Week 3: derdenschade: slachtoffers en derden; rechthebbende of niet?
• Inleiding
• Verplaatste schade
• Affectieschade
• Overlijdensschade
• Strafrecht
• Regresmogelijkheid werkgever
• Shockschade
• Wrongful life (/wrongful birth)
Wij hebben best wat zaken die jullie kennen op dit moment lopen. Denk bijvoorbeeld
aan de zaak van de voetballer Nouri. Vorige week hebben wij nog een verzoekschrift
ingediend bij de arbitragecommissie van de KNVB om eigenlijk een uitspraak te vragen
over de hypothetische carriere van Nouri als hij niet te lang op het veld was blijven
liggen en de medische zorg hem was onthouden. Maar ook de procedure van MH17
kennen jullie denk ik, die loopt nu bij de strafrechter en gaat ook lopen bij het EHRM.
We staan een hele groep nabestaanden bij van de passagiers die zijn omgekomen bij
die ramp. De tramaanslag in Utrecht, de aanslag op Amsterdam Centraal, allemaal
nare gebeurtenissen waar wij mee bezig zijn in onze dagelijkse praktijk.
Ik vind het leuk om met jullie meer in te zoomen op de rechten van derden in
letselschadezaken. Dus daar gaan we het vandaag over hebben. Dus niet primair het
slachtoffer zelf, maar juist de personen die om het slachtoffer heen staan. We gaan het
eerst hebben over verplaatste schade, affectieschade komt aan bod, overlijdensschade
is belangrijk en dan nog een paar uitstapjes naar het strafrecht, regresmogelijkheden
van de werkgever, tot slot shockschade en de problematiek van Wrongful life/wrongful
birth. Dus een bomvol programma over derdenschade in allemaal facetten.
Derdenschade in mijn praktijk
Ø Medische fout à nierschade en donornier
Heeft donor ook recht op schadevergoeding?
Ø Vader getraumatiseerd door ongeval kind en verliest baan.
Recht op inkomensschade?
Ø Kind heeft gehoorschade en heeft thuis bijles nodig.
Ouders recht op vergoeding van daarmee gemoeide tijd?
Ø Werkgever moet vervangende arbeidskracht inschakelen vanwege
herstelperiode werknemer na knieoperatie door verkeersongeval.
Recht op vergoeding vervanging?
Heel kort eventjes waarom is dat nu zo relevant? Hoe kom ik nu derdenschade in de
praktijk tegen, want dat is juist voor jullie leuk om te weten. Eigenlijk in elke casus
speelt dat wel een rol, en dan kun je denken aan een derde die echt fysieke schade heeft.
Ik heb bijvoorbeeld een klant die heeft ernstige nierschade opgelopen, omdat een
huisarts niet tijdig heeft onderkend dat er iets mis was met zijn nier en zijn broer heeft
vervolgens een donornier moeten afstaan en heeft vervolgens ook orgaanschade. Wat
zijn dan die rechten van die broer. Je kan ook denken aan psychische schade,
bijvoorbeeld een ouder die een kind heeft verloren of een kind dat letsel heeft. Wat
moet je daar mee doen? Wat moet je die ouder vertellen? Soms is er geen psychisch
letsel, geen fysiek letsel, maar puur financiële schade. Denk bijvoorbeeld aan de
1
,werkgever die kosten moet maken voor een vervangende arbeidskracht. Dus dat als
enkele voorbeelden.
Aansprakelijkheid en schadevergoeding
• 6:74 BW - Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht
tot vergoeding van schade
• 6:162 BW - Onrechtmatige daad als verplichting tot vergoeding van schade
• 6:95 e.v. BW – Algemene schadevergoedingsregels, die gelden als een
wettelijke verplichting tot schadevergoeding bestaat.
Kring van gerechtigden niet onbeperkt
• 6:74 – ‘de schade die de schuldeiser lijdt’
• 6:162 – ‘de ander jegens wie een OD is gepleegd’
• 6:163 – verband (relativiteit) tussen geschonden norm en de schade die
benadeelde heeft geleden
Bij een letselschade casus is het altijd belangrijk om te onderzoeken door wie en op
basis van welke grondslag er nu eigenlijk schade wordt gevorderd. Dat klinkt misschien
heel basaal en te makkelijk, maar kijk altijd eerst: tot wiens bescherming strekt de
overtreden norm eigenlijk in het gegeven geval. Dus kijk altijd naar de relativiteit, want
de wet geeft een beperking ten aanzien van de kring van de
schadevergoedingsgerechtigden, dus bepaalt wie heeft er in het gegeven geval recht op
een schadevergoeding. Dus niet alleen de personen zijn vastomlijnd, maar ook het
soort schade. Is er recht op immateriële schadevergoeding, materiele
schadevergoeding en hoe zit het met zuivere vermogensschade en ook de wijze van
ontstaan van schade is belangrijk. Dus stel jezelf bij elke casus weer de vraag:
beschermt de geschonden norm in dit geval de eiser en valt het soort schade of de wijze
waarop de schade is ontstaan onder het bereik van die bescherming. Dus kijk echt naar
het doel en de strekking van die norm.
Voorbeeld is bijvoorbeeld het jullie wel bekende hangmat-arrest waarbij het ging om
de vraag of de opstalaansprakelijkheid (art. 6:174 BW) ook de strekking had de
medebezitter aansprakelijk te houden.
Arrest Schietpartij Alphen (ECLI:NL:HR:2019:1409)
- Rechtbank Den Haag 4 februari 2015: wel onrechtmatig, maar geen
relativiteit
- Gerechtshof Den Haag 27 maart 2018: onrechtmatig én relativiteit.
Onrechtmatige daad politie door ten onrechte afgeven wapenvergunnig
- Hoge Raad 20 september 2019: bevestiging arrest Hof en zelfs verruiming:
ook zuivere vermogensschade vergoed van ondernemers in het winkelcentrum.
Aldus politie aansprakelijk!
Dat is een discussie die niet alleen in de literatuur speelt, maar ook echt in de praktijk
relevant is. Ik wilde even jullie het voorbeeld geven van de casus van de schietpartij in
Alphen aan den Rijn. Dat is alweer jaren geleden, 2011, en dat is een zaak waar wij als
kantoor nog steeds mee bezig zijn tot op de dag van vandaag.
Waar ging het over? 9 april 2011 en Tristan van der Vlis schoot in het winkelcentrum
de Ridderwolf in Alphen aan den Rijn 5 mensen dood en verwondde 17 personen en
benam zichzelf van het leven. De slachtoffers daar en de nabestaanden die starten een
2
, civiele procedure tegen de politie en vroegen de rechtbank om een oordeel te geven
over de aansprakelijkheid van de politie. De rechtbank en ook het hof later oordeelde
dat de politie in dit geval onrechtmatig heeft gehandeld door Tristan die
wapenvergunningen te verlenen waarmee hij in het winkelcentrum kon schieten en
ook die vergunningen nog eens te verlengen, terwijl de politie wist dat Tristan
psychische klachten had en niet gezond was. Alleen de rechtbank zei: ja de norm die
hier is geschonden, die strekt niet ter bescherming van de belangen van die
nabestaanden. Dus een gebrek aan relativiteit. En dat heb je toch nodig om de volledige
aansprakelijkheid aan te nemen. Dus de vorderingen in de rechtbank werden
afgewezen. De rechtbank legde dat zo uit: de wapenwet heeft niet de strekking om de
specifieke veiligheidsbelangen van de betrokken burgers te beschermen, maar juist ziet
meer op de algemene veiligheid en om illegale wapenhandel tegen te gaan. Dat werd in
het hoger beroep vernietigd en het hof nam wel degelijk aansprakelijkheid van de
politie aan. Er werd cassatie ingesteld en de HR bevestigde het arrest van het hof en
zie: ja inderdaad, onrechtmatig en ook relativiteit.
Wij zijn dus nu bezig met de praktische afhandeling van de zaak, want dan is de
aansprakelijkheid rond. Maar dan begint het eigenlijk pas om de schade in kaart te
brengen en per geval te kijken waar heeft deze specifieke persoon nou recht op. En dan
zie je dat er eigenlijk een hele trits is aan verschillende betrokkenen. Want je hebt
slachtoffers die direct fysiek geraakt zijn en die nog de kogelresten in hun lichaam
hebben, maar nog een grotere groep van stond erbij en keek ernaar die het allemaal
hebben zien gebeuren en psychische schade hebben opgelopen. De nabestaanden zijn
er natuurlijk, maar ook de winkeliers die eigenlijk helemaal niks hebben meegekregen
maar wel merken dat er geen klanten meer naar hun winkel komen. Dus winkeliers
met schade. De HR oordeelde dat zelfs de gederfde winst vergoed moet worden van de
winkeliers door deze teruggelopen klandizie.
Maar niet alle schade wordt vergoed. Kinderen die klachten hebben vanwege
getraumatiseerde ouders en ontwrichtingen binnen het gezin of derden die indirecte
schade hebben geleden. Sommige kunnen daar helaas alleen maar naar fluiten.
Slachtoffer en derden
• De gekwetste zelf
• Derden:
– Die kosten ten behoeve van gekwetste hebben gemaakt (6:107)
– De werkgever van de gekwetste (6:107a)
– De nabestaanden van het overleden slachtoffer (6:108)
– Rechthebbenden vergoeding affectieschade
– Regresnemers
NB: exclusief en limitatief stelsel!
Zoals volgt uit de casus van Alphen, maar eigenlijk uit elke letselschade zaak brengt de
schadeveroorzakende gebeurtenis niet alleen schade bij de gekwetste zelf te weeg, maar
ook heel vaak bij anderen. Het is belangrijk om in je achterhoofd te houden dat het
uitgangspunt van de wetgever altijd is dat alleen de gekwetste zelf recht heeft op een
schadevergoeding, tenzij de wet anders bepaalt. En met het oog daarop zijn eigenlijk
de artikelen van 6:107, 6:107a en 6:108 van belang. De wetgever heeft met deze
artikelen het recht op schadevergoeding willen uitbreiden, door te zeggen dat niet
alleen het slachtoffer zelf recht heeft op een vergoeding, maar ook de derde.
3