdelingenbesluit 2000 geven de minister van
justitie de bevoegdheid om nadere regels en voorschriften te maken in het kader van
het vreemdelingenrecht.
De Vreemdelingencirculaire 2000
, Bevat algemene en bijzondere aanwijzingen aan de ambtenaren die zijn belast met
de grensbewaking. Ook bevat het de uitwerking van de voorwaarden waaronder een
vreemdeling toegang tot Nederland krijgt.
Hoofdstuk 3 – Kort verblijf
Wanneer een vreemdeling voor maximaal 90 dagen naar Nederland wil komen dan
heeft hij een visum nodig (Schengenvisum of visum voor kort verblijf, type C). Een
doel van kort verblijf kan zijn: vakantie, familie- of vriendenbezoek, toerisme of
zakenbezoek.
Wat is een visum
Voorwaarden voor de verlening van een visum zijn opgenomen in de Visumcode. Dit
is een Europese Verordening en heeft een algemene strekking, dit betekend dat ze
rechtstreeks toepasselijk zijn in elke EU-lidstaat.
Volgens art. 2 Visumcode is een visum een machtiging die door de autoriteiten van
een lidstaat wordt afgegeven aan een vreemdelingen die visumplichtig is, wanneer
deze vreemdeling op het grondgebied van Nederland (of een ander Schengenland)
wil verblijven of wanneer de vreemdeling wil doorreizen op het grondgebied van een
Schengenland. Kortom een visum is een sticker met de vermelding dat het is
toegestaan om een land in te reizen. Deze sticker wordt opgenomen in het
reisdocument van de vreemdeling die naar Nederland wil reizen.
Soorten visa
Er bestaan verschillende soorten visa, zoals luchthaventransitvisum, doorreisvisum,
terugkeervisum en MVV. Twee in het kader van kort verblijf, belangrijke soorten zijn:
- A- Visum
- C- Visum
A-Visum: is een soort transitvisum. Dit visum is bedoeld voor onderdanen van
sommige landen die tijdens een intercontinentale vlucht een tussenlanding moeten
maken op een luchthaven op het grondgebied van Schengen art. 3 lid 1
Visumcode.
C-Visum: is het visum voor kort verblijf van maximaal 90 dagen in een
Schengenland. Dit visum kan Eenvormig of territoriaal zijn.
Eenvormig visum