Voorbeeld 3 van de 10 Oefenvragen
Op de grote vlakten in Afrika leven onder andere Thomsongazellen. Deze gazellen zijn prooi voor allerlei vleeseters: leeuwen, cheetah’s, jakhalzen, hyena’s en wilde honden. Wanneer de gazellen één van deze roofdieren zien, slaan ze op de vlucht. Het is gebleken dat de afstand daarbij een belangrijke rol speelt: zo vluchten gazellen al wanneer ze een troep wilde honden zien op 800 m, maar jakhalzen kunnen tot op enkele meters naderen voordat de gazellen op de vlucht slaan. Blijkbaar zijn de gazellen in staat om in te schatten wat het risico is om ten prooi te vallen aan het betreffende roofdier. Thomsongazellen van verschillende populaties op de Afrikaanse vlakten vertonen tegenover de genoemde roofdieren hetzelfde gedrag.



Twee mogelijke verklaringen voor het vertoonde vluchtgedrag zijn:

1. Het vluchtgedrag van Thomsongazellen wordt bepaald door erfelijke informatie.
2. Het vluchtgedrag berust op een leerproces.

Op grond van de hier gegeven informatie kan niet met zekerheid worden bepaald welke van deze verklaringen de juiste is. Misschien spelen zowel erfelijke informatie als een leerproces een rol.

Geef aan welk leerproces bij verklaring 2 in de meeste gevallen een rol zal spelen en leg uit.
Op de grote vlakten in Afrika leven onder andere Thomsongazellen. Deze gazellen zijn prooi voor alle...
Imitatie. Gazellen leren op tijd weg te springen door soortgenoten te volgen.

Wellicht had je trial & error in gedachte. Dat kan hier niet. In het geval van error wordt de gazelle gedood en valt er weinig lering uit te trekken voor een volgende keer aangezien er geen volgende keer meer is.
Koekoeken zijn broedparasieten. Dat wil zeggen dat het vrouwtje een ei legt in het nest van een andere soort, bijvoorbeeld van een roodborstje. De eieren of kleine jongen van deze andere vogelsoort worden door de pasgeboren, nog blinde koekoek uit het nest geduwd. De vogel die het nest heeft gemaakt, treedt daarna op als pleegouder voor de jonge koekoek. Een koekoek-vrouwtje legt haar eieren altijd in nesten van de pleegoudersoort waardoor zij zelf is grootgebracht.

Door welk leerproces leren koekoeken welke soort als hun pleegouder is opgetreden?
 A) Conditionering
 B) Gewenning
 C) Inprenting
 D) Imitatie
Koekoeken zijn broedparasieten. Dat wil zeggen dat het vrouwtje een ei legt in het nest van een ande...
C, Inprenting is het snel leren in een bepaalde gevoelige periode (vaak vlak na de geboorte).
(Vervolg vraag 2)

Wat zou de sleutelprikkel voor een koekoeksjong kunnen zijn om een ei of ander jong uit het nest te duwen?
(Vervolg vraag 2)

Wat zou de sleutelprikkel voor een koekoeksjong kunnen zijn om een ei of ander jo...
Het voelen van andere eieren of andere jongen. Het zien van eieren/jongen is niet goed, er is duidelijk vermeld dat het koekoeksjong blind is!
Omdraaien
Opnieuw proberen