Leerdoelen.
Nadat u deze cursus hebt bestudeerd, kunt u:
- ethische aspecten bij psychologische experimenten beoordelen.
- experimentele ontwerpen beoordelen op hun interne en externe validiteit.
- experimentele hypothesen opstellen.
- diverse vormen van een variantieanalyse (ANOVA: univariaat) toepassen.
- resultaten van statistische toetsing interpreteren.
- APA-richtlijnen correct toepassen in een onderzoeksverslag.
Ten aanzien van de fase Onderzoeksvraag casus psychologie kunt u:
- de doelstelling van het onderzoek en theoretisch onderbouwde vraagstellingen
formuleren.
- deze vraagstellingen uitwerken tot wetenschappelijke hypothesen.
Ten aanzien van de fase Dataverzameling:
- hebt u kennis van ethische aspecten bij een psychologisch experiment.
- hebt u kennis van verschillende pre-, quasi- en echte experimentele designs
(experimentele ontwerpen).
- kunt u experimentele designs beoordelen op hun interne en externe validiteit.
Ten aanzien van de fase Data-analyse kunt u:
- variantieanalyse (one-way en factorial ANOVA) uitvoeren met behulp van SPSS.
- covariantieanalyse (ANCOVA) uitvoeren met behulp van SPSS.
- herhaalde meting (one-way) en factorial repeated measures ANOVA uitvoeren met
behulp van SPSS.
- de statistische resultaten correct beschrijven volgens de APA-normen.
Ten aanzien van de fase Discussie, conclusie, rapportage kunt u:
- conclusies trekken die in overeenstemming zijn met de uitkomsten van de analyses.
- resultaten correct terugkoppelen naar de onderzoeksvragen en de hypothesen.
- een kritische houding aannemen ten aanzien van eigen resultaten.
Na het bestuderen van thema 1 kunt u:
- de belangrijkste ethische richtlijnen die in het bijzonder van belang zijn bij het uitvoeren
en opzetten van experimenteel onderzoek benoemen.
- het verschil tussen interne en externe validiteit beschrijven.
- de bedreigers van de interne validiteit herkennen.
- de bedreigers van de externe validiteit herkennen.
- kritisch reflecteren op de opzet van een onderzoek in termen van de type
validiteitsbedreiging.
,- het verschil tussen interne en externe validiteit beschrijven.
- de bedreigers van de interne validiteit herkennen
- de bedreigers van de externe validiteit herkennen
- kritisch reflecteren op de opzet van een onderzoek in termen van de type
validiteitsbedreiging.
- het verschil tussen een zuiver, quasi- en pre-experimenteel design beschrijven
- het verschil tussen een binnen- en tussenproefpersoondesign beschrijven
- uitleggen wat de noodzakelijke kenmerken zijn van causaliteit
- beschrijven hoe een experiment kan worden vormgegeven om causale claims optimaal
te ondersteunen.
- de bekendste algemene pre-experimentele designs benoemen.
- de bekendste algemene zuivere-experimentele designs benoemen.
- de bekendste algemene quasi-experimentele designs benoemen.
- de bekendste algemene longitudinale designs benoemen.
Na het bestuderen van thema 2 begrijpt u:
- het concept dat veel toetsen uitvoeren de betrouwbaarheid van onderzoek kan schaden.
- hoe extra variabelen onderzoekers in staat stellen om de kwaliteit van hun experiment te
toetsen.
- hoe gemiddelde verschillen tussen twee of meer groepen getoetst kunnen worden met
een t-toets en one-way ANOVA.
- hoe gemiddelde verschillen tussen groepen over meer variabelen getoetst kunnen
worden met een factoriële ANOVA.
- wat interactie-effecten zijn en hoe effecten tussen groepen afhankelijk kunnen zijn van
andere variabelen.
- uitleggen waarom veel toetsen uitvoeren de betrouwbaarheid van onderzoek kan
schaden.
- de consequenties van type-1 fout op de conclusies van een onderzoek uitleggen.
- inschatten wanneer een correctie op de alfa of p-waarde nodig is om te corrigeren voor
veel paarsgewijze vergelijkingen.
- in een ANOVA-raamwerk de correctie voor veel paarsgewijze vergelijkingen toepassen
en de uitkomsten daarvan interpreteren.
- uitleggen hoe geëvalueerd kan worden of de experimentele manipulatie is geslaagd
[[[begrijpen]]].
- situaties herkennen waarin de experimentele manipulatie een onbedoeld effect gehad
heeft op de werking van een andere experimentele manipulatie [[[toepassen]]].
- situaties herkennen waarin de experimentele manipulatie een ongewenst effect gehad
heeft op een andere variabelen dan de beoogde [[[toepassen]]].
- de controle van de beoogde werking van de experimentele manipulatie toetsen en de
toetsuitkomsten interpreteren. [[[evalueren]]].
- vraagstellingen en hypothesen voor t-toetsen formuleren.
- de assumpties van t-toetsen benoemen.
- de assumpties van t-toetsen toetsen.
- de gepaarde en onafhankelijke t-toets uitvoeren en de uitkomsten daarvan interpreteren.
- een effectgrootte van t-toetsen berekenen en interpreteren.
- vraagstellingen en hypothesen voor factoriele ANOVA’s formuleren.
- de assumpties van factoriele ANOVA’s benoemen.
- de assumpties van factoriele ANOVA’s toetsen.
- factoriele ANOVA’s uitvoeren en de uitkomsten daarvan interpreteren.
- een effectgrootte van de factoriele ANOVA berekenen en interpreteren.
Na het bestuderen van thema 3 kunt u:
- een (one way) herhaalde-metingenanalyse uitvoeren met behulp van SPSS.
- een mixed ANOVA (factoriële herhaalde-metingen-ANOVA) uitvoeren met behulp van
SPSS.
,- de resultaten van de statistische toetsing interpreteren.
- de statistische resultaten correct beschrijven met inachtneming van de APA-regels.
- vraagstellingen en hypothesen voor Repeated Measures ANOVA’s formuleren.
- een repeated measures ANOVA beschrijven.
- de assumpties van Repeated Measures ANOVA’s benoemen.
- de assumpties van Repeated Measures ANOVA’s toetsen.
- One-way Repeated Measures ANOVA’s uitvoeren en uitkomsten daarvan interpreteren.
- een effectgrootte van de One-Way Repeated Measures ANOVA berekenen en
interpreteren.
- vraagstellingen en hypothesen voor Mixed Design ANOVA’s formuleren.
- interacties tussen between en within effects toetsen en interpreteren.
- de between-subject effects toetsen en interpreteren.
- Mixed Design ANOVA’s uitvoeren en de uitkomsten daarvan interpreteren.
- een effectgrootte van de Mixed Design ANOVA berekenen en interpreteren.
- een correcte techniek kiezen bij een vraagstelling.
- aangeven in welke situaties multilevelanalyse de voorkeur verdient boven ANOVA met
herhaalde metingen.
Na het bestuderen van thema 4 kunt u:
- aangeven in welke situaties multilevelanalyse de voorkeur verdient boven ANOVA met
herhaalde metingen.
- met een ANCOVA experimentele designs toetsen die minstens één interval- of hoger
meetniveau predictor bevatten.
- de resultaten van een ANCOVA interpreteren.
- een ANCOVA rapporten volgens APA-normen.
- inferenties op basis van de ANCOVA rapporteren in de discussiesectie van een
wetenschappelijk manuscript.
Na het bestuderen van thema 5 kunt u:
- zelfstandig een onderzoeksvraag en hypothesen opstellen.
- kritisch de integriteit van uw data evalueren.
- zelfstandig de juiste analysetechniek identificeren en interpreteren ter beantwoording
van uw onderzoeksvraag.
- de uitkomsten van de data-analyse en de inferentie naar de populatie beschrijven
volgens APA richtlijnen.
, Experimenteel onderzoek.
Introductie tot de cursus.
Experimenteren verwijst naar de logica van de gehanteerde procedure. Bij experimenteel
onderzoek wordt de onafhankelijke variabele – ook wel experimentele of oorzaaksvariabele
genoemd – gemanipuleerd bij zowel een experimentele groep als controlegroep, om vast te
stellen of er een causaal verband is tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele.
Om te kunnen spreken van een causale relatie, moet aan 3 voorwaarden worden voldaan:
1. Er moet een statistisch significant verband zijn tussen de predictor (= onafhankelijke
variabele) en de afhankelijke variabele.
2. De predictor moet in de tijd voorafgaan aan de afhankelijke variabele.
3. De relatie tussen de predictor en de afhankelijke variabele wordt niet veroorzaakt door
een derde, mogelijk onbekende, variabele (randomisatie helpt hierbij).
Thema 1 – Experimentele designs en validiteit.
Thema 1.1 – Ethiek van experimenteel onderzoek.
Ethische richtlijnen bij het doen van onderzoek zijn opgesteld om psychologen te doen
realiseren dat zij de plicht hebben om de rechten en waardigheid van de deelnemers aan
hun onderzoek te respecteren en te bewaken. De belangrijkste richtlijn is het principe van
minimized harm, oftewel dat de proefpersoon zo min mogelijk wordt belast.
Informed consent is het verstrekken van informatie en het vragen van toestemming aan de
proefpersonen. Active informed consent is wanneer de proefpersoon een handeling moet
verrichten om toestemming te geven. Passive informed consent is wanneer de proefpersoon
een handeling moet verrichten om niet deel te nemen aan een onderzoek.
Vereiste informatie voor informed consent zijn vrijwillige deelname, recht op deelname
beëindigen, doel van onderzoek, onderzoeksprocedure, risico’s, maatschappelijk nut van
onderzoek, duur van het onderzoek, contactinformatie, en anonimiteit.
Debriefing is het zo snel mogelijk op de hoogte stellen van de proefpersonen over mogelijke
deceptie en werkelijke doel van het onderzoek. Bovendien is dit het moment voor vragen.
Het doel van debriefing is het wegnemen van misconcepties of onzekerheden van
proefpersonen.
Bedrog is wanneer proefpersonen worden voorgelogen. De bekendste vormen zijn het
gebruik van handlangers, staged manipulations in field settings, en misleidende instructies.
Het schrijven van de procedure in een methodesectie in een experimenteel onderzoek moet
relatief uitgebreid zijn en een goede balans zijn tussen bondig en voldoende gedetailleerd.
Een goede proceduresectie bevat een samenvatting van de instructies die proefpersonen
ontvangen hebben (niet volledig) en informed consent, een beschrijving van de specifieke
experimentele manipulaties, eventuele counterbalancing of andere methoden van
experimentele controle, duur van het experiment, en eventuele beloningen voor het
participeren van het onderzoek.
Thema 1.2 – Bedreigers van interne en externe validiteit.
Betrouwbaarheid is synoniem aan ruis of error, en is een statistisch probleem. Validiteit gaat
over bias, en is meer een filosofisch probleem.
Interne validiteit gaat over de causale relatie tussen twee variabelen. Drie randvoorwaarden
hiervoor zijn (1) dat de oorzaak voorafgaat aan het effect, (2) dat de oorzaak en het gevolg
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentpsychologieou. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.