Hoofdstuk 1
Organisatieontwikkeling->Heeft te maken met bewuste veranderprocessen als gevolg van
de wisselwerking tussen omgeving en organisatie.
Organisatieaanpassing->Wordt vaak gebruikt wanneer een organisatie een nieuwe
evenwicht zoekt in haar functionele gebieden
Organisatieverandering->In korte tijd ingrijpend wijzigen van de structuur en processen
van een organisatie, aangestuurd door een topmanagement. 2 hoofdvragen:
-Wat moet er in de organisatie worden veranderd?
-Hoe gaan we dit aanpakken?
Verandermanagement->Het effectief sturing geven aan activiteiten gericht op het
aanpassen van een organisatie aan strategische/operationele wijzigingen.
Verandermanagement 1950-1975
-Veranderen is een zaak van aanvaarden en accepteren.
-Diffusie- en adoptietheorieën: Een aanpak van organisatieverandering waarbij de nadruk
ligt op de invloed van sociaal-culturele waarden en normen, de motivatie en het gedrag van
mensen
Lewin
-Planned Change-model
-Unfreezing->Het tonen van het verschil tussen het gewenste gedrag en het gedrag dat de
medewerkers vertonen op het moment.
-Moving->Het gedrag van de medewerkers moet naar een ander niveau worden getild.
-Refreezing->Institutionaliseren. Oftewel, het vinden van een nieuw evenwicht in de
organisatie.
Lippitt, Watson & Westley
2 nieuwe fases bij Lewin:
-Werken aan het opbouwen van een veranderrelatie
-De veranderrelatie wordt beëindigd
Schein
De aandacht wordt gevestigd op het probleem bij veranderprocessen, namelijk het moeten
loslaten van iets ouds voordat er iets nieuws geleerd kan worden.
Bennis, Benne & Chin
3 klassieke veranderstrategieën
-Machts-/dwangstrategie->Door gebruik te maken van macht kunnen
organisatieveranderingen worden afgedwongen
-Overtuigingsstrategie->De medewerker is rationeel, en is daarom bereid een
handelswijze te volgen wanneer hij ervan overtuigd is dat dat in zijn eigen belang is.
-Houdingsstrategie->Organisatieverandering gaat het best door de normen en waarden
van de betrokkenen te veranderen.
Zaltman en Duncan
4 vormen van onderhandelingsstrategieën
,-Machtsstrategie
-Overtuigingsstrategie
-Normatief-re-educatieve strategie
-Faciliterende strategie
Bij een onderhandelingsstrategie creëert een verandermanager de voorwaarden voor het
tot stand komen van veranderingen door materiële of andere faciliteiten te scheppen. Hij
stelt groepen positieve uitkomsten in het vooruitzicht wanneer zij de veranderingen
accepteren.
Planned Change->Een planmatige aanpak van organisatieverandering en het verlagen van
de drempels bij betrokkenen ten aanzien van de verandering.
Leren binnen een proces:
Argyris & Schön
-Single-loop-leren->Richt zich eenzijdig op het omgaan met toenemende veranderingen en
het oplossen van de daardoor ontstane problemen
-Double-loop-leren->Men gaat dieper in op de oorzaak van het probleem en kijkt men aan
de hand van feedback naar het handelen in het verleden
-Deutero-leren->Men leert van fouten uit het heden en verleden en men moet in staat zijn
deze fouten te erkennen
-Medewerkers zijn de bouwstenen van de organisatie.
Interventies:
-Interpersoonlijke communicatie
-Confrontatieontmoetingen
-Nieuwe stijlen van leidinggeven
Beckhard en Harris
Organizational Development is een geplande, organisatiebrede en door de top
aangestuurde poging om de effectiviteit en gezondheid van een organisatie te verbeteren
door geplande interventies in het organisatieproces en door gebruik te maken van kennis uit
de gedragswetenschappen.
French & Bell
-Unfreezing
-Probleemidentificatie van cliënt
-Diagnose door change agents
-Moving
-Verzamelen van data en gezamenlijke probleemdiagnose en actieplanning
-Refreezing
-Evalueren na actie
Organizational Transformation
-Het bepalen en toepassen van een integrale veranderstrategie en bijpassende interventies.
Cummings
,Kwam met 3 uitgangspunten voor verandermanagement:
-De strategie van de organisatie vormt meestal het uitgangspunt
-Er is een integrale aanpak van veranderingen, gericht op de onderlinge samenhang van
organisatiefuncties
-Er wordt een passende veranderstrategie toegepast, met bijbehorende interventies
Nadler & Tushman
Zij onderscheiden 4 soorten veranderingen:
1)Anticiperend en radicaal
-Redirecting (Heroriënteren)
2)Reactief en radicaal
-Overhauling (Reorganiseren)
3)Anticiperend en incrementeel
-Tuning (Afstemmen)
4)Reactief en incrementeel
-Adapting (Aanpassen)
Weick & Quinn
Kenmerk Planned Change Emergent Change
Organisatie Inert, log en veranderen is Veranderen is een constant
een bewuste onderbreking en cumulatief proces.
Organisaties ontwikkelen uit
zichzelf
Analytisch Kader Veranderen is extern Van binnenuit gedreven
gedreven en het brengt door continue instabiliteit.
disbalans. Korte termijn Lange termijn
Verandermodellen Lewin Cyclisch proces
Procesfocus Focus op inertie en zoeken Focus op het herkennen,
naar centrale hefbomen om duiden en bijsturen van
te veranderen bestaande patronen.
Senge
Succesvol veranderen kan alleen met een organisatiestrategie waarin organisatiebreed
expertise en kwaliteiten worden opgebouwd->Collectieve leercapaciteiten. Dit wordt ook wel
een lerende organisatie genoemd.
Berenschot
Koude organisatie Warme organisatie
Koude verandering Reactief veranderen Interactief veranderen
Interveniëren Transformeren
, Warme verandering Actief veranderen Proactief veranderen
Implementeren Vernieuwen
De Caluwé & Vermaak
5 denkstijlen en veranderperspectieven:
-Geeldrukdenken
-Blauwdrukdenken
-Rooddrukdenken
-Groendrukdenken
-Witdrukdenken
Homan
4 typen van verandermanagement
Gepland Spontaan
Monovocaal Klassiek gepland Lokale betekeniseilandjes,
verandertraject, top-down kansen voor nieuwe
betekenissen
Polyvocaal Participerend veranderen, Betekenisgeving van
infrastructuren voor leren mensen vormt de motor
voor veranderingen
Werkman
5 veranderstrategieën
-Machtsstrategie
-Sturing door top, doelgericht, legitieme macht, geen participatie
-Planmatige strategie
-Initiatief bij de top, doelgericht, expertmacht, weinig participatie
-Onderhandelingsstrategie
-Meer partijen, resultaatgericht, positiemacht, politiek proces
-Programmatische strategie
-Participatief, probleemgericht, indirecte macht, veel participatie
-Interactieve strategie
-Interactief, toekomstgericht, indirecte macht, veel interactie