Samenvatting Y.M. Visscher, Praktisch Staatsrecht, 3e druk, Noordhoff Uitgevers,
Groningen/Houten, 2014 (ISBN 978 90 01 83162 2);
Samenvatting H2 Grondrechten in Nederland
Inleiding staatsrecht
2.1 Grondrechten
-2.1.1 Ontwikkeling van de grondrechten
Grondrechten: mensenrechten & onvervreemdbaar = ze kunnen niet aan een ander worden
overgedragen.
In NL vanaf 1814 steeds meer grondrechten in de Grondwet vastgelegd.
Soorten grondrechten:
Klassieke grondrechten: waarborgen in zekere zin de vrijheden van burgers die de overheid
(zo veel mogelijk) moet respecteren, waardoor voor de burger een staatsvrije sfeer wordt
gewaarborgd.
Waarborgnormen/vrijheidsrechten.
Art. 1 t/m 18 Gw
Sociale grondrechten: vormen een opdracht voor de overheid om ervoor te zorgen dat er
sociale gerechtigheid heerst in de samenleving en dat iedere burger kan beschikken over
voldoende gezondheidszorg, onderwijs en inkomen zodat hij zichzelf kan ontplooien.
Pas in 1983 in de Grondwet opgenomen omdat men twijfelde aan de juridische
afdwingbaarheid en het juridische gewicht ervan.
Instructienormen.
Art. 19 t/m 23 Gw
Universele verklaring van de rechten van de mens (VN): lidstaten van de VN geven aan dat zij de
mensenrechten erkennen als grondslag voor vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld en dat zij
ernaar zullen handelen.
Verdragen:
- EVRM: vooral vrijheidsrechten.
- ESH: sociale grondrechten + het recht voor werknemers om te staken.
- BUPO: mensenrechten + verbod op foltering en wrede, onmenselijke of vernederende
behandeling of bestraffing (art. 7 BUPO), het verbod op slavernij en dwangarbeid (art. 8
BUPO) en het recht op gezinsleven, ter bescherming van gezin en huwelijk (art. 23 BUPO).
-2.1.2 Werking van grondrechten
Verticale werking van grondrechten: werking in de relatie tussen overheid en burger.
- Klassiek: onthouding van bemoeienis van de overheid.
- Sociaal: overheid moet actief ingrijpen.
Horizontale werking van grondrechten: werking in de relatie tussen burgers onderling.
Burgers moeten elkaars grondrechten respecteren.
BUPO & EVRM:
- Self-executing: zij hebben – in tegenstelling tot sociale grondrechten – rechtstreekse werking
(art. 93 Gw) = burgers kunnen bij een inbreuk op hun vrijheidsrechten direct een beroep
doen op deze bepalingen.
- Voor iedereen bindend.
,-2.1.3 Beperking en botsing van grondrechten
Burgerschapsrechten: grondrechten die voorwaarden stellen aan de nationaliteit.
- Het recht op bewegingsvrijheid art. 2 Gw
- Mogelijkheid tot benoeming in Nederlandse overheidsdienst art. 3 Gw
- Recht op bijstand art. 20 lid 3 Gw
Voorwaarden voor het beperken van grondrechten:
1. De mogelijkheid om grondrechten te beperken moet worden vastgelegd in de Grondwet of
in een verdrag.
2. De beperking dient ter bescherming van een bepaald doel dat in de Grondwet of het verdrag
is aangegeven.
3. De beperking en/of de bevoegdheid om te beperken, moet worden vastgelegd in een wet in
formele zin of in een lagere regeling die daarop is gebaseerd.
4. (Soms:) de beperking moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving.
Botsing van grondrechten:
Iemand laat zich discriminerend uit over een ander met een beroep op zijn eigen vrijheid van
meningsuiting (art. 7 Gw), dan maakt hij inbreuk op het grondrecht van de ander om niet
gediscrimineerd te worden (art. 1 Gw).
2.2 Klassieke grondrechten
- Recht op gelijke behandeling (art. 1 Gw, art. 14 EVRM, art. 26 BUPO).
o Directe discriminatie: rechtstreeks gericht tegen een persoon of groep personen.
o Indirecte discriminatie: is niet direct op een persoon of groep personen gericht, maar
heeft wel tot gevolg dat deze nadeel kan ondervinden van het gemaakte
onderscheid.
o Positieve discriminatie: aan een bepaalde groep personen wordt een
voorkeursbehandeling gegeven.
Als je wordt geconfronteerd met discriminatie kun je naar het College voor de rechten van
de mens.
- Recht om in het Koninkrijk der Nederlanden te zijn en het land te verlaten (art. 2 Gw, art. 2 van
het Vierde Protocol bij het EVRM, art. 12 lid 1 BUPO).
- Recht om in Nederlandse overheidsdienst benoemd te kunnen worden ( art. 3 Gw).
- Kiesrecht (art. 4 Gw).
o Actief kiesrecht: het recht om leden van de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en
de gemeenteraad te kiezen.
o Passief kiesrecht: het recht om zelf als lid van een van deze vertegenwoordigende
organen gekozen te worden.
- Recht van petitie (art. 5 Gw).
- Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging ( art. 6 Gw, art. 9 EVRM, art. 18 BUPO).
- Vrijheid van meningsuiting (art. 7 Gw, art. 10 EVRM, art. 19 BUPO).
- Vrijheid van vereniging (art 8 Gw, art. 11 EVRM, art. 22 BUPO).
- Recht tot vergadering en betoging (art. 9 Gw, art. 11 EVRM, art. 21 BUPO).
- Recht op privacy (art. 10 Gw, art. 8 EVRM, art. 17 BUPO).
- Recht op aantastbaarheid van het lichaam (art. 11 Gw, art. 2,3 en 8 EVRM en het zesde Protocol
bij het EVRM).
- Huisrecht (art. 12 Gw, art. 8 EVRM, art. 17 BUPO).
- Recht op briefgeheim, telefoon- en telegraafgeheim (art. 13 Gw, art. 8 EVRM, art. 17 BUPO).
- Recht op eigendom (art. 14 Gw, art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM).
- Recht om niet van zijn vrijheid beroofd te worden ( art. 15 Gw, art. 5 EVRM, art. 9 BUPO).
- Recht op toegang tot de rechter ( art. 17 Gw, art. 6 EVRM, art. 14 BUPO).
, Praesumptio innocentiae: een verdachte is onschuldig totdat het tegendeel wordt
bewezen.
- Recht op rechtsbijstand (art. 18 Gw, art. 6 lid 3 EVRM, art. 14 lid 3 BUPO).
2.3 Sociale grondrechten
Instructienormen: vormen een opdracht aan de overheid om burgers in staat te stellen zichzelf te
ontplooien.
- Voldoende werkgelegenheid (art. 19 Gw).
- Sociale zekerheid (art. 20 Gw).
- Een gezond leefmilieu (art. 21 Gw).
- Goede gezondheidszorg, woongelegenheid en ontplooiingsmogelijkheden (art. 22 Gw).
- Voldoende onderwijs (art. 23 Gw).
2.4 Toezicht op de naleving van grondrechten
EVRM: individueel klachtenrecht, statenklachtrecht en een rapportageplicht.
Iedereen die meent dat een staat, die partij is bij het EVRM, één van zijn grondrechten heeft
geschonden kan, nadat zijn mogelijkheden bij de Nederlandse rechter zijn uitgeput, een klacht
indienen bij het EHRM.
Eerst samen proberen op te lossen, anders een uitspraak van 7 tot 17 rechters.