Samenvatting Uitwerking 9 stappenplan College 4 - Quadackers, Groot & Wright (2014)
7 views 0 purchase
Course
Academic Research In Accountancy
Institution
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Uitwerking 9 stappenplan College 4 - Quadackers, Groot & Wright (2014)
Ter voorbereiding van de colleges heb ik voor alle artikelen een 9 stappenplan uitgewerkt. Tijdens de colleges heb ik mijn uitwerking aangepast naar aanleiding van de informatie volgend uit het college.
Nyenrode Business Universiteit (Nyenrode)
Master Accountancy
Academic Research In Accountancy
All documents for this subject (40)
Seller
Follow
marloesyannick
Reviews received
Content preview
College 4 – Quadackers, Groot & Wright (2014)
1. What is the (management) problem?
1.1. What is the problem?
In dit artikel is geen managementprobleem opgenomen. De auteurs hebben in dit artikel
onderzocht of er een relatie is tussen de auditors sceptisch perspectief (vermoedelijke twijfel vs
neutraliteit), de sceptische beoordelingen van auditors en beslissingen omtrent client risk settings
(hoog vs laag).
1.2. Why does this problem need to be raised?
De auteurs benadrukken het belang van het onderzoek in verband met de rol van skeptical
judgment in de accountancy. Daarnaast geven zij aan dat de SEC een tekort aan professionele
sceptisch oordeelvermogen vaak als oorzaak aandragen waarom accountants niet in staat zijn om
materiële afwijkingen te constateren.
2. From whose perspective is the (management) problem being studied?
Het artikel is geschreven in het perspectief van de auditor. Aan de hand van zijn perspectief
kan hij zijn skeptical judgment beïnvloeden.
3. What is the research question to address the (management) problem?
3.1. Overall research objective
Bestaat er een relatie tussen de auditors sceptisch perspectief (vermoedelijke twijfel vs
neutraliteit), de sceptische beoordelingen van auditors en beslissingen omtrent client risk settings
(hoog vs laag)?
3.2. Detailed research questions
Bovenstaande vraag geeft een goede weergave van de onderdelen van het artikel. Verdere
gedetailleerde vragen zijn niet nodig. De auteurs formuleren de hypothese dat in een hogere risico
situatie accountants meer vermoedelijke twijfel hanteren en alert zullen zijn met als resultaat dat zij
een hogere mate aan skeptical judgment hanteren.
4. What is the conceptual model?
Zie bovenkant figuur bij stap 6.
5. What is the strength of the causal relationship?
5.1. Use of theory
De paragraaf over theorie begint met een uitleg over wat de perspectieven neutraliteit en
vermoedelijke twijfel inhouden en wat de verschillen hiertussen zijn. Hierbij halen de auteurs
verscheidene onderzoeken aan en de POB. Dit is voldoende theoretisch onderbouwd.
Vervolgens beschrijven de auteurs dat onderzoeken in de psychologie dat dispositionele
kenmerken en eigenschappen oordeelvermogen en beslissingen beïnvloeden. Daarna halen ze een
onderzoek van Nelson aan waarin Nelson beschrijft dat de eigenschappen van een auditor
professioneel scepticisme beïnvloedt. Ook constateren de auteurs in lijn met Nelson dat de standaarden
gericht zijn op neutraliteit. De auteurs merken wel op dat de fraudestandaard meer gericht is
vermoedelijke twijfel. Dit gedeelte is redelijk theoretisch uitgewerkt. Voor de audit is één onderzoek
als bron beperkt.
Pagina 1 van 6
, In het eerste tussenkopje beschrijven de auteurs de relatie tussen de vermoedelijke twijfel
perspectief en interpersoonlijk vertrouwen. Voor het interpersoonlijk vertrouwen halen de auteurs de
Rotter Interpersonal Trust Scale (RIT) aan. Dit is een breed geaccepteerd model buiten de
accountancy. Daarna leggen de auteurs uit dat als de accountant een lager interpersoonlijk vertrouwen
heeft, hij veronderstelt wordt een hogere mate van scepticisme uit te oefenen. Hierbij halen de auteurs
onderzoeken van Schaub en Hurtt aan. Om deze reden gebruiken de auteurs de inversie van RIT.
Verder halen de auteurs twee onderzoeken aan waarin RIT meer geassocieerd is aan acties dan andere
vertrouwensmodellen. Voor de andere modellen verwijzen de auteurs naar de gemixte uitkomsten.
Wat mij opvalt is dat gezien de jaar van oorsprong van RIT (1967) geen artikelen in het overzicht
opgenomen zijn die tegenstrijdig zijn met het veronderstelde in het artikel. Verder is dit onderdeel
voldoende theoretisch toegelicht.
In het tweede tussenkopje wordt het verband tussen neutraliteit en Hurtt Professional
Skepticism Scale (HPSS) uiteengezet. De auteurs beschrijven dat Hurtt beargumenteert dat HPSS zich
meer focust op het hebben en nastreven van twijfel in plaats van een bepaalde richting van twijfel. De
auteurs redeneren (zonder verwijzing naar onderzoeken) dat dit past binnen de neutraliteitsperspectief
van professioneel scepticisme. Verder beschrijven de auteurs dat de resultaten van onderzoeken naar
de scores van HPSS in verband met werkelijk gedrag gemixt zijn. De link tussen HPSS en neutraliteit
is naar mijn mening onvoldoende onderbouwd. Hoezo past HPSS dan in de neutraliteit? Ik had dit
uitgebreider uitgewerkt willen zien worden dan een enkele zin.
Het derde tussenkopje gaat in op de invloed van situationele factoren, ofwel het risico in de
interne beheersingsomgeving van de cliënt. De auteurs leggen uit hoe Nelson en Hurtt dit element in
hun model verwerkt hebben. Daarnaast halen de auteurs het voorschrift van de standaarden aan:
opdrachten met een hoger risico op materiële afwijkingen dienen gecontroleerd te worden met een
hogere mate aan professioneel scepticisme. Verder halen de auteurs aan dat onderzoeken veelal de
beheersingsomgeving van de klant een significant impact hebben op de kans op materiële fouten en
fraude. De theoretische onderbouwing van dit gedeelte is redelijk.
In het laatste tussenkopje onderbouwen de auteurs hen interactieve effect tussen het sceptisch
perspectief en de beheersingsomgeving op de beoordelingen en beslissingen van de accountant. In
situaties met een hoog risico, zullen accountants een hoge mate van professioneel scepticisme
uitoefenen en zeer conservatieve acties ondernemen. Accountants die neigen naar niet-vertrouwen
zullen voorzichtiger zijn. De auteurs halen hierbij drie onderzoeken aan. De auteurs formuleren de
hypothese dat in een hogere risico situatie accountants meer vermoedelijke twijfel hanteren en alert
zullen zijn met als resultaat dat zij een hogere mate aan skeptical judgment hanteren. Dit onderdeel is
redelijk theoretisch onderbouwd.
Wat verder in zijn algemeen ophaalt is dat met name de onderzoeken van Nelson en Hurtt
leidend zijn in de theoretische onderbouwing. Er worden ook andere onderzoeken aangehaald, maar
op het vakgebied van accountancy zijn deze beperkt.
5.2. Causality versus correlation
Welk perspectief een accountant hanteert, vindt eerder plaats dan skeptical judgment. Ook
lijkt mij dit een causaal verband te zijn, aangezien de psychologische artikelen dit onderbouwen. Ook
lijkt het mij logisch dat een individu (in het algemeen) zijn beslissingen neemt op basis van de wijze
hoe deze individu tegen iets aankijkt.
5.3. Reciprocal relationships
Skeptical judgment heeft geen invloed op welk perspectief de accountant heeft. Een
beoordeling bepaald niet daarna hoe iemand tegen iets aankijkt.
5.4. Confounding factors
De auteurs hebben zelf opgenomen dat de risico-omgeving van de cliënt ook invloed kan
hebben. Verder lijkt mij, in lijn met Nelson, dat de ervaring, training en andere eigenschappen van de
accountant invloed heeft op skeptical judgment. Op basis van de fraud scale zal iemand met een
hogere integriteit minder snel frauderen. Accountants moeten integer zijn op basis van de
Pagina 2 van 6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marloesyannick. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R68,39. You're not tied to anything after your purchase.