College klinisch redeneren Blok 1 Verpleegkundig proces en Klinisch redeneren
Classificaties & systemen
classificaties is een geordend kenniskader
Klinisch redeneren tijdens alle stappen van het verpleegkundig proces
Diagnostische vraag = Wat is er aan de hand?
Oorzakelijke of etiologische vraag = Waardoor komt dat?
Prognostische vraag = Hoe loopt het waarschijnlijk af? Wat denken we te kunnen bereiken?
Therapeutische vraag = Wat denken we eraan te kunnen doen?
Diagnostisch redeneren: redeneerproces om patiëntgegevens te interpreteren
Verpleegkundige diagnose: eindproduct van het redeneerproces
Voordeel van verpleegkundige diagnoses?
Zorg afgestemd op individu, autonomie vpk, effectief communicatie, parameters vast te stellen
Definitie
Een verpleegkundige diagnose is een klinisch oordeel over de ervaring/reacties van een individu
wat zijn diagnoselabels
zorgprobleem - verpleegprobleem - ondersteuningsvraag – patiëntenprobleem - zorgvraag
Potentiële diagnoses
Principe van uitsluiten, bij onzekerheid, Voorkomen van: onjuiste diagnose, diagnose missen
Hypothetisch
Multidisciplinaire diagnoses
• Voorspelbare fysiologische complicaties
• Verpleegkundig handelen gericht op monitoring en minimaliseren complicaties
• Dreigende problemen tgv de medische problemen of behandeling
Voorbeelden: Risico op bloeding, Risico op diep veneuze trombose
Diagnostisch redeneren Wilkinson
Gegevensinterpretatie
Niveau 1: vaststellen gegevens
Niveau 2: clusteren van aanwijzingen en vaststellen van ontbrekende gegevens
Niveau 3: conclusies en patiënt vermogens vaststellen
Niveau 4: vaststellen van de E of gerelateerde factoren en categoriseren van het probleem
Verifiëren > Labelen > Vastleggen
Oorzakelijk of etiologisch redeneren E
Mogelijke oorzaken en gerelateerde factoren vanuit > ziekten en ziekteproces
Analyseren en synthetiseren
Analyse:
informatie opdeelt en de relatie vaststelt
stap 1: begrijp wat gezegd wordt
,stap 2: bepaal of je het (on)eens bent
stap 3: beargumenteer waarom je het (on)eens bent
Synthese:
dingen samenvoegen om iets nieuws te vormen
stap 1: cluster de aanwijzingen
stap 2: gebruik je kennis om de geclusterde gegevens te verklaren
stap 3: een betekenisvol geheel: de verpleegkundige diagnose
Diagnostisch 3 fasen:
Interpreteren van gegevens
Valideren van gegevens (passen verschijnselen bij proces, aanvullende info)
Labelen van diagnoses (op welke gezondheidsproblemen wijst dit)
Drie basismethoden om tot een verpleegkundige diagnose te komen
- Interventiegeoriënteerde methode
- Verzamelmethode
- Hypothetisch-deductief methode
Interventiegerichte methode (top-downdiagnostiek)
Vormt snel idee van de E, denkt direct in oplossingen en interventies. Vanuit mogelijke problemen
(hypothesen) wordt naar symptomen geredeneerd. Ervaring is nodig
Nadeel: bij een smal kenniskader (novice diagnostici) is de kans op fouten groter in vergelijking met
de verzamelmethode en de hypothetisch-deductieve methode.
Verzamelmethode (bottom-updiagnostiek)
Start bij de patiëntinformatie en informatie in het algemeen. Het inventariseren van gegevens
volgens vast schema, bijvoorbeeld > Gordon. Bij voldoende info, ordent en her ordent vpk de info. Bij
deze methode wordt cognitieve, inductieve als deductieve vaardigheden gebruikt, wat de
betrouwbaarheid positief kan beïnvloeden.
Nadeel: tijdrovend.
Hypothetisch-deductieve methode
Het vertrekpunt is een vooronderstelling (hypothese). Op basis van kennis en ervaring wordt al vroeg
in het diagnostische proces een aantal mogelijkheden op een rij gezet. Deze methode kan in een
cyclisch proces beschreven worden.
Informatie inwinnen en interpreteren > Hypothesevorming > Hypothesetoetsing >
Probleemvaststelling/diagnostische beslissing en evaluatie
o Hoofdstuk 4. Screening en geriatrisch assessment.
Kwetsbaarheid > lichamelijk, psychisch en sociaal.
vroegtijdig opsporen van kwetsbare ouderen: CGA.
screening en CGA belangrijk voor klinisch redeneren > voorkom je cascade breakdown.
Stap 1. Instrumenten om ouderen met verhoogd risico op te sporen
- Identification of seniors at risk (ISAR)
- Hospital admission risk profile (HARP)
Instrumenten om kwetsbare ouderen op te sporen
, - Groningen frailty indicator
- Tilburg frailty indicator
- Easycare-TOS
Stap 2. Het CGA is een multidisciplinair onderzoek dat de problemen van een oudere zo veel mogelijk
opspoort, beschrijft en verklaart en de capaciteiten en zorgbehoeften van de persoon onderzoekt.
er wordt gekeken naar ziekten en geriatrische problematiek hieronder vallen 4 domeinen
- Somatisch: ziekten, medicatie, pijn, incontinentie, decubitus
- Psychisch: dementie, delier, depressie
- Sociaal: netwerk, eenzaamheid, mantelzorg
- Functioneel: ADL, slapen, horen, zien
De meetinstrumenten die bestaan voor CGA zijn:
- Ziekenhuis: DEFENCE-zorgmodel, easycare, interRAI
- Huisarts/wijk: GOUD, TraZAG, easycare, FIT, om U
- Verpleeghuis: interRAI
Stap 3. Persoonlijk prioriteit en doelen
Stap 4. Diagnostisch GA
- Objectieve metingen> loopsnelheid en handknijpkracht zijn onderdeel van diagnostisch GA
- Heteroanamnese en mantelzorgbelasting
Stap 5. Opstellen zorgbehandelplan
- Selecteren interventies
College klinisch redeneren Blok 1
Functiebehoud als focus
Functionele autonomie centraal (andere manier van kijken) alleen kwetsbare ouderen 65+
Gerodynamisch model
Geboorte > (denkbeeldig omslagpunt) > ouderdom
Omslagpunt komt door >
Biologisch: groeien vs verouderen
psychologisch: rijpen vs uitrijpen
sociaal: volwassen worden vs op leeftijd komen
, Dit leidt tot >
Overstijgend: mix van problemen en mogelijkheden
Vastlopen in het proces van ouder worden > trechter van factoren die leiden tot kwetsbaarheid
factoren: cognietief, depressie, valangst, coping, beperkte sociale steun, ziekte, vallen, ondervoeding
enz..
Bevorderen, stabiliseren of verminderen
Klinisch redeneren bij risico op kwetsbaarheid
1. Identificatie van (risico op) kwetsbare ouderen
- Lopen, balans, vermoeid, ondergewicht
- toegenomen HA bezoek > vallen depressie
- eerste WMO
Hoe organiseer je dit ? welke stappen?
meetinstrumenten : TFI, ISAR-HP 1e lijn
DSA-FAL/easy care tbv CGA
2. Comprehensive geriatric assesment bijv met DSA model (bouwt een beeld op van wat er op
deze gebieden speelt)
complexiteit en onvoorspelbaarheid in beeld brengen
- Multi-morbiditeit > 2 ziekte, CVA parkinson DM
- Multi-functieproblematiek (DSA dimensies)
somatisch > vallen, pijn, mobiliteit
psychisch
- cognitie > dementie
- beleving > depressie, angst
- trauma > oorlog, misbruik
- persoonlijkheid > narcisme , borderline
Sociaal > participatie , eenzaamheid
- Afname capaciteit regelmechanisme (deels verborgen) > nieren, hart, longen
3.Inter-disciplinair Interventieplan (mdo)
4.Inter-disciplinaire Evaluatie (mdo)
5.Bijstelling (PM: Frekwentie?)
Waarom CGA (comprehensive geriatric assesment)
complexiteit en onvoorspelbaarheid als gevolg van (deels gemaskerde) multi-morbiditeit en multi-
functie problematiek i.c.m. mantelzorg/sociale context
ijsberg metafoor > afname capaciteit regelmechanisme
Kunstfout geriatrisch interveniëren
direct op de gepresenteerde functionele symptomen interveniëren ga je de mist in.
gebruik > DSA-FAL/easy care tbv comprehensive geriatric assesment
Domein functionele assessment lijst (FAL) en interview
1. Cognitieve functieprofiel
2. Persoonlijkheidsfunctieprofiel