Rechtsgronden VPB:
1. Antropomorfe visie: een lichaam is een persoon/entiteit
2. Globale evenwicht: zonder VPB zal niemand IB-ondernemer zijn
3. Profijtbeginsel: bij oprichten BV spelen voordelen op, deze moeten worden belast.
4. Buitenkansbeginsel: bij oprichten BV heb je kansen om winst te genereren, dit zijn ‘buitenkansen’
waarover geheven moet kunnen worden.
5. Budgetair: belastinggeld binnenhalen
Art. 1 Wet VpB 1969: Onder de naam ‘vennootschapsbelasting’ wordt een directe belasting geheven van
de lichamen vermeld in de artikelen 2 (binnenlands belastingplichtig) en 3 (buitenlands belastingplichtig).
- Directe vs indirecte belasting:
o Directe belasting: de vennootschap die de winst behaald moet ook de belasting betalen.
De soevereiniteit mogen de landen zelf bepalen.
▪ Druk ligt op het bedrijf
o Indirecte belasting: zoals de BTW, de consument betaalt. Deze worden vormgegeven
door de EU.
▪ Druk ligt op de consument.
- In art. 2 & 3 worden alle lichamen (entiteiten) genoemd die onderworpen zijn aan de VPB.
Er zijn 2 stelsels die wereldwijd worden toegepast:
- Klassieke stelsel: De VPB wordt onafhankelijk van de IB berekent.
- Verrekeningsstelsel: VPB wordt als voorheffing voor de IB gebruikt, mag je aftrekken van de te
betalen IB.
- Volledige integratie (wordt nergens toegepast): VPB is volledig in de IB geïntegreerd.
Klassieke stelsel
In Nederland passen wij het Klassieke Stelsel toe. Dit lijdt tot economisch dubbele heffing (je betaalt VPB
over de winst en IB over het dividend).
- Dit wordt gedaan voor het economische evenwicht. Anders zullen mensen wachten met winst
uitkeren tot ze het zelf echt nodig hebben.
- Belasting onafhankelijk van heffing bij aandeelhouders: Iets anders wat meespeelt is dat het
lastig kan zijn om bij de aandeelhouder te heffen. Zoals bij aandelen aantoonder, zullen de
administratieve lasten erg hoog zijn. Daarbij komt dat wij in NL alleen heffen bij personen die hier
gevestigd zijn. Waardoor winst die op Nederlands grondgebied wordt behaald, niet altijd hier zal
worden belast.
- Kapitaalimportneutraliteit: Nederland is een klein land, en wilt niet dat je belemmerd wordt om
te investeren in een buitenlands bedrijf. Als je daar een lagere VPB betaald, wordt je niet hier nog
over het restant belast.
- Gevolg van dit systeem is dat het een prikkel geeft om te financieren met vreemd vermogen
i.p.v. eigen vermogen: kosten van vreemd vermogen mag je ten lasten brengen van je grondslag.
Hieronder een voorbeeld van het klassieke stelsel.
- Eerst VPB geheven
- Dan Box 2 tarief over dividend.
- Daarna nog dividendbelasting (is een voorheffing, krijg je terug op je IB)
o Dividendbelasting hoef je niet op tentamen te doen.
,VPB tarieven dalen, AB tarieven stijgen (voor het globale evenwicht). Daling VPB heeft te maken met race
to the bottom: zo laag mogelijk VPB tarief zodat bedrijven in jouw land vestigen.
- Daarnaast wordt de grondslag verhoogd door:
o Beperkte afschrijving
o Beperkte verliesverrekening
Waardoor het effectieve tarief redelijk gelijk blijft.
Verrekeningsstelsel:
- VPB is voorheffing op de IB.
- IB over uitgedeelde winst voor belasting, en dan VPB verrekenen
- Kapitaalexportneutraliteit
- Verschijningsvormen
o Imputatiestelsel (UK)
o Avoir Fiscal (frankrijk)
Voorbeeld verrekeningsstelsel:
,Dus het netto dividend van de aandeelhouder ligt hier hoger dan in het vorige voorbeeld.
Bij VPB volgens volledige integratie wordt de winst onmiddellijk belast met IB bij de aandeelhouder. Geen
heffing bij het lichaam.
In het onderstaande voorbeeld zie je wat er gebeurd met de belastingdruk (oude percentages gebruikt)
Vergelijking VPB en IB onderneming:
Nationale & internationale VPB ontwikkelingen.
- Belastingontwijking: je doet alles binnen grenzen wet:
o Structureren van goederenstromen
o Gebruikmaken van belastingverdragen
- Belastingontduiking: niet in lijn met de wet:
o Inkomen verzwijgen
o Aftrekposten ten onrechte claimen
o Onjuiste vestigingsplaats opvoeren
3 belangrijke pijlers:
1. EU (richtlijnen)
2. OESO/G20 (Beps rapporten)
3. Nederland (implementatie richtlijnen + aanpak brievenbusfirma’s)
Welke ontwikkelingen hebben er afgelopen jaren plaatsgevonden:
- Aanpassing substance eisen per 1 januari 2018
- Uitwisseling rulings: rulingsafspraken tussen belastingdienst en belastingplichtige moeten
uitgewisseld worden met de landen waar het betrekking op heeft.
- PPT test van toepassing door invoering multilateraal instrument: speciaal instrument waardoor in
één keer alle verdragen worden gewijzigd
- Voorstel voor bronbelasting op dividenden, rente en royalties
- Implementatie ATAD richtlijnen.
, BEPS actiepunten
- Beps 2.0:
o Digitale economie
o Minimumwinstbelasting (landen mogen extra gaan heffen als ze vinden dat in een ander
land te weinig is betaald).
Rollen EU-recht:
- Primair EU-recht:
o Verdragsvrijheden: strijd met vrijheid van vestiging (zoals we nu het fiscale eenheid
regime moeten herzien)
o Verboden staatssteun (europese commissie vond dat Starbucks staatssteun kreeg)
- Secundair EU-recht
o Moeder-dochterrichtlijn
o Fusierichtlijn
o Belastingontwijkingsrichtlijn
- Harmonisatie
Subjectieve belastingplicht
Wie moet betalen?
- Lichamen in art. 1
- Binnenlands belastingplichtige in art. 2
- Buitenlandsbelastingplichtigen in art. 3
Aanknopingspunten voor vaststellen belastingplicht:
- Nationaliteit (art. 2): kijken naar waar het lichaam is opgricht. Een BV die is opgericht naar
Nederlands recht en gevestigd is in België, is belast in Nederland
- Domicilie (art. 2): kijken naar de woonplaats/vestigingsplaats.
- Bron (art. 3): heffen waar de bron zich bevindt. Je bent niet in NL opgericht, vestigingsplaats is
niet in NL, maar er wordt wel in Nederland winst genoten, hierover mag worden geheven.
Nadeel van 3 beginselen in Nederland is dubbele heffing.
Wat is in Nederland gevestigd?
- Art. 2, derde lid, onderdeel d, sub 2 AWR
- Exclusieve economische zone, voor zover het grenst aan Nederland
o Territoriale wateren (12 zeemijl)
o Continentale plat (200 zeemijl of 200 meter diep)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roaldcouwenberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.