Comptabele Aspecten Financial
Accounting 1
Hoofdstuk 1: De boekhouding als informatieproces
Onderneming: een bedrijf dat winst wilt maken.
Informatie: gegevens die de kennis van de vrager
vergroten.
Informatie is nuttig voor:
1. Beslissingen nemen (A tool of management, voor/
nacalculatie)
2. Uitvoering van activiteiten beheersen (budgetten)
3. Afleggen van verantwoording (Management Informatie
Systeem - MIS, externe verslaggeving).
De boekhouding gaat altijd over de veranderingen van
bezittingen, schulden en het eigen vermogen. Deze
mutaties zijn het gevolg van goederen- en geldstromen.
Deze worden weergeven in de naastgelegen afbeelding.
Handelsonderneming: koopt voorraad in en verkoopt deze
met winst.
Productieonderneming: koopt voorraad in, verwerkt deze
voorraad tot voorraad gereed product en verkoopt deze
met winst. Dit heet het omvormingsproces.
In een geïntegreerd informatiesysteem worden financiële
feiten ingevoerd en daarna door verwerkt in verschillende deelsystemen.
Meest belangrijk:
- Informatieproces (geautomatiseerd)
- Tool voor management (MIS)
- Figuur 1,4 + begrippenlijst
Hoofdstuk 2: De inventaris, balans en winst- en verliesrekening
Eigen vermogen (equity): een schuld aan de eigenaar van het bedrijf.
Vreemd vermogen (liabilities): een schuld aan andere bedrijven van het bedrijf.
Bezittingen (assets) bestaan uit: panden, voorraad (stock/inventory), debiteuren (accounts
receivable) en kas/bank.
Schulden (liabilities) bestaan uit: hypotheek (mortgage), crediteuren (accounts payable) en overige
leningen.
Het inventariseren is het opstellen van een lijst van alle bezittingen en schulden, de verkorte
inventaris komt vervolgens op de balans. De balans wordt altijd genoteerd op toenemende
liquiditeitsvolgorde, zowel aan de debetzijde als aan de creditzijde, waarbij voor schulden geldt dat
schulden op lange termijn (non-current liabilities) minder liquide zijn.
De financiële feiten leiden tot veranderingen van de balansposten. Deze gegevens kunnen door
middel van boekingsstukken achterhaald worden. Voorbeelden hiervan zijn facturen,
rekeningafschriften en kwitanties (bewijs van betaling).
Het eigen vermogen neemt toe door de brutowinst (gross profit) van verkochte goederen, deze kan
berekend worden met behulp van: opbrengst - inkoopprijs = bruto winst ofwel transactiewinst. Het
, eigen vermogen neemt af door allerlei kosten die gemaakt worden. De nettowinst is vervolgens het
verschil tussen deze twee en is de stijging van het eigen vermogen op de balans.
De verandering van het eigen vermogen kan uitgezet worden op een winst- en verliesrekening.
Hier is de periodewinst te zien.
- Balans: momentopname
- Winst- en verliesrekening: bepaalde periode
Meest belangrijk:
- Basistechnieken boekhouden
- Balans (scrontovorm)
- Financiële feiten en voorbeelden
Hoofdstuk 3: Het grootboek
Het grootboek (general ledger) is een verzameling van alle grootboekrekeningen bij elkaar. Een
grootboekrekening is een “mini-balans” van een balanspost. De permutatie op de
grootboekrekening correspondeert met de permutatie op de balanspost.
Er zijn 3 stappen voor het opstellen hiervan:
1. Openen met beginstand (debet aan debet en credit aan credit).
2. Mutaties aan debet/creditzijde invoeren (corresponderend aan de balanspost)
3. Afsluiten met eindstand (saldo)
De hulprekeningen van het eigen vermogen staan niet op de balans, maar hebben hier wel invloed
op, denk aan interestkosten, huurkosten, loonkosten, kortingen maar ook omzet, inkoopprijs
verkopen etc. Hiervoor geldt: voor een toename van het eigen vermogen crediteert deze, en voor
een afname debiteert deze. Deze worden nooit met een beginwaarde geopend.
Meest belangrijk:
- Inrichting van het grootboek
- Openen van grootboekrekeningen
- Hulprekeningen van het eigen vermogen
Hoofdstuk 4: De kolommenbalans
Er zijn vier fasen in elk boekhoudkundig model:
1. De grootboekrekeningen bijhouden
2. Het opstellen van een proef- en saldibalans
3. Het opstellen van een winst- en verliesrekening en de eindbalans
4. Het afsluiten van de grootboekrekeningen
- Proefbalans: het totaal aan gedebiteerde en gecrediteerde bedragen voor de rekening, inclusief
de beginstaat.
- Saldibalans: Het nettoverschil tussen de twee.
- Winst- en verliesrekening: Hier komen de hulprekeningen op terecht en wordt de nettowinst
bepaald. (Hier nooit Privé op, want dat heeft niks te maken met bedrijfsvoering.)
- Balans: spreekt voor zich
Met het afsluiten van grootboekrekeningen wordt het saldo noteren, erbij zetten naar welk
eindstadium (winst- en verlies of balans) deze gaat bedoeld.
Deze methode wordt dubbel boekhouden genoemd omdat enerzijds het verschil in bezittingen en
schulden wordt weergegeven en anderzijds het verschil in eigen vermogen.
Brutowinstmarge = brutowinst/omzet * 100%
Op 2 manier kan de boekhouding voor extra controle zorgen:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper CFOvanEnron. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.