Alle aantekeningen van zowel de hoor- als de werkcolleges van Internationaal publiekrecht P3. A.d.h.v. deze aantekeningen een 8,4 behaald op het tentamen.
Internationaal rechtssubject: drager van internationale rechten en plichten.
Internationale rechtssubjecten
1. Staat voorwaarden voor een staat:
Grondgebied grenzen
Bevolking
Regering/soeverein gezag: instantie die regels kan maken en handhaven.
Erkenning: zonder erkenning kan een staat geen verdragen afsluiten en samenwerken
Een staat mag rechtspreken, internationale organisaties oprichten, rechtsregels opstellen.
2. Internationaalrechtelijke (internationale) organisaties: krijgen bevoegdheden door verdragen
worden opgericht door staten door middel van verdragen
Intergouvernementele organisaties: opgericht door de overheden van bepaalde landen.
Beperkte rechten en plichten: internationale organisaties mogen alleen dat doen wat nodig is
om haar doelen uit het verdrag te bereiken.
Sommigen hebben supranationale kenmerken: bevoegdheden die door nationale staten zijn
afgestaan. Bijvoorbeeld de EU: bevoegdheid om regels waaraan lidstaten zich moeten
houden.
3. Mens: rechten en plichten: mensenrechten
4. Volk: recht op zelfbeschikking van volkeren betekent niet dat volken zomaar een eigen staat
kunnen beginnen
5. De-factoregering: een grondgebied dat feitelijk door een ander wordt bestuurd, functioneert
als een staat. Bijvoorbeeld Georgië en Rusland
6. Bevrijdingsbeweging: erkenning van staten is belangrijk. Dan mogen ze bijvoorbeeld een
vredesovereenkomst sluiten. Bijvoorbeeld de PLO in Palestina.
7. Rechtspersonen (multinationals)
8. NGO’s (non-gouvernementeel): niet opgericht door overheden, maar door burgers. Opgericht
op basis van nationaal (lokaal) recht.
Rechtsmacht Staten
Territoriale rechtsmacht/jurisdictie van Staten: op eigen grondgebied mogen zij regels maken en
naleving daarvan afdwingen.
Functionele rechtsmacht: functie losgekoppeld van het grondgebied
Personele rechtsmacht: overheid heeft rechtsmacht over ons, zij mag ons vervolgen
- Territorialiteitsbeginsel:
Subjectief territorialiteitsbeginsel = vervolgen op grond van grondgebied. Nederland mag
plegers van strafbare feiten vervolgen als dit op Nederlands grondgebied gebeurd.
Objectief territorialiteitsbeginsel = gevolgen strafbaar feit zijn merkbaar in Nederland, terwijl
strafbaar feit in Duitsland gepleegd is.
- Nationaliteitsbeginsel: vervolgen op grond van nationaliteit.
, Actief nationaliteitsbeginsel: Nederland mag Nederlanders die een strafbaar feit in het
buitenland plegen vervolgen
Passief nationaliteitsbeginsel= Nederlander in buitenland vermoord Nederland mag dader
vervolgen.
- Universaliteitsbeginsel: bij erge misdaden (oorlogsmisdaden, genocide etc.) is elke staat
bevoegd om de misdadiger te vervolgen
- Beschermingsbeginsel: iemand die een aanslag pleegt op een staat of een van haar
instellingen kan door die staat vervolgd worden, waar de dader zich ook bevindt.
Staatsimmuniteit: staten mogen zich niet zomaar met andere staten bemoeien soevereiniteit
Diplomatieke immuniteit: diplomaten zijn onschendbaar, kunnen niet worden vervolgd.
Week 3
Rechtsbronnen: rechtsregels die als geldend recht worden beschouwd
Aanvullende bronnen: Algemene rechtsbeginselen, Bindende besluiten internationale organisaties,
Rechterlijke beslissingen, Doctrine, Eenzijdige handelingen en verklaringen
Internationaal gewoonterecht: als de staten ervan overtuigd zijn dat iets zo hoort, kan men er
rechten of plichten aan ontlenen.
Pacta sun servanda: gemaakte afspraken moeten worden nagekomen
Rechterlijke beslissingen: uitspraken van internationale rechters, bijvoorbeeld internationaal
gerechtshof, Europees hof van Justitie
Eenzijdige handelingen: bijvoorbeeld de Brexit hebben rechtsgevolg
Samenloop van internationale rechtsbronnen: je kunt een antwoord vinden in 2 of meerdere
bronnen.
Weens verdrag inzake Verdragenrecht 1969: definitie in art. 2
Proces totstandkoming verdrag
Internationale handelingen
- 1. Onderhandelingen: partijen onderhandelen over de inhoud van het verdrag
- 2. Vaststelling/ondertekening: na ondertekening staat de tekst vast
- 4. Bekrachtiging van nieuw verdrag door akte van ratificatie (art. 14 WVV). Bij reeds bestaand
verdrag door toetreding (art. 15 WVV)
- 5. Inwerkingtreding: als bepaald aantal staten het verdrag hebben bekrachtigd. Het aantal
staat in het verdrag. Staten zijn tegenover elkaar gebonden aan het verdrag na bekrachtiging.
Nationale handelingen
- 3. Goedkeuring parlement: nationale parlement moet het verdrag goedkeuren (art. 91 Gw)
- 6. Bekendmaking Tractatenblad: pas dan doorwerking en kan een burger zich beroepen op
een ieder verbindende bepaling
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper izekosters1999. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.