Systematische Theologie 2 Oefenvragen

Aron Kuiper stelt dat het hoogtepunt van Gods algemene genade in Maria ligt. Hij suggereert dat howel Maria niet zonder zonden is, ze zoveel genade heeft ontvangen dat ze in staat was om de Zoon van God te baren.

Karl Barth heeft de natuurwet en natuurlijke theologie sterk bekritiseerd en verworpen. Zijn afkeer ontstond vooral na de Eerste Wereldoorlog, die voor hem aantoonde hoe diep de mensheid zonder Christus kan zinken. De oorlog liet Barth zien dat de mens niet van nature goed is; in plaats daarvan is alle goedheid die in de mens aanwezig is het resultaat van Gods algemene genade. Barth stelt dat ware kennis van God alleen mogelijk is door de openbaring van Jezus Christus, wat betekent dat natuurlijke theologie tekortschiet. Voor Barth is het essentieel om te erkennen dat de mensheid zonder Christus niet in staat is om zichzelf naar God te reiken, en dat alle pogingen om God te kennen buiten de openbaring van Christus om beperkt en ontoereikend zijn.

Sinds Constantinopel in 381 is uitgesproken dat we in de Geest evenzeer als in de Zoon van God van doen hebben, en dat aan de Geest dus een eigen personaliteit toekomt.

Luther en Calvijn zagen het zo dat wie eenmaal gerechtvaardigd is door het geloof als vanzelf gaat streven naar het goede.

Arminius gelooft dat Christus voor iedereen is gestorven, wat niet betekent dat iedereen gered zal worden, maar dat Zijn offer voor alle mensen geldt. Gomarus en de gereformeerde traditie benadrukken daarentegen de leer van de beperkte verzoening, waarbij Christus alleen voor de uitverkorenen is gestorven.

De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan - want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. Nu zien we nog meer een afspiegeling, een raadselachtig beeld, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.

Ten eerste dat Hij samen met de Vader en de Zoon echt en eeuwig God is. Ten tweede dat Hij ook mij gegeven is, om mij door waar geloof aan Christus en al zijn weldaden deel te geven, mij te troosten en eeuwig bij mij te blijven.