3e naamval - Samenvattingen, Aantekeningen en Examens

De opdrachtenbladen bestaan uit meerdere grammatica-onderdelen. Elke grammatica heeft een eigen opdrachtenblad: - Der/die/das - Ein/kein - Bezittelijk voornaamwoorden - Haben/sein + Persoonlijk voornaamwoorden - Werkwoorden vervoegen zwak en sterk + voltooid deelwoorden - Meervoudsvormen - Modaalwerkwoorden - 3e + 4e naamval Dit document bevat het antwoordenblad van deze opdrachten.

Dit document is een handig overzicht van de basis voor de Duitse naamvallen. Er wordt vooral ingegaan op de 3e en de 4e naamval, maar ook op persoonlijke voornaamwoorden en bijzondere werkwoorden. Daarnaast wordt er uitgelegd wanneer de 3e en wanneer de 4e naamval gebruikt moet worden.

Samenvatting Duits grammatica leerjaar 3 + 4. In het document staat alles grammatica van leerjaar 3 en 4 bij elkaar. Zo staat in het document: Naamvallen/persoonlijk voornaamwoord, het lidwoord (der-Gruppe), het bezittelijk voornaamwoord (ein-Gruppe), Präpositionen (voorzetsels), keuzevoorzetsels, het geslacht van zelfstandig naamwoorden, de werkwoorden sein, haben, werden, zwakke werkwoorden, het wederkerend voornaamwoord en de werkwoorden können, dürfen, mögen, möchten, müssen, solle...

In deze samenvatting komen de 1e, 3e en 4e Duitse naamvallen aan bod. In deze samenvatting zijn de voorzetsels en uitgangen te vinden van de der en ein Gruppe. Ook wordt er uitleg gegeven hoe je kan weten welke naamval en gebruikt wordt.

In het volgende document worden de volgende grammatica onderwerpen behandeld: - Modale werkwoorden - Werkwoorden met bijzondere naamval - Voorzetsels met naamval - Naamvallen - Dativobjekt en Akkusativobjekt Alle grammatica is in een overzichtelijk schema gezet. Succes!

Keuzevoorzetsels 3e/4e naamval, Persoonlijk vnw 1e, 3e & 4e naamval, Sterke werkwoorden

Een duidelijke en overzichtelijke samenvatting van de grammatica van Duits. Bevat de der en ein groepen, vervoeging van werkwoorden (tegenwoordige, verleden en voltooide tijd), voorzetsels van de 3e en 4e naamval, persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e en 4e naamval. En de vervoeging van haben, sein en werden in de verleden tijd.

De eerste, derde en vierde naamval in het Duits in één document. Zo staat alles in een tabel en is het makkelijk om hiermee te leren

in dit document worden de naamvallen uitgelegd, de voorzetsels, werkwoorden, haben sein werden en nog meer.