AiV – BEEN – NERVI
6.7.2 GLOBAAL VERLOOP VAN DE BEENZENUWEN IN RELATIE TOT DE INNERVATIE VAN DE SPIERGROEPEN
Naast lumbale WK en vóór os sacrum ontstaat uit nn. spinales de plexus lumbosacralis. Deze plexus bestaat uit
de plexus sacralis en plexus lumbalis. Uit de plexus komen individuele zenuwen voort.
Spieren in bekkengebied geinnerveerd door korte zenuwen; abductoren door n. gluteus superior, de lager
ontspringende m. gluteus maximus door n. gluteus inferior en de pelvitrochantere spieren door rami
musculares m. …. Deze spieren worden bereikt vanaf het os sacrum. De bovenstaande zenuwen komen uit de
plexus sacralis.
Overige spieren worden geinnerveerd door n. ischiadicus, n. obturatorius en n. femoralis.
Plexus sacralis
- n. ischiadicus
o Loopt langs os ischii à dorsale ligging
Plexus lumbalis
- n. obturatorius
o Loopt door ventrale foramen obturatum à mediale ligging (als een streep naar caudaal)
- n. femoralis
o Ventrale ligging (omdat lateraal de trochanter major in de weg zit)
Plexus lumbalis à n. femoralis à trigonum femorale à innervatie ventrale dijbeenspieren; anteflectoren van
heup + extensoren knie
Plexus lumbalis à n. obturatorius à ventrale deel foramen obturatum à tussen adductoren (ontspringen van
de benige omraming van het foramen) à innervatie mediale dijbeenspieren; adductoren heup
Plexus sacralis à n. ischiadicus à dorsale zijde bovenbeen à innerveert ischiocrurale spieren à splitst boven
de knie in n. tibialis en de n. fibularis communis
n. tibialis à mediale ligging (net als de tibia) à innervatie oppervlakkige en diepe plantairflectoren à achter
mediale malleolus à splitst in n. plantaris medialis en de n. plantaris lateralis à innerveren de intrinsieke
spieren van de voetzool
n. fibularis communis à laterale ligging (net als de fibula) à splitst aan laterale zijde in; fibularis profundus
en de fibularis superficialis
Vanaf de n. fibularis communis liggen de pronatoren het dichtste bij. De pronatoren zijn een relatief dunne
spiergroep op de fibula en hebben een oppervlakkige liggen; n. fibularis superficialis.
De doorlopende vertakking van de n. fibularis communis gaat naar de ventrale zijde van het onderbeen; n.
fibularis profundus à ventrale zijde onderbeen à in loge van dorsale flectoren op de membrana interossea
(dieper kan niet) à innerveert dorsale flectoren van het onderbeen à innervatie van voetrug verloopt via
ventrale zijde van onderbeen; n. fibularis profundus innerveert intrinsieke spieren van voetrug
, 6.7.3 PLEXUS LUMBOSACRALIS
Plexus lumbosacralis ontstaat uit rami ventrales van lumbale en sacrale zenuwen.
PLEXUS LUMBALIS:
L1-L4 à ventrale lumbale rami à foramina intervertebralia à tussen de twee delen van m. psoas major à
lumbale rami ventrales nemen naar caudaal toe in dikte
Interested In Getting Laid On Friday?
Iliohypogastric and ilioinguinal (L1) - transversus abdominis, internal oblique muscles
Genitofemoral (L1, L2) - cremaster muscle
Lateral femoral cutaneous (L2, L3) - skin of the lateral part of the thigh
Obturator (L2, L3, L4) - obturator externus, adductor longus, adductor brevis, gracilis, pectineus, adductor magnus
Femoral (L2, L3, L4) - Iliopsoas, pectineus, sartorius, quadriceps femoris
PLEXUS SACRALIS:
L4-S4 à ventrale sacrale rami à foramina sacralia pelvina à ventrale zijde os sacrum
Het bovenste deel van de plexus sacralis wordt gevormd door de truncus lumbosacralis; bestaaat uit de
samenkomst van een klein deel van L4 (L4 wordt ook wel n. furcalis/gevorkte zenuw genoemd) en uit L5. De
rami ventrales van S1 en S2 zijn opvallend dik.
Superior gluteal nerve, inferior gluteal nerve, posterior cutaneous nerve of thigh, pudendal nerve, sciantic nerve
(SIPPS)