Voorbeeld 3 van de 15 Oefenvragen
Als er inderdaad een mensenrecht bestaat op eigen ruimste, dan gaat het om.... -Betekent dit dat de staat nooit mag optreden?
Als er inderdaad een mensenrecht bestaat op eigen ruimste, dan gaat het om.... -Betekent dit dat de ...
Een ruimte die in principe door een individu zelf wordt ingericht en niet door anderen, ook niet door de staat. art. 12 Universele verklaring.
Het feit dat een willekeurige inmenging en aantasting van de persoonlijke levenssfeer niet zijn toegestaan, betekent niet dat de staat geen bevoegdheid zou hebben om door middel van wetgeving regelend en dwingend op te treden.
Het recht op vrije meningsuiting wordt echter niet alleen om deze aan het specifieke recht inherente redenen ingeperkt. Omdat dit recht niet het enige recht is, vloeien beperkingen ook voort uit andere rechten:
Het recht op vrije meningsuiting wordt echter niet alleen om deze aan het specifieke recht inherente...
1. Een daarvan is: iedereen heeft er recht op dat zijn eer en goede naam niet worden aangetast.
2. Ook op grond van algemene belangen van de samenleving kunnen grenzen aan de vrijheid van meningsuiting gesteld worden. Een bekend voorbeeld is dat niemand zich op het recht op vrije meningsuiting kan beroepen wanneer hij in een overvolle bioscoop paniek veroorzaakt door 'brand' te roepen terwijl er niets aan de hand is. 
3. Men mag de vrijheid van meningsuiting niet gebruiken om haat te zaaien of om op te roepen tot geweld. 
4. Ook het geheim van de raadkamer en andere beroepsgeheimen mogen uiteraard niet doorbroken worden met een beroep op de vrijheid van meningsuiting.
5. De verdragen spreken ten slotte ook over 'goede zeden' als een beperkingsgrond. Dit is in het licht van de schadebeginsel verrassend. Toch vallen bekende en weinig omstreden beperkingen van de vrijheid van meningsuiting onder deze categorie (bv. racisme).
Met het aanwijzen van een 'eenvoudig' principe als het schadebeginsel zijn de problemen natuurlijk niet opgelost. Wat betekent 'schade' in concreto?
Met het aanwijzen van een 'eenvoudig' principe als het schadebeginsel zijn de problemen natuurlijk...
Sommigen menen dat Mill een veel te beperkte opvatting van schade heeft omdat schade inderdaad niet altijd individueel hoeft te zijn.
De maatschappij bestaat uit meer dan losse individuen en uit hun streven naar het maximaliseren van hun welvaart. Door hun gedrag kunnen individuen de samenleving wel degelijk schaden, ondanks het feit dat die schade niet aan een bepaald individu kan worden toegerekend.
Omdraaien
Opnieuw proberen