Eenzaamheid onder ouderen
Hoe is het met de eenzaamheid van ouderen binnen Rotterdam-Noord gesteld?
“Verpleegkundige In Actie - Gedragsanalyse”
,Inhoud
1. Inleiding..................................................................................................................................3
1.1 Aanleiding opdracht..........................................................................................................3
1.2 Het gezondheidsprobleem.................................................................................................3
1.2.1 Wat is eenzaamheid? .....................................................................................................3
1.2.2 Uitkomsten en cijfers eerder onderzoek.........................................................................4
Eenzaamheid Nederland......................................................................................................4
Eenzaamheid per GGD-regio..............................................................................................5
Eenzaamheid per wijk Rotterdam.......................................................................................5
1.2.3 Sterftecijfers ..................................................................................................................5
1.3 Hoofdvraag en deelvragen.................................................................................................5
2. Methode..................................................................................................................................6
2.1 Theoretisch kader..............................................................................................................6
2.2 Aanvullende praktijkonderzoek.........................................................................................7
3. Literatuuronderzoek................................................................................................................7
3.1 Wat zijn de gezondheidsdeterminanten van Lalonde? ....................................................7
3.2 Wat is de relatie tussen de gezondheidsdeterminanten en het gezondheidsprobleem
eenzaamheid? .........................................................................................................................8
Relatie Intern milieu (Biologische factoren) en eenzaamheid ...........................................8
Relatie Extern milieu (Maatschappelijke/Sociaal of Fysieke omgeving) en eenzaamheid
.............................................................................................................................................9
Relatie Gedrag/Leefstijl (Houding, Kennis, Gedrag) en eenzaamheid ..............................9
Relatie Gezondheidszorg (Voorzieningen, Medische zorg en Preventie) en eenzaamheid
...........................................................................................................................................10
Hoe beïnvloeden verschillende gezondheidsdeterminanten elkaar?.................................10
3.3 Op welke grond wordt eenzaamheid vastgesteld? ..........................................................10
4. Resultaten praktijkonderzoek................................................................................................11
5. Conclusie...............................................................................................................................13
5.1 Beperkingen van dit praktijkonderzoek...........................................................................14
6. Literatuurlijst.........................................................................................................................14
7. Bijlagen.................................................................................................................................17
Bijlage 1; Enquête ................................................................................................................17
Bijlage 2; Individueel zelfreflectie........................................................................................19
2
, 1. Inleiding
1.1 Aanleiding opdracht
In deze Verpleegkundige In Actie (VIA) opdracht zijn de gezondheidsbepalende factoren voor
Rotterdam onderzocht. Gezondheid wordt beïnvloed door verschillende soorten
gezondheidsdeterminanten. Door gebruik te maken van het analysemodel: Het Health Field Concept
van Lalonde, komen de verbanden voor alle vier de genoemde gezondheidsbepalende factoren in
kaart. Hierdoor worden de invloeden op de gezondheid en een gezondheidsprobleem van mensen
inzichtelijk (Sassen, 2014). Vanuit de BN2020 is het bevorderen van gezond gedrag namelijk één van
de zeven rollen van de HBO-verpleegkundige. De verpleegkundige biedt ondersteuning bij het
realiseren van een gezonde (of gezondere) leefstijl in relatie tot mogelijke toekomstige
gezondheidsproblematiek (Landelijk overleg opleidingen Verpleegkunde, 2015).
1.2 Het gezondheidsprobleem
Iedereen voelt zich wel eens eenzaam, maar het wordt een echt probleem als dit structureel gaat
worden (Eenzaam, 2018). Eenzaamheid is een groeiend probleem en er zijn geen tekenen dat het
minder wordt (Volksgezondheidszorg, 2018). Uit een recent nieuwsbericht van RTL Nieuws (2018) is
gebleken dat eenzaamheid in Rotterdam flink aan het toenemen is en een groot
gezondheidsprobleem aan het worden is. Hoe dichter bevolkt de stad, hoe minder er naar elkaar
omgekeken wordt en des te groter de eenzaamheid betreft. Dat blijkt ook uit een analyse van cijfers
over eenzaamheid per wijk die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, 2018)
berekende. Ook verpleegkundigen en verzorgenden in Nederland signaleren steeds meer
eenzaamheid. Vanuit een peiling van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (2018) geeft
bijna zes op de tien van hen aan een duidelijke groei te zien van eenzaamheid in de afgelopen vijf
jaar. Het probleem van toenemende eenzaamheid speelt vooral onder ouderen. Ruim de helft van de
ondervraagde zorgmedewerkers zegt dat ze door werkdruk en personeelstekorten minder tijd
hebben om eenzame mensen te helpen. Acht op de tien zorgmedewerkers beoordelen de hiervoor
beschikbare tijd als onvoldoende. “Je mag geen kopje koffie meer met je cliënt drinken. Tijd is op de
minuut gepland, alleen voor noodzakelijke zorg is nog tijd”, zeggen meerdere zorgmedewerkers.
Volgens V&VN is het bezoek van de thuiszorg voor veel ouderen het hoogtepunt van de dag.
“Mensen gaan de wijkverpleegkundige als hun beste vriendin zien en zeggen dan dat het kwartiertje
dat je binnen bent geweest het lichtpunt in de dag is, omdat er verder nooit iemand komt”. De
groeiende eenzaamheid hangt samen met de vergrijzing (V&VN, 2018).
1.2.1 Wat is eenzaamheid?
Deze vraag moet gesteld worden om eenzaamheid te kunnen onderzoeken. Wat de een associeert
met eenzaamheid hoeft voor de ander niet een kenmerk van eenzaamheid te zijn. De Jong-Gierveld
en Van Tilburg hebben in 2007 een algemeen geaccepteerde definitie van eenzaamheid opgesteld
die ook in dit praktijkonderzoek gebruikt is. Zij omschrijven eenzaamheid als: ‘’het subjectief ervaren
van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde relaties”. In deze definitie
gaat eenzaamheid over een subjectief oordeel over de sociale relaties en dat negatieve gevoelens of
ervaringen daarbij centraal staan. Eenzaamheid gaat om de kwantiteit als kwaliteit van relaties. Als
het aantal contacten niet aan iemand zijn of haar verwachtingen voldoet, wordt dit ‘sociale
eenzaamheid’ genoemd. Als de relaties onvoldoende emotionele steun geven, heet dit ‘emotionele
eenzaamheid’. De gevoelens van eenzaamheid zijn niet altijd een probleem, maar langdurige
eenzaamheid kan een negatieve impact op iemands leven hebben.
3
, Eenzaamheid en sociaal isolement worden vaak door elkaar gebruikt alsof het om hetzelfde gaat,
maar het zijn twee verschillende problemen met eigen kenmerken en gevolgen. De definitie van een
sociaal isolement luidt als volgt volgens de Nederlandse Encyclopedie: ‘’Sociaal isolement is een
situatie waarin een persoon of een kleine groep personen afgezonderd leeft van anderen. Het
isolement kan zowel van de persoon zelf uitgegaan zijn als door de omgeving zijn opgelegd’’. Sociaal
isolement ligt dus nauw samen met eenzaamheid, maar toch is het anders. Eenzaamheid is subjectief
en een gevoel. Sociaal isolement is een objectief gegeven en een situatie waar iemand zich in bevind.
Desondanks kunnen deze twee wel samenvallen (Eenzaam, 2018).
Door zelf na te denken wat eenzaamheid betekent voor eenieder, wordt er een subjectief gegeven
gevormd. Dit met het doel om na te gaan hoe eenzaamheid vanuit verschillende perspectieven wordt
benaderd. Hieronder staan verschillende definities om te laten zien dat eenzaamheid voor eenieder
individu wat anders kan betekenen:
1.2.2 Uitkomsten en cijfers eerder onderzoek
Eenzaamheid Nederland
Uit onderzoek blijk dat bijna een op de drie ouderen in Nederland zich wel eens eenzaam en een op
de tien voelt zich zelfs erg eenzaam (Volksgezondheidszorg, 2018). Gemiddeld geeft 43% van de
bevolking in Nederland van 19 jaar en ouder aan eenzaam te zijn. Hiervan geeft 10% aan zich ernstig
tot zeer ernstig eenzaam te voelen. Ongeveer 30% van de gehele eenzame bevolking voelt zich
emotioneel eenzaam en ongeveer 40% voelt zich sociaal eenzaam volgens de eenzaamheidsschaal.
Eenzaamheid kan door veel kenmerkende factoren ontstaan waaronder het geslacht, leeftijd,
burgerlijke staat, opleidingsniveau en land van herkomst. Volgens het onderzoek van Beuningen &
De Witt (2016) komt eenzaamheid in Nederland algemeen het vaakst voor onder ouderen,
laagopgeleiden, niet-westerse allochtonen en niet-werkenden.
Mensen die aangeven zich eenzaam te voelen, hebben vaker weinig contacten met vrienden en
hebben vaker gezondheidsproblemen dan mensen die zich niet eenzaam voelen. Volgens de
documentatie ‘’Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016’’ van het CBS (2016), komt
eenzaamheid in Nederland vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij (zeer) ernstige eenzaamheid
zijn er nauwelijks verschillen tussen mannen als vrouwen. Vrouwen voelen zich vaker emotioneel
eenzaam, terwijl mannen vaker sociaal eenzaam zijn. In het algemeen neemt het percentage van het
aantal mensen die eenzaam zijn toe naarmate mensen ouder worden. Dit geldt specifiek voor zeer
ernstige eenzaamheid en sociale eenzaamheid. Het percentage mensen dat zich emotioneel
eenzaam voelt, neemt pas toe vanaf 75 jaar (Nationaal Ouderenfonds, 2018). Vanaf 50-jarige leeftijd
voelt meer dan 40% van de Nederlanders zich eenzaam. Van de 75- tot 85-jarigen voelt bijna 50%
zich eenzaam. Van de 85-plussers voelt bijna 60% zich eenzaam. 85% procent van de eenzame
ouderen vindt het lastig eenzaamheid bespreekbaar te maken. Zij hebben het gevoel hiermee
anderen lastig te vallen.
Ook uit eerder onderzoek van Dykstra & Fokkema (2007) onder Nederlanders van 30-76 jaar blijkt
dat mannen meer sociale eenzaamheid ervaren dan vrouwen. Dat geldt voor zowel gescheiden als
getrouwde mannen. Onder gescheiden Nederlanders weduwen/weduwnaars, voelen meer mensen
zich eenzaam dan onder samenwonenden of ongehuwden (CBS, 2016). Ruim 60% van de gescheiden
mensen en weduwen/weduwnaars voelt zich eenzaam. Ernstige eenzaamheid komt meer voor bij
gescheiden mensen (22%) dan bij weduwen/weduwnaars (17%). Emotionele eenzaamheid komt het
meest voor bij weduwen/weduwnaars (55%) en sociale eenzaamheid komt het meeste voor bij
gescheiden mensen (58%).
4