Agogiek hoorcollege 1:
Agogiek:
er vindt verandering plaats waarbij eventueel ondersteuning bij nodig is
de leer van het doen veranderen van mensen
Leer van eenzijdige, systematische, doelgerichte beroepsmatige beïnvloeding
We leven in een tijdperk met vele grote veranderingen, hierdoor veranderen mensen ook. Ze
innoveren en ontwikkelen. Bij heftige veranderingen hebben sommige mensen hulp nodig, dit is het
werkgebied van de agogiek.
Overgankelijke verandering: je verandert zelf iets in de situatie.
Onovergankelijke verandering: de situatie verandert zelf.
Een agoog probeert een situatie altijd beter te maken. Er moet een positief verschil zitten tussen de
oude en de nieuwe situatie. Veranderen speelt zich af in het sociale domein (oftewel je sociale
kring). Verandering kan bewust of onbewust plaatsvinden.
Directe voorwaarden dat de ondersteuning agogie mag worden genoemd:
Psychosociale verandering (oftewel een verandering in het sociale domein wat invloed heeft
op je psyche, manier van denken)
Beïnvloeding vindt beroepsmatig plaats (dus géén vriendendienst)
Is doelgericht (de therapeut en cliënt zijn beide op de hoogte van dit doel) , systematisch,
bewust (dus geen manipulatie of indoctrinatie) , vrijwillig en gewenst (op tbs-kliniek en
verslavingszorg na), niet wederzijds
(Jong)volwassene
Oftewel: agogiek is de leer van eenzijdige, systematische, doelgerichte beroepsmatige beïnvloeding
die gericht is op het bereiken van een meer wenselijk geachte psychosociale situatie van
volwassenen (individueel of in onderling verband) die zich van deze beïnvloeding bewust zijn en die
deze situatie ook nastreven.
Algemene kenmerken (niet in boek):
o Het bevorderen van het zelfregulerende vermogens van mensen (je prikkelt de cliënt
zelf na te denken over oplossingen en kauwt niet alles voor)
o Agoog helpt mensen om zich kennis, waarden, normen, gedragingen eigen te maken
d.w.z. internaliseren
o Dwang en disciplinering zijn strijdig met agogisch handelen
o Speciale verhouding aangaan voor beperkte tijd
, o Dialoog staat centraal (je vertelt niet wat de cliënt moet doen maar je vindt samen
een oplossing)
o Oplossen van problemen op sociaal gebied
o Cliënt niet altijd onderwerp van bemoeienis kan ook gaan om veranderen van
omstandigheden
Een agoog betrekt het sociale domein er meer bij dan een psycholoog, die is meer gericht op de
cliënt zelf.
Gericht op:
o
Een meer wenselijk geachte psychosociale situatie van volwassenen (individueel of in
groepsverband), die zich van deze beïnvloeding bewust zijn en deze situatie ook
nastreven
Het gaat om;
o Cliënt (verschillende namen)
Patiënt/ deelnemer/ pupil/ doelgroep/ cliëntsysteem (bij groepen)
Bij een gesprek kun je het beter hebben over de omstandigheden in plaats van de persoon.
‘Agogisch handelen lijkt veel op wat ieder mens bij tijd en wijle doet, namelijk mensen helpen en
begeleiden in hun psychosociale ontwikkeling. Iedereen kan agogisch handelen en handelt ook op
bepaalde momenten agogisch. In de natuurlijke levenssituatie in gezin, groep, organisatie en
gemeenschap zijn beïnvloedingsprocessen te herkennen die we als opvoeding, vorming, ontwikkeling
of hulpverlening kunnen betitelen. In zo’n natuurlijke levenssituatie is de relatie tussen degene die
begeleidt en degene die begeleid wordt niet opzettelijk en ter wille van deze begeleiding aangegaan;
bij beroepsmatig agogisch handelen is dat wel het geval . De verhouding tussen hen is opzettelijk
voor beperkte tijd aangegaan ter wille van die beïnvloeding.’
Er zijn 3 niveaus van psychosociaal functioneren:
Micro: cliënt/kleine groep
Meso: organisatie/kleine samenlevingsverbanden (buurt)
Macro: bijvoorbeeld de maatschappij/grote samenlevingsverbanden
In het boek:
Individuele personen (gevoelens, gedrag, zelfbeeld, houding)
Groepen (jaloezie, communicatie, vriendschap, onderling vertrouwen)
Organisaties (hiërarchie, belangentegenstellingen, besluitvormingsprocedures, regels,
formele posities)
Grotere samenlevingsverbanden (normen en waarden, subcultuur)
Beroepen waarin agogisch werk centraal staat:
sociaal werker, maatschappelijk werker, opbouwwerker, psychotherapeut etc.
Beroepen die een agogisch aspect in zich dragen:
verpleegkundige, arts, leraar etc.
Verandering is dus het verschil tussen een nieuwe en oude situatie. Twee manieren:
Vervangen van de oude situatie
In principe verder als het verleden maar je voegt iets toe
, Agogische werk is eerder procesgericht dan productgericht
Het gaat om de manier waarop de cliënt zich die verandering eigen maakt en ermee omgaat.
Hierbij speelt acceptatie een belangrijke rol
Twee soorten verandering:
Incidenteel (tijdelijke/ eenmalige oplossing)
Structureel (langdurige oplossing, deze heeft de voorkeur bij agogiek)
Meer- van- hetzelfde oplossing: opstapelen van steeds dezelfde oplossingen kan leiden tot een erger
probleem dan daarvoor.
Fixed mindset zullen minder snel veranderen want denken dat mensen in het algemeen moeilijk
veranderen
Growth mindset gaan er van uit dat ze kunnen leren en groeien en zullen dus sneller veranderen
De vijanden van verandering:
Verantwoordelijkheid (je vindt dat andere verantwoordelijk zijn en daarom begin je zelf niet
met veranderen)
Vanzelfsprekendheid (het is vanzelfsprekend dat ik zo reageer, zo ben ik nu eenmaal dus ik
hoef niet te veranderen)
Negatieve uitgangssituatie situatie die problematisch is en daardoor verandering nodig heeft.
Agogiek hoorcollege 2:
Bronnen van verandering (waarom wil je veranderen):
Eigen ontwikkeling
Idealen
Innerlijke drank/ behoefte aan groei (theorie van Maslow)
Onvrede
Informatie in strijd met het gedrag (je doet iets en naderhand krijgt u ervaring dat het niet
slim was dat je dat deed)
Geheel nieuwe informatie
Verwachtingen van anderen
Belangen (iets wat belangrijk is en handig/ nuttig is)
Bedreiging van buitenaf
(Plotselinge) wijziging in omstandigheden
Indrukwekkende ervaring