Inhoudsopgave
Weefsels .......................................................................................................................................................... 1
HC 2 Ephitelia ..................................................................................................................................................... 1
Capillairwanden ............................................................................................................................................. 4
HC 3 epithelia ..................................................................................................................................................... 5
Epitheel van de epidermis ............................................................................................................................. 6
Respiratoir epitheel van de trachea .............................................................................................................. 6
Klierweefsel ................................................................................................................................................... 7
Vernieuwing van epithelia ............................................................................................................................. 8
HC 4 inleiding pathologie, adaptatiemechanismen en celschade ...................................................................... 9
Adaptatie mechanismen .............................................................................................................................. 10
Celschade ..................................................................................................................................................... 11
HC 5 bindweefsel .............................................................................................................................................. 12
Collageen vezels .......................................................................................................................................... 13
Elastische vezels .......................................................................................................................................... 16
Proteoglycanen ............................................................................................................................................ 17
Basale lamina ............................................................................................................................................... 18
HC 6 gastcellen in bindweefsel ......................................................................................................................... 19
Soorten gastcellen ....................................................................................................................................... 20
HC 7 tumorpathologie ...................................................................................................................................... 23
Kenmerken tumoren ................................................................................................................................... 24
Naamgeving van tumoren ........................................................................................................................... 27
HC 8 Inleiding immunologie.............................................................................................................................. 29
Opbouw van het immuunsysteem .............................................................................................................. 30
Fasen van het adaptieve afweersysteem .................................................................................................... 32
HC 9 aangeboren (innate) afweer .................................................................................................................... 33
Complementsysteem ................................................................................................................................... 35
HC 10 receptoren van het adaptieve immuunsysteem ..................................................................................... 37
Bouw van een antistof en een B-cel receptor ............................................................................................. 38
Allergische reactie ....................................................................................................................................... 39
HC 11: T-cellen en MHC-moleculen .................................................................................................................. 41
Ontwikkeling van T- en B-cellen .................................................................................................................. 41
Opbouw klasse I en klasse II MHC moleculen ............................................................................................. 42
HC 12 primair lymfoïd weefsel.......................................................................................................................... 44
HC 13 antigeen-presentatie in context ............................................................................................................. 48
Globale antibacteriële respons .................................................................................................................... 48
Globale antivirale respons ........................................................................................................................... 49
Lymfevaten .................................................................................................................................................. 49
Germinal center reaction ............................................................................................................................ 50
HC 2 Ephitelia
Primaire weefseltypen
, • Epitheelweefsel
o Bestaat voornamelijk uit cellen
• Bindweefsel/steunweefsel (incl. bot, kraakbeen en bloed)
o Bestaat voor een groot deel uit matrix
• Spierweefsel
• Zenuwweefsel
Definitie epithelia: een afgrenzende laag van aaneengesloten cellen
Epithelia is afkomstig uit elk van de drie kiembladen:
• Endoderm → epitheelcellen van de lever
• Mesoderm → endotheelcellen, afkomstig uit de mesodermale progenitor cellen,
bekleden de bloedvaten
• Ectoderm → keratinocyt precursor cellen, deze vormen de huid
Verschillende soorten epitheelweefsel:
Kenmerken van epithelia:
• Basiselement zijn cellen
• Cellen zitten dicht tegen elkaar
• Weinig intercellulaire ruimte
• De (onderste laag) cellen hechten op de basale lamina
o Basaal membraan = basale lamina + lamina reticularis
o De lamina reticulairs → bevat veel reticulum vezels, voornamelijk collageen 7
o Basale lamina → bevat collageen 4 en laminine, dit is een glycoproteïne.
Verder kunnen er proteoglycanen zitten.
o Een basaal membraan kan zichtbaar gemaakt worden met behulp van een
lichtmicroscoop. De basale lamina kan zichtbaar gemaakt worden met behulp
van een elektronenmicroscoop.
• De cellen zijn aan elkaar gehecht via intercellulaire verbindingen
o Tight junctions → plasmamembranen zitten heel dicht tegen elkaar, dit gebeurt
door middel van bepaalde eiwitten. Hierdoor kunnen er geen moleculen tussen
de aangrenzende cellen diffunderen.
o Zonula adherens → ondersteunen de tight junctions, ze bevatten kit eiwitten
die een connectie hebben met actine filamenten. Desmosomen en
hemidesomosomen → desmosomen zijn plaatsgebonden interactie plekken
waar ook interactie plaatsvindt met het cytoskelet, voornamelijk met
intermediaire filamenten. Hemidesmosomen zijn als het ware halve
, desmosomen die door middel van integrines gebonden zijn aan de basale
lamina. Ze binden ook aan de intermediaire filamenten van het cytoskelet.
o Gap junctions → ‘gaten’ tussen twee aangrenzende cellen die interactie en
communicatie tussen de twee betreffende cellen mogelijk maakt.
* De naamgeving van bepaalde delen van de cel wordt de polariteit genoemd (apicaal,
lateraal of basaal. Dit heeft echter niets met lading te maken)
o Tight junctions kunnen een zonula occludens vomen, dit is een band van tight
junctions rondom de apex van een cel. Onder deze zogeheten zonula occludens
bevindt zich vaak een zonula adherens, deze vormt een band rondom de cel
waarin de connectie met actine filamenten duidelijk zichtbaar wordt.
Desmosomen worden ook wel macula adherens genoemd.
• De cellen zijn veelal polair
• Epithelia heeft geen doorbloeding, er zijn nooit bloedvaten aanwezig in epitheel.
o Epitheelweefsel wordt gevoed door onderliggend weefsel, dit is (bijna) altijd
bindweefsel. Dit essentiële laagje bindweefsel wordt ook wel lamina propria
genoemd.
• Epithelia is mitotisch actief
Functies van epitheelweefsel:
• Fysieke/afgrenzende bescherming van onderliggend weefsel (huid)
• Absorptie (dunne darm)
• Secretie (klieren)
, • Excretie (nieren)
• Opname en afgifte van stoffen (endotheel)
• Selectieve diffusie (longen)
Specialisatie van epitheel:
• Cilia → trilharen die gebruikt worden voor transport. Zijn te vinden bij:
o Huid, spijsverteringskanaal, luchtwegen, urinewegen, bloedvaten, blaas en
borst- en buikholte
Classificatie epithelia (op basis van aantal cellagen en celvorm)
A) Simple squamous of plat plaveisel → dunne en platte cellen, bevinden zich
bijvoorbeeld om bloedvaten
B) Simple cuboidal of kubische cellen → cellen die even hoog als breed zijn, bevinden
zich bijvoorbeeld in de afvoerbuis van een klier.
C) Simple columnar of (hoog) cilindrische cellen → bevinden zich bijvoorbeeld in de
darm maag, eileider (cilia) en grote verzamelbuizen van de nier.
D) Pseudostratified ciliated columnal with goblet cells of pseudomeerlagig → bovenste
luchtweg
E) Transitional of overgangsepitheel → blaas
F) Stratified squamous nonkeratinizing → huid
G) Stratified squamous keratinizing → huid
Capillairwanden
Een capillairwand (van bijvoorbeeld een bloedvat, longblaasje of het mesothelium) bestaat uit
eenlagig plat plaveisel-epitheel, waarbij alle cellen dus aan de basale lamina hechten.
De functie van deze cellen is:
• Bekleding en bescherming
• Diffusie
• Vormen van een barrière
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BMWsamenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.