Lecture 1 – introduction to CNS diseases and their therapies– 14-10-‘19
Er zijn veel verschillende groottes van het brein. De complexiteit is heel verschillend. Een walvis heeft
het grootste brein. Het is niet alleen de grootte wat belangrijk is, maar ook de complexiteit van de
cerebrale cortex. Het brein bestaat uit gyrus en sulcus. De communicatie en de taal is sterk
ontwikkeld. Wanneer je een ziekte wilt bekijken, kun je verschillende structuren bekijken bij de
bepaalde doorsnedes, dat vergelijken tussen een wel ziek en een niet ziek iemand.
Efferente fibers die een beweging induceren. Dit is een deel van de motorneuron.
We hebben de voorhersenen, de middenhersenen, de achterhersenen en de spinal cord. De
voorhersenen zijn belangrijk bij het maken van keuzes. De achterhersenen zijn van belang bij de
circulatie, digestie en ademen. Een embryo heeft dezelfde structuren.
Wanneer we ouder worden zien we een groot verschil. De achterhersenen is in een embryo heel
groot maar dit is bij volwassen en niet zo, dan zijn de voorhersenen juist heel groot. De
achterhersenen zijn belangrijk bij de embryo stage, hier is het heel groot.
Frontale cortex is vooral voor beslissingen nemen. De parietale lobe is vooral voor
sensoring. Occipitaal is integratie van zicht. Temporaal is integratie van horen, gevoel,
geheugen en spreken.
In de parietale en frontale lob heb je en motor cortex en een somatosensroische cortex.
De fibers gaan naar de spieren.
Je hebt de hersenenstam, daar schuin naast/boven ligt de cerebellum. Boven de
hersenstam ligt de thalamus en daarom heen bevindt zich de cerebrum.
Brainstem
• Bestaat uit drie structuren:
o Medulla oblongata
o Pons
o Midbrain
• Two main functions:
o Basic functions → ademen, circulatie. Schade aan dit gebied is heel ernstig.
o Sensory/motor nerves (filtering and routing information). Alle fibers van de spinal
cord gaat door de hersenstam.
Cerebellum
• Functions:
o Motor coordination. Je hebt dit nodig bij bijvoorbeeld fietsen of voetballen.
o Motor memory. Als je leert fietsen, dan sla je dit hier ook op.
→ voluntary movements
• Cerebellum (‘arbor vitae’ → three of life)
o Cerebellum right hemisphere → connected to the right part of the spinal cord
(posture, gait). Ipsilateraal.
o Cerebellum right hemisphere → connected to the left part of the cerebral
hemisphere. Controlateraal.
1
, • Aan de achterkant van het hoofd.
• Ataxia = functionele disorder van het cerebellum. Moeite met lopen, als ze met haar vinger
dichtbij het voorwerp komt, dan gaat de beweging heel moeilijk. Dus problemen met
coordinatie van bewegingen en ook in het lopen.
Thalamus
• Thalamus: sorts data
• Hypothalamus: thermoregulation
• Pituitary gland: hormonal activity (oxytocin, water balance)
• Deze structuur ligt boven het cerebellum en de hersenstam.
• Het is een soort router, alle informatie van spinal cord komt hier naartoe en wordt vanuit
hier weer teruggestuurd naar de spinal cortex.
Cerebrum
• Integration. Integrate and make sense of the reality.
• Je hebt grey matter, en alle fibers.
• Je gebruikt de cerebrum voor het begrijpen van afbeeldingen en de integratie en de
cerebrale cortex zorgen voor de emoties.
Structural magnetic imaging (MRI):
• Hiermee kan je de structuren gaan bekijken. Je kan de grijze en de witte stof bekijken. Dit is
belangrijk om de dikte van de grey matter te bekijken. Hiermee kan je ziektes bekijken
waarbij sprake is van neurodegeneratieve ziekte.
• Je kan ook de hersenactiviteit bekijken. Diseases related to the reward
system kan je hiermee bekijken.
• De schade kan ipsilateral of contralateral zijn. Ipsilateral = on the same
side. Contralateral = on the different side.
• Expected reward bekijken en effort anticipation bekijken.
• Corticale activiteit tijdens handbeweging bekijken. Stroke patients
affected right hand → contralaterale hemisphere is er verminderde
corticale activiteit. Ipsilateral is de corticale activiteit tijdens
handbeweging gestegen.
• Dit is niet invasief.
Brain activity:
Comparison of the images of the active areas of the brain in a man (left) and a woman
(right) during a language-based activity. Women use both sides of their brain whereas men
use only a single side. This difference may reflect different strategies used for language
processing.
Water moleculen bestuderen met behulp van diffusion tensor imaging (DTI).
Met deze methode kan je de white matter bestuderen. We bekijken de
watermoleculen, ze bewegen met de fibers mee. Je kan naar de grey matter
kijken, maar ook naar de fibers. Met deze methode is het duidelijk waar en
welke schade er is.
Cerebral cortex:
• Consists of five parts:
o Frontal cortex (about 50%)
o Parietal cortex (somatosensoric)
o Occipital cortex (vision)
o Temporal cortex (smell)
2
, o Insular cortex (taste, visceral, feelings)
• Six-layered sheet (about 5 mm thick)
o Processing units (mini-colums)
o Primary sensory (topographical)
o Association parts (relates info)
• Total covers threequarters of brain
• Essential for consciousness (mind)
Corpus collosum
• Right hemisphere → facial recognition
• Left hemisphere → reasoning, logic
→ Zijn gelinkt door het corpus collosum.
• Er zijn verschillen tussen de twee hemisferen. Voor de taal hebben we drie
belangrijke regio’s (Broca, Geschwind and Wernicke).
• Broca’s (B), Geschwind’s (G), Wernicke’s (W) neocortical
areas.
o Broca is alleen in de linker hemisfeer.
o Geschwind and wernicke zijn in beide kanten
gelocaliseerd. In de temporale lobe wordt de taal
gevormd. Je antwoord en praten is gelokaliseerd in de
Broca area.
o De linkerhemisfeer stroke → je begrijpt wat er gezegd
wordt, maar je kan er niet op reageren.
o Deze gebieden zijn heel erg ontwikkelt in mensen. De
gebieden zijn door veel fibers met elkaar verbonden in mensen. Bij apen is dit
verminderd.
Ventrikels zijn belangrijk, ze bevatten CSF (cerebral spinal fluid).
Basal ganglia:
• Involuntary movements
• Diseases:
o Huntington disease
o Parkinson disease
• Het bestaat uit 3 delen: caudate, putamen, internal capsule, striatum
• Nucleus accumbens is belangrijk voor reward seeking behavior, pleasure and addiction.
Midbrain – sbustantia nigra
• Function: dopamine production
• Parkinson disease
• Medulla oblongata is belangrijk voor misselijkheid gevoelens.
• Substantia nigra: veel zwarte neuronen.
• Progressieve degeneratie in dat deel van de substantia nigra → parkinson disease.
Dopamine pathway
Rode → dopamine is hoog tot expressie. Fibers naar de prefrontal cortex gaan naar
het striatum, naar de nucleus accumbens, naar de hippocampus en naar de
amygdala.
Dopamine gelokaliseerd in de midbrain en het gaat naar veel gebieden.
Parkinson:
• Persoon heeft geen problemen met het bereiken van het target, maar het is
wel wat trager.
3
, • Weinig expressie op het gezicht.
Place cells
Hippocampus bevat place cells. Deze place cells zijn belangrijk bij herinneringen/memory in de
hippocampus.
Hippocampus
• Alzheimer’s disease. De hippocampus is sterk afgenomen in de grootte.
De cortex en de hippocampus zijn nodig voor het herhalen van
herinneringen op korte termijn. Op lange termijn is er veel integratie tussen de
cortex en de hippocampus. Alzheimer patienten hebben moeite met dingen
onthouden op korte termijn.
• Ischemia → onvoldoende doorbloeding → tekort aan zuurstof.
To remember:
• Different brain structures (brainstem, cerebellum, thalamus, cerebral cortex).
• Different cerebral brain structures (frontal, parietal, occipital, temporal lobe).
• Mid brain (basal ganglia).
• Functions associated with these structures.
Potential questions:
• What is the role of the frontal cortex? Het nemen van beslissingen.
• What is the function of nucleus accumbens? Belangrijk voor reward seeking behavior,
pleasure and addiction.
• Which neurotransmitter is produced by cells localized in substantia nigra? What is the
component of the SN neurons? Dopamine. Area A9.
• What is the function of hippocampus? Which diseases are associated with loss of neurons in
hippocampus? Het is essentieel voor de herkenning en geheugen vorming. Alzheimer en
Ischemia.
Primary forebrain of the lamprey:
• 560 mya
• Dominant olfactory bulb
• Small hemisphere
o Striatum → pallidum → brainstem
o GPh → habenula → brainstem
• Thalamus
• Medial pallium (hippocampus)
• Hypothalamus (output)
• Upper brainstem (output)
o Motor output
o Monoaminergic feedback
Behaviour regulated by the primary brain:
• Two essential forces necessary for survival of the individual and species
o Motivation to obtain food, water, warmth, comfort (reward driven)
o Motivation to escape from threat, heat, cold (misery driven)
• Very ancient mechanisms regulating behaviour
• Amygdala (linked to fear), hippocampus, hypothalamus, habenula
4