Hoorcolleges heffingen lokale overheden
Week 1: retributies (rechten die gemeenten kunnen heffen, afwijkend van de belastingen)
Week 2: OZB (onroerendezaakbelasting) en WOZ (Wet Waardering Onroerende zaken): object en
start waardebepaling.
Week 3: OZB en WOZ: vervolg waardebepaling en overige essentialia.
Week 4: overige belastingen(vrijstellingen) en proeftentamen
Waarom dit vakgebied?
1) Heffingen van lokale overheden staan dicht bij de burger. Ze zijn onmisbaar voor de (lokale)
democratie. Zichtbaar: HLO vaak bij wege van aanslag (loonbelasting gaat niet bij wege van
aanslag, dus is niet/minder zichtbaar). Gelijkheidsbeginsel, proceskostenvergoeding veel
jurisprudentie ontwikkelend (ook het begrip onroerend verder uitgewerkt in
jurisprudentie)
2) Groeiend, dynamisch (veel procedures) en krijgen steeds meer raakvlakken met andere
(rijks)belastingen (denk aan WOZ-waarde; eerst waterschap heffingen en OZB, maar
inmiddels ook voor eigenwoningforfait, box 3, erfbelasting).
3) Overheden en belastingadvieskantoren vragen specialisten op dit vakgebied.
Plaatsbepaling vakgebied
Het zijn de oudste belastingen van NL (bv waterschapbelastingen). Gemeenten, provincies en
waterschappen hieven al belastingen toen het Rijks nog uitgevonden moest worden.
Het was één van de belangrijkste redenen om de oorlog tegen Spanje vol te houden: het verzet tegen
de tiende penning (lokale belastingheffing) die de hertog van Alva had ingevoerd (1571).
Vele belastingoproeren hadden te maken met het verzet tegen accijnzen die drukten op eerste
levensbehoeften zoals boter/turf/bier. De deelnemers aan de oproeren richtten zich daarbij tegen de
belastingpachters en hun personeel. Oud-minister van Financiën Zalm: de OZB waren de meest
irritante belastingen die hij kende. In 2004: OZB, weg ermee.
Waar gaat het vak over?
- Belastingen en rechten van gemeenten, waterschappen en provincies; de lokale overheden.
- NL: gedecentraliseerde eenheidsstaat (de centrale overheid, maar ook de lokale overheden).
- Ook lokale overheden hebben een breed takenpakket: eigen regels en beleid binnen hun
territoir, behoudens items die aan een ander orgaan toebehoren (bijv. inkomensbeleid, dat is
voorbehouden aan het Rijk). Lokale overheden mogen geen inkomensbeleid voeren, dit doet
het Rijksoverheid (art. 219 2e lid gemeentewet gemeente mag niet naar draagkracht (naar
inkomsten, winst of vermogen) heffen)
- Waterschappen zijn echter overheden met een specifieke taakopdracht: waterbeheer. Zijn
qua financiering zelfstandig, krijgen weinig geld van de rijksoverheid (geen financiering vanuit
het Rijk, moeten financiering zelf regelen), dit is dus anders dan gemeenten en provincies.
Als je betaalt, heb je ook inspraak.
- Gemeenten hebben een heel breed en gevarieerd takenpakket (bijstand tot lantaarnpalen),
dus ook veel geld nodig.
Wat zijn heffingen van lokale overheden?
,Alle, o.b.v. het publieke recht gebaseerde, door gemeenten, provincies en waterschappen geheven
belastingen en retributies.
Wat zijn belastingen?
- Gedwongen bijdragen van belastingplichtigen aan de overheid
- Staat geen rechtstreekse tegenprestatie tegenover
- Krachtens algemene regelen
- Anders dan als straf gevorderd
Wat zijn retributies (=rechten)?
- Hierover staat wel een tegenprestatie tegenover (er staat een dienst tegenover die
individueel aar is)
- Betalingen die de overheid krachtens algemene regelen vordert ter zake van een concrete
door haar in haar functie als zodanig individueel bewezen dienst.
Extra bij gemeenten: kostenverhaal (Art. 229 b Gemw, geen kosten gemaakt? Geen verhaal); je mag
geen winst maken met retributies, mogen maximaal kostendekkend zijn, bij belastingen mag je wel
winst maken. Jurisprudentie laat zien dat er wel een beetje winst gemaakt mag worden.
Collectieve goederen aanbieder: overheid algemene belastingen
Quasi collectieve goederen aanbieder: overheid 2 soorten heffingen bestemmingsheffingen
en rechten(=retributie)
Individuele goederen (aanbieder: markt, de overheid is marktpartij) prijzen
Totale belastingen NL: slechts een klein deel van de belasting- en premieopbrengst gaat naar
gemeenten.
Inkomsten gemeenten: onttrekking, maar vooral gemeentefonds (rijksoverheid ontvangt belastingen,
die gaan naar een gemeentefonds, wordt verspreid naar de gemeenten naar bevolking etc.).
Opbrengst OZB: 52,5% betrekking op woningen (eigenarenbelasting) en 47,5% betrekking op niet-
woningen.
Gemeentelijke belastingen vormen een cruciale inkomstenbron voor gemeenten: totale opbrengst
uit gemeentelijke belastingen en retributies was in 2015 8,8 miljard. Gemeenten krijgen hiermee
hun inkomsten voor ruim 16% uit eigen belastingen. Inkomsten gemeenten: 59% uit rijksuitkeringen
en 25% uit andere (namelijk als de overheid treedt als marktpartij) en 16% uit eigen belastingen.
Ontwikkeling: ruimer belastinggebied gemeenten
Dit willen gemeenten omdat we een link willen hebben met de lokale democratie en de lokale kiezer.
Kanttekening: Rijksoverheid is allergisch voor te veel vrijheid voor gemeenten, niet alleen vanwege
het inkomensbeleid wat ze verboden hebben, maar lokale politiek is geneigd om hun kiezers te
bevoordelen t.o.v. niet-kiezers.
Het gemeentelijk belastinggebied is één van de pijlers van onze democratische rechtsstaat:
- Het heffen van belasting vergroot de betrokkenheid van burgers met de gemeente als
decentrale overheid
- Een eigen belastinggebied biedt gemeenteraad de mogelijkheid verantwoording af te leggen
over financiële keuzes en een buffer op te bouwen
, - Een gemeentelijk belastinggebied maakt het mogelijk om de verdeling tussen inkomsten en
uitgaven af te stemmen op plaatselijke voorkeuren.
Uitbreiding gemeentelijk belastinggebied
Voorstel: 4 miljard naar gemeenten (budgetneutraal, zal afgaan van de rijksoverheid), in combinatie
met een gelijktijdige verlaging van de loon- en inkomstenbelasting en een inkrimping van het
Gemeentefonds met een gelijk bedrag.
Voorgesteld wordt om een ingezetenenbelasting in te voeren en om de OZB voor gebruikers van
woningen opnieuw in te voeren.
Voorts wordt voorgesteld om een aantal kleinere gemeentelijke belastingen af te schaffen.
Kabinet wil verruiming gemeentelijk belastinggebied
Staatssecraties Wiebes formuleert als randvoorwaarden:
- Dat gemeenten geen inkomenspolitiek gaan bedrijven
- Dat voorkomen wordt dat lasten eenzijdig afgewenteld worden op specifieke groepen
- Dat het stelsel goed uitvoerbaar is
- Dat de totale lastendruk (Rijk + lokale overheden) gelijk blijft. (= budgettair neutraal)
Waterschapsheffingen
- Oudste heffingen (vanaf de 11e eeuw)
- Financieel zelfstandig t.o.v. Rijk
- Watersysteemheffingen is gebaseerd op het adagium: Belang – betaling- zeggenschap.
Gemeentelijke heffingen
Welke heffingen mag een gemeente heffen?
De heffingen die in de Gemeentewet staan of in de bijzondere wetten staan (bv
afvalstoffenheffingen ex art. 15:33 Wet MB en BIZ-bijdragen (verpauperd gebied opleuken,
mee willen betalen aan de belasting) ex Wet op de BIZ-zones en Grondexploitatieheffing ex
art. 6.17 Wet RO). Het is een gesloten stelsel, gemeenten mogen niet iets verzinnen.
Karakter HLO
- Géén draagkrachtheffing voor zowel gemeenten (art. 219 lid 2 Gemw) als provincies (art. 221
lid 2 Provinciewet).
Verbod op belastingen naar inkomen, winst of vermogen.
- Vóór 1865 hieven gemeenten ook accijnzen. Die belemmerden echter het handelsverkeer
verbod in de GW.
- Veelal zijn de lokale heffingen gebaseerd op het profijtbeginsel (meer profijt? Dan betaal je
meer, moet je ruim zien).
- Dit zie je het duidelijkst bij retributies: alleen heffing als daar iets tegenover staat.
- Bij bestemmingsheffingen: groepsbelang
- Bij algemene belastingen hooguit een wat ruimer algemeen belang. Bij de OZB zegt men wel:
profijtbeginsel in ruime zin. (Je zou denken dat het gebaseerd is op het draagkrachtbeginsel;
hoe duurder het huis, hoe meer je betaald, draagkracht is verboden. Echter: deze redenering
heeft het in jurisprudentie niet gehaald).
- Soms het kostenveroorzakingsbeginsel: de bevuiler betaalt. Bijvoorbeeld bij rioolrechten en
de afvalstoffenheffing: vaak wordt een koppeling gelegd met de veroorzaakte hoeveelheid