Hoofstukken leren Basisboek recht in zorg- en welzijnssector:
Les 1:
Simons, deel 1 – hfdst. 1: Basisstructuur van het recht;
Simons, deel 1 – hfdst. 5 t/m 8: Rechtspraak;
Simons, deel 1 – hfdst. 9: Rechtsbijstand.
Les 2:
Simons, deel 2 – hfdst. 14.5 (par. 14.5.1 t/m 14.5.6.6): Volwassene en uitkering;
Simons, deel 2 – hfdst. 15.4 (par. 15.4.1 t/m 15.4.3): Oudere en uitkering (AOW);
Simons, deel 2 – hfdst. 16.5 (par. 16.5.1. t/m 16.5.4): Uitkering nabestaanden (Anw);
Simons, deel 3 – hfdst. 24 (par 24.1.2): Wet Maatschappelijke Ondersteuning;
Simons, deel 3 – hfdst. 25 (par. 25.1.2): WMO-kwaliteitseisen.
Les 3:
Simons, deel 1 – hfdst. 4 (par. 4.1. t/m 4.2.9): Strafrechtelijke thema’s;
Simons, deel 3 – hfdst. 19 (par. 19.1.2 t/m 19.1.3.3): Procedure vanaf staande houding tot
terechtzitting t/m strafrechtelijke reacties;
Simons, deel 3 – hfdst. 16.2 (par. 16.1 t/m 16.2.3): Terminale zorg, euthanasie en hulp bij zelfdoding;
Simons, deel 3 – hfdst. 19 (par. 19.2): Minderjarige verdachte.
Les 4:
Simons, deel 2 – hfdst. 13 (t/m par. 13.1.3.5 en par. 13.6.1) Het kind/ de jongere
simons, deel 2- hfst. 14 (par. 14.1.1.3, ouderschapsplan, alimentatie, de kinderen, gezag en
omgangsregeling, de omgangsregeling)
Les 6:
Simons, deel 2 - hfdst. 13 (par. 13.1.4),
Simons, deel 4 par. 24.1.3 en par. 25.1.3: Vrijwillige jeugdhulpverlening;
Simons, deel 3 - hfdst. 17 t/m 17.2: Gedwongen jeugdhulpverlening;
Les 7:
Simons, deel 1 - hfdst. 2 (par 2.8 en 2.9): Mensenrechten en grondrechten/Privacybescherming;
Simons, deel 2 - hfdst. 14 (par 14.7.1): Professionele maatschappelijke dienstverlening;
Simons, deel 2- hfdst. 13 (par 13.1.6.6): AMHK, hulpverlener en zwijgplicht
Simons, deel 2- hfdst 14 (par 14.3.3.3), Recht op privacy van de patiënt
Les 8:
-
Les 9:
Simons, deel 3 – hfdst. 18 (paragraaf 18.2): Gehandicapten en vertegenwoordiging;
Simons, deel 3 – hfdst. 21: De niet vrijwillig opgenomen patiënt.
, Les 1: Hoofstuk 1 (basisstructuur van het recht)
Functie van de overheid bestaan uit:
- Wetgeving
- Bestuur
- rechtspraak
Rechtsregels ordenen de samenleving en het leven van het individu binnen de samenleving.
Ordent menselijk gedrag door het stellen van regels en zorgt dat deze worden gehandhaafd door
geschilbeslechting ( Rechter, burgerlijk procesrecht)
Doel van rechtsregels zijn:
- Om de samenleving te ordenen
- Richting geven aan het handelen van de overheid.
Rechtsregels zijn te herkennen aan het feit dat ze:
Normen stellen, met vaak een gebod of verbod
Uitsluitend menselijk en uitwendig gedrag regelen
Algemeen en onpersoonlijk zijn algemeen: verschillende situaties gebruikt moeten
worden / onpersoonlijk: burger word beschermd tegen willekeur
Objectief recht Subjectief recht
‘jij doet dat in strijd met de wet’ ‘ik heb daar echt op’
Het objectieve recht is het totaal van alle Rechtsregels (rechten/plichten waar de mens
rechtsregels. Zowel de geschreven als de recht op heeft voortkomend uit objectief recht.
ongeschreven rechtsregels
Voorbeeld: Poging tot doodslag Voorbeeld: Recht op schadevergoeding
( je mag niet zomaar iemand in elkaar slaan)
Ordening van rechtsregels word gedaan in 4 rechtsgebieden:
1. Burgerlijk recht privaatrecht)
2. Strafrecht
3. Administratief recht (bestuursrecht) Publieksrecht
4. Staatsrecht
Privaatrecht Publieksrecht
,‘rechtsrelatie tussen burgers staat onderling centraal’ ‘overheid dient algemeen belang’
(Daaronder kan ook de overheid vallen als die in
eenzelfde situatie terechtkomen als de burger).
Onderverdeling: Onderverdeling:
Burgerlijk recht Strafrecht
- Natuurlijk personenrecht Administratief recht (Bestuursrecht)
- Rechtspersonen Staatsrecht
- vermogensrecht
Natuurlijk personenrecht: (personen- en familierecht) Strafrecht:
In het natuurlijk personenrecht gaat het om de Een gebod of verbod wordt tot strafrecht gerekend als
rechtsregels die positie van de persoon zelf, de persoon de wetgever het naleven van deze gebod en verbod zo
in relatie tot zijn familie, of de persoon in relatie tot belangrijk vindt, dat de rechter bij niet-naleving een
zijn levenspartner bepaald. straf mag opleggen.
Voorbeeld:
Voorbeeld: Dood te wijden, gevangenisstraf. (geboden)
De mens is bevoegd tot het dragen van rechten en De Nederlandse strafwet is toepasselijk op. ( algemene)
plichten; Denk hierbij aan een kind heeft het recht een In geval van ontdekking… ( procedure)
erfenis te krijgen van zijn overleden vader.
Rechtspersonenrecht: Bestuursrecht/ administratief recht
Organisaties heeft eveneens rechten en plichten, denk Het bestuursrecht bevat de recent ontstane
hierbij aan een vereniging of stichting rechtsregels. Het bestuursrecht hoort bij een actief
optredende overheid, zorg draagt voor een
samenleving waarbij de sociale verzorging, hoog in het
vaandel staan.
Voorbeeld:
Uitkering toekennen.
Vermogenrecht: Staatsrecht
Geld waardeerbare rechten en plichten staan centraal. Geeft een beschrijving van de organisatie van de
overheid. ( Hoe ons land is ingericht)
Verbinternisrecht, goederenrecht)
Staatsorganen; koning, ministers, staten-
Generaal
Grondrechten; rechten die door de overheid
geëerbiedigd moeten worden ( vrijheid van
meningsuiting)
Ordening naar thema’s
, Rechtsgebieden zijn te ordenen naar rechtsgebieden, maar kunnen ook geordend worden naar
thema
Formeel recht
Materieel recht
Formeel recht Materieel recht
‘spelregels van het procederen’ ‘spelregels van het maatschappelijk gedrag
bepalen’
Nodig procedure om rechtsregels te Rechten waar mensen zich aan moeten
handhaven houden
Inhoudelijk rechten en plichten
Voorbeeld: Meerderjaarsverklaring
Aard van rechtsregels:
Dwingend recht
Aanvullend recht
Semidwingend recht
Dwingend recht:
Bij dwingend recht gaat om rechtsregels waarvan burgers absoluut niet mogen afwijken.
Bijvoorbeeld; werkgevers mogen geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen.
Aanvullend recht:
Als de aard van een rechtsregel slechts aanvullend is, geldt deze rechtsregel alleen als partijen zelf
geen regeling hebben getroffen.
Voorbeeld: vriendin laat mobiel kapotvallen, Vriendin moet betalen.
Semidwingend recht:
Rechtsregels mag afgeweken worden, maar met voorwaarden
Bijvoorbeeld: opzegtermijn voor werknemer (in overleg korter)
Jurisprudentie:
Het recht dat de rechter spreekt, kan gelden als rechtsbron.