Samenvatting B+C GGZ Gevorderd 2
Stemming stoornissen
1.01 depressie op diverse leeftijden – verplegen in de GGZ T3, H2
Zorgresultaten
- cliënt ervaart continuïteit in de zorg, structuur, rust een normaal dag- en nacht ritme,
voorspelbaarheid en een gevoel van veiligheid
- eet en drinkt voldoende
- verzorgt zichzelf, is schoon en heeft schone kleding
- naasten begrijpen situatie van cliënt en welke rol zij kunnen vervullen
zorggedrag
- toon begeleidend gedrag: coachend of juist directief, maar in ieder geval ondersteunend,
vriendelijk, waarderen en vertrouwenwekkend oa door afspraken altijd na te komen
- biedt in overleg met cliënt gedoseerde activiteiten aan, voer deze samen uit of stimuleer de
cliënt dit zelf uit te voeren
- gaat flexibel om met de gestelde regels, passend binnen de afspraken in het verpleegplan,
afgestemd op de mogelijkheden en wensen van de cliënt
- geef voorlichting over het hier en nu, de mogelijkheden in de toekomst en de rol van de
naasten hierin
Herkennen en benoemen van depressief gedrag
Belangrijke symptomen: - zeer neerslachtige stemming, bijna elke dag de gehele dag
- een ernstig verlies van interesse in alle of bijna alle activiteiten gedurende het grootste
gedeelte van de dag
andere symptomen:
- eetproblemen ( veel of weinig)
- slaapproblemen
- rusteloos of juist geremd zijn
- vermoeidheid en verlies van energie
- gevoelens van waardeloosheid en overmatig schuldgevoel
- concentratieproblemen, vertraagd denken en besluiteloosheid
- terugkerende gedachtes aan de dood
er moeten minstens 5 symptomen aanwezig zijn
6% lijdt aan een depressie. Komt bij vrouwen vaker voor dan bij mannen. Vooral voor 25-40 ste
levensjaar.
,2.2 herkennen en benoemen van hypomanisch gedrag
Manie plotseling optredende aanval van onbedwingbare lust, die samengaat met een overdreven
opgewekte stemming (euforie) en buitensporig geestelijke en of lichamelijke activiteit wat de
omgeving vreemd vindt.
Meestal komt een manie niet alleen voor, gepaard met depressie of hypomanie. Komt ongeveer bij 1
a 2 van de 100 personen voor manische depressieve stoornis.
Belangrijkste symptomen
1 week een abnormale en voortdurend verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming.
Drie symptomen zijn sowieso aanwezig, een 4e alleen als de stemming geprikkeld is:
- opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grootheid ideeën
- afgenomen behoefte aan slaap
- spraakzaam
- gedachtevlucht
- verhoogde afleidbaarheid
- toeneming van doelgericht activiteit of onrust
- zich overmatig bezighouden met aangename activiteiten waarbij een grote kans bestaat op
pijnlijke gevolgen. Bv; ongeremde koopwoede, ongeremde lusten
verschil tussen depressieve episode en manische episode
specifieke symptomen
- terneer geslagen stemming
- verlies interesse
bijkomende verschijnselen
- slapeloosheid of slaapzucht
- weinig energie
- minderwaardigheidsgevoel
- verminderde prestaties
- aandacht zwakte
- sociale teruggetrokkenheid
- verlies seksuele belangstelling
- beperkte betrokkenheid op aangename activiteiten
- zeer geremd
- minder spraakzaam
- pessimistisch
- huilen
- anhedonie ( onvermogen om van iets te genieten)
specifieke symptomen
- verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming
, bijkomende verschijnselen
- ongewoon denken
- weinig slaap
- meer energie
- ongeremd contact zoeken
- optimistisch
- inadequaat lachen
manisch-depressieve (bipolaire) stoornis
mensen met een manisch-depressieve stoornis, zijn of extreem uitgelaten of neerslachtig. Sterk
wisselende stemming. Stemming leidt zijn eigen leven. Tussen de periodes door is de stemming
normaal. De term bipolair geeft aan dat de stemming naar twee kanten kan uitschieten
Behandeling en benaderingswijze
Depressie
- medicatie antidepressiva, verminderen de depressie.
- Psychotherapie verstrekken van info over ziekte, doorbreken spiraal sombere gedachtes,
ontdoen van irrationele aspecten, geven van steun aan de cliënt en omgeving
- Alternatieve hypericum of sintjanskruid
- Elektroconvulsieve therapie elektroshock, laatste redmiddel. Gebeurt onder narcose
- Lichttherapie seizoensgebonden depressie
Bij een hypomanie moet er direct ingegrepen worden i.v.m uitputting sederende middelen 1e . 2e
lithium stemming stabilisator.
Verpleegkundig handelen bij een depressie
- Separeren als iemand een gevaar voor zich zelf is
- Let op dag schommelingen
- Houdt gewicht in de gaten
- Structuur aanbieden
- Begrip en steun
- Vragen of er nog verboden middelen zijn
- Signaleringsplan
- Gevoelens en gedachtes bespreekbaar maken
- Serieus nemen, 1 aanspreekpunt. Bevordert het vertrouwen
- Laat cliënt zelf bepalen welke activiteiten hij doet. Behoudt eigenwaarde
- Duidelijke begeleiding, concrete activiteiten (dagprogramma)
- Sporten en wandelen
- Stel een dagprogramma af op de mogelijkheden en wensen van de cliënt
Verpleegkundig handelen bij een hypomanie
- Regelmatig leven, goede nachtrust en tijdig ingrijpen bij een naderende episode profylactisch
= met de bedoeling iets te voorkomen)
- Reageer niet agressief of geagiteerd
- Blijf normaal, lage E E
- Cliënt wijze op abnormaal gedrag
- Stel duidelijke grenzen