Voorbeeld 8 van de 190 Oefenvragen
Leg uit waarom de naamgeving omtrent definities door de jaren heen steeds is veranderd.
Leg uit waarom de naamgeving omtrent definities door de jaren heen steeds is veranderd.
Er ontstaat keer op keer een ongemakkelijk gevoel over de naamgeving (vroeger: zwakzinnig, nu: mensen met functiebeperking). De naamgeving wordt steeds aangepast om dit gevoel te doen verdwijnen.
Noem voorbeelden van activiteiten en participatie (ICF-model).
Noem voorbeelden van activiteiten en participatie (ICF-model).
1. Leren en toepassen van kennis
2. Algemene taken en eisen
3. Communicatie
4. Mobiliteit
5. Zelfverzorging
6. Huishouden
7. Interpersoonlijke interacties en relaties
8. Belangrijke levensgebieden
9. Maatschappelijk, sociaal en burgerlijk
leven
Wat wordt gezien als de primaire ondersteuningsbron? En hoe kan deze ingezet worden?
Wat wordt gezien als de primaire ondersteuningsbron? En hoe kan deze ingezet worden?
De persoon zelf. Gekeken moet worden naar wat het individu wel nog zelf kan, dat moet ingezet worden. Ook moet er gekeken worden naar het wat het aan kracht en middelen zelf nog kan ontwikkelen.
Wat betekent nondisjunction?
Wat betekent nondisjunction?
Geslachtshormoon wordt niet goed gedeeld waardoor er genetisch materiaal verloren gaat.
Hoe verloopt de normale affectieve ontwikkeling van een kind?
Hoe verloopt de normale affectieve ontwikkeling van een kind?
Direct: imitatie gezichtsuitdrukkingen. 
3 mnd: gepaste reactie op emoties verzorgers
7 mnd: verschillende reacties op verschillende emoties van anderen
12 mnd: betekenisverlening aan emoties
Op welke gebieden wil je ondersteuning bieden aan een cliënt?
Op welke gebieden wil je ondersteuning bieden aan een cliënt?
Op gebieden waar ze het ook daadwerkelijk willen, niet alleen op waar het nodig is.
Hoe kan het dat een stoornis aan de reukzintuigen gevolgen kan hebben voor de smaakzintuigen?
Hoe kan het dat een stoornis aan de reukzintuigen gevolgen kan hebben voor de smaakzintuigen?
De reuk en smaak stimuli worden op dezelfde plek in het lichaam verwerkt.
Noem de twee visuele problemen in de verwerking en geef aan of ze permanent zijn of niet.
Noem de twee visuele problemen in de verwerking en geef aan of ze permanent zijn of niet.
CVI: schade aan visuele cortex, is permanent. 
DVM: vertraagde ontwikkeling visus. Eerst zelfde symptomen als CVI, maar is tijdelijk. 

Omdraaien
Opnieuw proberen