In dit document vind je de volledige samenvatting van Hoofdstuk 2 uit het boek Aardrijkskunde BuiteNLand voor vwo 5 de 3e editie. Alle begrippen staan erin en alles staat goed en helder uitgelegd. Ook de bronnen worden behandeld. Ik ben zelf niet zo goed in aardrijkskunde maar met deze samenvatting...
De vorm van kustlijnen, verspreiding van gesteenten en ligging van bergketens
worden gevormd door continentbewegingen. Onderzoek van de oceaanbodem gaf
het antwoord, ook de bodem van de oceanen beweegt wat de drijvende kracht is.
Het grootste deel van de aardkorst is oceaanbodem die gemiddeld 4 km lager ligt
dan de continentale korst. Dit wordt veroorzaakt door een verschil in samenstelling
van beide korsten. Oceaanbodem bestaat vooral uit basalt, wat een hogere
dichtheid heeft en zwaarder is. Continenten zijn opgebouwd uit graniet, waardoor
het basalt verder in de aarde zakt dan graniet. De aardkorst drijft op de aardmantel.
Ook de oceaanbodem kent hoogteverschillen zoals de Midoceanische rug, een
bergketen van 75000 km. Ook zijn er diepe kloven, diepzeetroggen.
Het is onmogelijk om meer dan 10 km de aarde in te dringen dus komt het uit indirect
waargenomen gegevens. We maken gebruik van de trillingen die bij elke aardbeving
dwars door de aarde gaan. De snelheid en richtingen van de trillingen worden
beïnvloed door eigenschappen van gesteenten. Seismologen vergelijken en
analyseren deze aardbevingen en bepalen hoe de aarde is opgebouwd. De
temperatuur en druk nemen toe als je dieper gaat.
De aardkorst drijft dus op de aardmantel. De mantel bestaat namelijk uit zwaardere
gesteenten. Vanuit de aardkern wordt het gesteente in de mantel verwarmd en om
de warmte kwijt te kunnen, komt het in beweging. Het bestaat uit vast gesteente wat
heel langzaam beweegt. Het gaat om convectiestromen, de mantel transporteert de
warmte naar het aardoppervlak. Een kleine laag, de asthenosfeer, is wel gesmolten.
Al het vaste hierboven wordt de lithosfeer genoemd. De aardkern bestaan uit ijzer
en radioactieve elementen die warmte produceren.
Paragraaf 2.2 Platentektoniek
De aardkorst bestaat uit platen waarvan de meesten bestaan uit zowel
oceaanbodem en continent. Verschillende bewegingen van platen:
1. Convergente plaatgrenzen, deze botsen tegen elkaar. De zwaardere
oceaanbodem duikt dan onder het continent: subductie -> diepzeetroggen.
2. Divergente plaatgrenzen, deze bewegen uit elkaar waar een scheur ontstaat die
wordt opgevuld met lava. Dit stolt en een nieuwe oceaanbodem ontstaat. Deze groeit
langzaam aan vanuit de MOR en wordt de spreidingszone genoemd.
3. Transforme plaatgrenzen, deze bewegen langs elkaar.
Platen beïnvloeden elkaar wereldwijd en de oceaanbodem ontstaat en verdwijnt
continu terwijl de continenten blijven bestaan of aangroeien. De oudste stukken
oceaanbodem zijn 200 miljoen jaar oud, de aardbodem daarvoor is gerecycled. Het
oudste continentale gesteente is 4 miljard jaar oud. Licht gesteente groeien zelfs aan
door proces van subductie. Het wegduikende deel wordt samen met water
omgesmolten tot een nieuw, lichter gesteente.
De snelheden waarmee platen bewegen, verschillen. Dit kunnen we meten met
satellieten. Hierdoor weet men niet goed welk mechanisme de plaatbeweging
, aandrijft. Bij de theorie van convectiestromen bewegen de platen mee op de
stroming van het magma in de mantel. Maar dit is nooit bewezen. Vanuit de MOR
ontstaat een duwkracht uit gevolg van lava dat uit de aarde vloeit. Dit zorgt ervoor
dat de oceanische plaat in beweging komt. Bij de subductiezone is de aardbodem
oud en door inkrimpen erg zwaar. Dit gewicht wordt naar beneden getrokken bij
subductie met als gevolg een trekkracht.
De aardplaten bewegen van 1 tot 20 cm per jaar. Wetenschappers denken dat dit
altijd zo is geweest: actualiteitsprincipe. We kunnen reconstrueren hoe de
continenten op verschillende tijdstippen lagen. 200 miljoen jaar geleden vormden de
continenten 1 continent: Pangea. Dit is ontstaat door kleine continenten die naar
elkaar toedreven. Mensen geloven dat over 250 miljoen jaar dit weer gebeurt. Er is
dus een soort cyclus.
Paragraaf 2.3 Vulkanisme
Het eruptiemechanisme bepaalt de aard en vorm van de vulkaan. Dit is afhankelijk
vd ligging ten opzichte van de soort plaatgrens. Bij MOR ontstaat continu een sleuf
die wordt opgevuld met magma. De mantel bestaat uit vast gesteente maar alsnog
wordt dit materiaal bij een opening vanzelf vloeibaar door het wegvallen van druk.
Deze effusieve erupties zijn rustig, het magma komt in contact met oceaanwater en
stolt snel.
In subductiezones komen explosieve erupties voor door de samenstelling van
magma. Dat bestaat hier uit omgesmolten oceaanbodem met meegesleurd sediment
en zeewater. Het hoopt zich op in de magmakamer en wil omhoog. Daarvoor is grote
druk nodig omdat de stroperigheid taai is. Wanneer na lange tijd de druk hoog
genoeg is, wordt het gesteente in de kraterpijp verpulverd en de lucht in geslingerd.
Gassen ontsnappen en magma (lava) vloeit uit. Pyroclastica is het vulkanisch as dat
in de lucht wordt geslingerd. Er ontstaat een vulkaankegel waarbij de magma en as
eromheen ophopen. Vaak een stratovulkaan. Er kan gebeuren dat de volgende
eruptie zo explosief is dat de magmakamer van een stratovulkaan snel leeg is
waardoor de vulkaan instabiel is en het dak vd magmakamer kan inzakken. Hierbij
ontstaat een caldera, die ontstaat wanneer de kracht vd eruptie de top vd
vulkaankegel wegslaat.
In subductiezones blijven grote hoeveelheden magma in de aardkorst zelf om
vervolgens langzaam af te koelen: intrusies. Zo hebben ze de gelegenheid om de
meest stabiele chemische verbinding aan te gaan in de vorm van mineralen,
waardoor graniet ontstaat. In intrusies vind je ook ertsen. Gesmolten metalen zijn
licht en stijgen op in de intrusie. Sommige metalen stollen, daardoor concentreren
deze metalen zich in ertsaders.
Op Hawaii zijn veel schildvulkanen, dit wordt gevormd door de dun vloeibare
basaltische lava die rustig uit de krater stroomt. Er wordt namelijk weinig druk
opgebouwd. Deze vulkanen liggen niet op een plaatgrens en zijn hotspots. Op zo’n
plek vindt in de mantel continu stijging van magma plaats: mantelpluimen. De plaat
schuift er langzaam overheen en brand gaten in de aardkorst.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jiskastuij2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.