Gezondheidspsychologie
Leerdoelen als samenvatting
,H1: een introductie en overzicht van psychologie en gezondheid
1. Omschrijf de verschillende visies op het begrip ‘gezondheid’ aan de
kernwoorden: ziekte, gezondheid, symptomen, ziekte-gezondheidscontinuüm,
biomedisch model, biopsychosociaal model
Tegenwoordig wordt gezondheid door veel mensen gezien als afwezigheid van symptomen van
ziekte of schade aan het lichaam. Gezondheid is echter meer dan dat.
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is gezondheid ‘een toestand van volledig
lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden en niet slechts de afwezigheid van ziekte of
andere lichamelijk gebreken’ (WHO, 1948). Deze definitie wordt ook in het tekstboek
gehanteerd.
De gegeven definitie is eigenlijk een definitie van optimale gezondheid. Hieruit blijkt al dat
gezondheid een variabele is, een eigenschap die kan variëren. Iemand kan meer of minder
gezond zijn, mensen zijn in bepaalde mate ziek of gezond. Sarafino spreekt dan ook over
illness-wellnesscontinuüm of ziekte-gezondheidscontinuüm.
In de 18e en 19e eeuw groeide de kennis en wetenschap enorm snel, zo ook op het gebied van
gezondheid. Dit werd mede mogelijk gemaakt door het uitvinden van de microscoop en het
gebruik van de techniek van ontleden bij autopsie. Chirurgie floreerde nadat verdoving en
antiseptische methoden hun intrede deden. Deze ontwikkelingen gecombineerd met het
gedachtegoed dat lichaam en geest los van elkaar stonden, legden een fundament voor het
biomedische model, wat het perspectief inhield dat alle ziekten en fysieke aandoeningen te
wijten waren aan ontregelingen in fysieke processen (bijvoorbeeld door virussen, bacteriën,
blessures en biochemische disbalansen). Gezondheid werd bekeken vanuit een fysieke lens.
In de twintigste eeuw werd het biomedisch model ter discussie gesteld. Er kwam meer aandacht
voor de rol van psychologische factoren (gedrag, persoonlijkheid) bij het ontstaan, de preventie
en de behandeling van ziekte. Vakgebieden zoals psychosomatische geneeskunde, sociale
geneeskunde, behavioral medicine en ook gezondheidspsychologie ontstonden als gevolg
hiervan.
Een nieuwe kijk op gezondheid en ziekte werd voorgesteld: het biopsychosociaal model.
Volgens deze visie is er zowel een rol voor biologische factoren, psychologische factoren als
sociale factoren in de vatbaarheid voor, het ontstaan van de behandeling van, en het omgaan
met ziekte. Als grondlegger van dit biopsychosociale model moet Engel (1977)* genoemd
worden.
2. Beschrijf hoe de begrippen ‘gezondheid’ en ‘ziekte’ in verschillende perioden in
de geschiedenis werden opgevat
Duizenden jaren geleden dachten mensen dat ziekte veroorzaakt werd door mystieke krachten,
zoals kwaadaardige geesten. ‘Trephination’ is hier een voorbeeld van, waarbij gaten in de
schedel werden gemaakt om de geesten vrij te laten.
In het oude Griekenland ontstond aan de hand van Hypocrates de humorale theorie van ziekte.
Dit is een model waarbij ervanuit wordt gegaan dat het lichaam vier vloeistoffen heeft
,(‘humors’). Wanneer deze in balans zijn, is men in een staat van welzijn of gezond. Hippocrates
adviseerde gezonde voeding en het vermijden van excessen.
Plato was een van de eersten die stelde dat geest en lichaam losse entiteiten waren. De vraag
is in hoeverre ze onafhankelijk van elkaar functioneren. Hoe geeft een fysieke substantie
aanleiding tot niet-fysieke cognitie? Dit is het ‘mind-body problem’.
Galen (werkzaam in Rome) maakte belangrijke ontdekkingen over de hersenen, hart en vaat
systeem en nieren door ontledingen. Hij ontdekte dat ziekten kunnen worden gelokaliseerd, met
pathologie in specifieke delen van het lichaam en dat verschillende ziekten verschillende
effecten hebben. Dit gedachtegoed werd breed geaccepteerd.
In de middeleeuwen stokte de ontwikkeling. De invloed van de kerk was enorm in deze periode.
Ziekte werd gezien als het straffen van God voor het doen van kwaadaardige zaken. Priesters
waren doorgaans degenen die aan het hoofd stonden van het genezingsproces. Zo martelden
ze o.a., om kwade geesten het lichaam uit te jagen.
Gedurende de renaissance ontstond de verlichting, waarbij er enorme slagen op het gebied van
wetenschap en kennis werden gemaakt. Hieruit volgde het biomedische model en later het
biopsychosociale model.
3. Beschrijf en gebruik de belangrijkste ziektematen en neem hierin mee de
kernwoorden: morbiditeit, prevalentie, incidentie.
Gezondheidspsychologen dienen de context te kennen waarin ziekte en gezondheid bestaan.
De studie van epidemiologie – onderzoekt distributie en frequentie van ziekte en blessure –
biedt deels deze context. Epidemiologen gebruiken verschillende termen in het beschrijven van
hun vindingen:
1. Mortaliteit; dood
2. Morbiditeit; ziekte, blessure of invaliditeit
3. Prevalentie; aantal casussen, bijvoorbeeld van infecties
4. Incidentie; aantal nieuwe casussen
5. Epidemie; de incidentie stijgt heel rap
4. Leg het belang van de discipline psychologie in de problematiek rond ziekte en
gezondheid uit a.d.h.v. kernwoorden: chronische aandoeningen, kosten van de
gezondheidszorg, lifestyle en gedrag, persoonlijkheid en ziekte
Door de toename van de prevalentie van chronische ziekten en de relatie met leefstijl en gedrag
als roken, eten en bewegen, is onze kijk op gezondheid en ziekte veranderd. Het ontstaan van
gezondheidspsychologie als vakgebied kan worden gezien als een direct gevolg van die
veranderde visie. De kosten van de gezondheidszorg stegen enorm onder deze chronische
aandoeningen. Dit was niet enkel aan te pakken vanuit een biomedische insteek. Om de
aandoeningen te voorkomen, te genezen en te managen, dient er ook aandacht te zijn voor het
psychologische (persoonlijkheid en ziekte) en het sociale (leefstijl en gedrag) te zijn.
, 5. Geef aan welke wetenschappen aan gezondheidspsychologie verwant zijn en wat
het verschil is tussen de verschillende vakgebieden. Gebruik hierbij de termen;
psychosomatische geneeskunde, sociale geneeskunde, epidemiologie, medische
sociologie en antropologie, gezondheidswetenschappen
Overlap is dat ze zich allemaal op gezondheid richten, echter vanuit andere perspectieven
(individu, maatschappelijk, vakgebieden).
Zo is psychosomatische geneeskunde verbonden aan de psychiatrie, is medische gedragskunde
gericht op interventies zonder medicijnen en is gezondheidspsychologie gericht op een klinische,
sociale, ontwikkeling en culturele facetten, om die te kunnen identificeren en te veranderen.
Sociale geneeskunde richt zich op de impact van sociale verhoudingen op ziekte, de distributie
van ziekte, socio-economische factoren van gezondheidszorg etc.
Epidemiologie richt zich op risicofactoren en ongelijkheden.
Antropologie op gezondheid gerelateerd aan cultuur en de verschillen in gezondheid en
gezondheidszorg.
6. Beschrijf wat gezondheidspsychologie inhoudt, wat haar aandachtsgebieden zijn
en wat de achterliggende visie is, vanuit het perspectief van het biopsychosociaal
model.
‘Gezondheidspsychologie is het onderdeel van de psychologie dat is gericht op het verkrijgen
van inzicht in de psychologische factoren die een rol spelen bij hoe en waarom mensen gezond
blijven of ziek worden, en hoe zij omgaan met die ziekte. Gezondheidspsychologie speelt een
rol in gezondheidsbevordering en bewaking, preventie en behandeling van ziekte, de rol van
psychologische factoren in etiologie van ziekte en gezondheid, de verbetering van de
gezondheidszorg en het ontwikkelen van een gezondheidsbeleid.’
De achterliggende visie is een holistische kijk, waarin alle factoren die van invloed zijn, worden
meegenomen.
Extra vragen vanuit de oefeningen:
Wat zijn de doelen van gezondheidspsychologie?
Op educatief, wetenschappelijk en professioneel gebied een bijdrage leveren aan:
1. Gezondheidsbevordering en handhaving van de gezondheid
2. Preventie van ziekte, behandeling van ziekte en ‘goed’ omgaan met ziekte
3. Identificatie van oorzaken van ziekte en gezondheid en van diagnostische factoren
4. Het analyseren en verbeteren van gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid.
Wat zijn de verschillen tussen gezondheidspsychologie en medische & klinische
psychologie?
Uit de definities van gezondheidspsychologie zijn volgens Maes (1986)* een tweetal belangrijke
uitgangspunten af te leiden. Ten eerste houdt de gezondheidspsychologie zich voornamelijk