Geschiedenis van de psychologie
Hoofdstuk 4: De voelende en waarnemende geest: Van kant door de gestalt psychologen
1. The Kantian Background
2. Helmholtz and Psychology’s Physiological Foundations
3. Helmholtz on Human Vision
4. Fechner and Psychophysics
5. Gestalt Psychology
----------------------------------------------------------
1. The Kantian Background
Immanuel Kant (1724- 1804)
- Nativist
Zei dat mentale fenomenen;
1. Geen ruimtelijke dimensies hebben
2. Te kortstondig om te kunnen observeren
3. Kunnen niet experimenteel worden gemanipuleerd
4. Kunnen niet wiskundig worden beschreven of geanalyseerd
- Daarom; psychologie een filosofische en niet wetenschappelijke discipline.
- Wetenschappelijke onderbouwing en kennis wordt uitgedaagd, omdat men oorzakelijkheid
‘causaliteit’ niet ‘echt’ kent.
- Twee domeinen realiteit:
- Noumenale (externe) wereld objecten in pure staat onafhankelijk van menselijke
ervaringen. Deze wereld ken je niet direct, omdat je hoofd hier een beeld van maakt.
- Fenomenale (interne) wereld Het beeld in je hoofd van de externe wereld.
- Je kent de wereld niet, maar wel de hoofdkenmerken van de geest die deze fenomenale ervaringen
creëert. De geest organiseert deze subjectieve ervaringen in categorieën.
- Psychologie zou volgens hem nooit tot wetenschap kunnen worden beschouwd.
- Omdat: ze geen ruimtelijke dimensies hebben, niet langdurig kunnen worden geobserveerd,
niet experimenteel kunnen worden gemanipuleerd en niet wiskundig kunnen worden
omschreven.
- Charles Bell: Wet van specifieke zenuw energieën elke sensorische zenuw brengt een soort
sensatie over (bv. optische zenuw kan alleen visuele stimuli overbrengen).
Hiervoor dacht men nog dat een zenuw alleen een holle pijp was die verschillende dingen kon
overbrengen.
2. Helmholtz and Psychology’s Physiological Foundations
Hermann Helmholtz (1821 – 1894)
- Empirist
- Hiervoor: vitalisme Alle levende organismen hebben een levenskracht in zich dat essentieel is
voor hen om te kunnen leven, deze is niet analyseerbaar met wetenschappelijke methoden.
- Helmholtz was het hier niet mee eens Hij bestudeerde hoeveel energie er in (eten) en uit
(beweging en warmte) een kikker gaat. Dat was precies gelijk, het lichaam bestaat alleen uit
chemische processen, er is niks anders (zoals bijv. levensenergie) = Fysiologische mechanismen. Dus,
mens is een machine.
,- De wet van behoud van energie Alle organische processen worden begeleid door het behoud
van energie.
- Deed als eerste onderzoek naar reactietijd bij mensen.
- Studies naar zicht:
1. Fysieke studies oog als optisch instrument; kijken hoe het licht van de externe wereld
op de retina valt als een afbeelding.
2. Fysiologische studies hoe de retina signalen doorgeeft naar het brein; bewuste ervaring.
3. Psychologische studies hoe ervaring licht wordt getransformeerd naar betekenisvolle
percepties.
- Waarneming (sensation) De rauwe elementen van bewuste ervaring, die geen leren of eerdere
ervaringen nodig hebben.
- Gewaarwording (perception) De betekenisvolle interpretaties van waarnemingen.
- Zag sensation en perception als creatieve activiteiten van het brein die door Kent
veronderstelt.
Neurofysiologie van kleurgewaarwording:
- Isaac Newton had al ontdekt dat zonlicht uit verschillende kleuren licht (zonnespectum) bestaat.
- Complementaire kleuren: een paar van kleuren, die als gemengd, lijken op zonlicht (wit licht). Bv.
geel met blauw-violet.
- Primaire kleuren rood, groen en blauw-violet; deze kunnen samen elke kleur vormen
! Leidde tot een verfijning van Müller’s wet van specifieke zenuw energieën; individuele zenuwen
kunnen zowel zintuigelijke boodschappen van een specifieke soort (visueel, auditief, etc.) als van een
specifieke kwaliteit (rood, groen of blauw-violet) bevatten.
- Young-Helmholts trichromatische theorie Retina bevat drie lichtgevoelige receptor cellen, elk
gevoelig voor een primaire kleur. Zenuwen die aan deze cellen vastzitten geven de signalen door aan
het brein.
- Perceptuele adaptie Het vermogen van een lichaam zich aan te passen aan een omgeving.
- Bijdragen psychologie:
- Liet zien dat neurologische processen experimenteel geobserveerd konden worden
- Ontwikkelde wetenschappelijk concept van de Kantiaanse geest: geest handelt volgens
mechanistische principes
- Ontdekte vele aspecten en imperfecties van het oog.
- Maximale scherpte alleen op de foveo die erg klein is
- Kleuren worden niet perfect her geproduceerd op de retina
- blind vlek; hier liggen geen licht gevoelige cellen.
- Perceptuele adaptie: Het vermogen van het lichaam om zich aan te passen aan een omgeving (door
afleidingen weg te filteren).
- Onbewuste inferentie: Het onbewust aanpassen van perceptuele fenomenen.
- bv. het aanleren dat een object dat een klein deel van het gezichtsveld bevat verder weg is.
Syllogismen:
- Hoofdpremisse: De grootte van het plaatje van een object hangt af van de afstand tot het
oog.
- Minor premisse: De grootte van het plaatje van een bal in mijn visuele veld wordt steeds
kleiner.
, - Conclusie: De bal gaat van me af .
Verschil perceptie en syllogismen: Perceptie ontstaat onmiddellijk en moeiteloos, terwijl de werking
van een Syllogisme omslachtig en tijdrovend kan zijn.
Één van de grootste belangrijkste psychologen vanwege:
1. Laten zien neurologishe processen, die mentaal functioneren onderliggen nu experimenteel
geobserveerd konden worden.
2. Ontwikkelde wetenschappelijk concept van de Kantiaanse geest. Waarnemende geest handelde
volgens mechanistische principes.
- Helmholtz ideeën over gewaarwording en onbewuste inferentie zijn vandaag de dag iets veranderd.
Aan de hand van het onderzoek van Eleanor Jack Gibson (1910-2002) lieten zij de visuele kloof zien.
Baby’s en erg jonge dieren nemen toch diepte waar, zonder dat zij al ervaring hiermee hebben.
Helmholtz vs. Kent
Beiden:
- Waarnemingen worden geïnterpreteerd en krijgen betekenis tijden het gewaarwordingsproces. Dit
kan zelfs zo worden getransformeerd dat ze niet meer lijken op waarnemingen (optische illusies).
Kent: Kwam door: aangeboren intuïties en categorieën.
Helmholtz: kwam door: ervaringen en leren, veel geobserveerde feiten konden aan de hand hiervan
worden uitgelegd.
De vraag die een empiricus van een nativist -Helmholtz van Kant- scheidt: was niet of er door ervaring
perceptuele processen werden aangeleerd, maar hoeveel en in welke mate.
4. Fechner en psychofysica
Gustav Theodor Fechner (1801- 1887)
- Door zijn vader gestimuleerd: onafhankelijk en non-conformistisch te denken.
= niet aanpassen aan algemeen geldende omgangs- en gedragsvormen.
- Fechner zag ‘de grenzeloze machines’ niet als middel voor het bevrijden van de fysiologie, maar als
een filosofische dood en deprimerende doctrine.
- Nachtansicht: Het universum is een dode entiteit, het leven en bewustzijn komt incidenteel voor en
komt door de mechanistische wetten (materalistische concept).
- Tageansicht: Bewustzijn is het fundamentele kenmerk van een bezield universum. Mechanistische
wetten laten alleen een gedeeltelijk externe kant van realiteit zien.
- Fysieke en mentale wereld als één.
- Psychofysica Het bestuderen van de relatie tussen objectief gemeten intensiteit en subjectieve
indrukken van deze intensiteit van verschillende stimuli.
- Kant’s theorie kwam hierin naar voren: Het zintuigelijk systeem verwerkt en transformeert
fysieke stimuli voordat deze in het bewustzijn belandde =) Fechner wilde deze snelheid meten.
- Fechner’s/ Webers Law Sensatie = k(logP)
- Ernst Heinrich Weber Vond dat je dingen minder makkelijker van elkaar kunt onderscheiden,
naarmate de intensiteit groter is. (Bijv donkere kamer - kaars v.s. lichte kamer - kaars).
Dus, je hebt een steeds groter verschil nodig om meer sensatie te krijgen.
- Deed onderzoek naar: Jnd (just noticeable difference) het minimale gewicht waardoor
, de proefpersoon het verschil kan merken tussen twee gewichten.
- Absolute drempel kleinste intensiteit van een stimulus die waargenomen kan worden.
Stevens zei Power Law = S = kP^n
- Want sommige vormen van stimulatie namen veel sneller toe dan anderen.
5. Gestalt Psychology
- Psychologische beweging die belangrijk is geweest voor ons begrip van waarneming (denk aan
optische illusies).
- Apparente beweging de perceptie van beweging als men achter elkaar stilstaande bewegingen
ziet die iets verschillen.
- Max Wertheimer (1880-1943); bestudeerde de optische illusie van schijnbare bewegingen, waarbij
het lijkt alsof er beweging plaatsvindt. Dit krijg je door 2 klein verschillende foto’s achter elkaar te
laten zien Phi fenoneem.
Perceptie vindt altijd plaats in een “veld” verdeeld in figure en ground.
Figure = de hele eenheid die bewust geobserveerd wordt. En
ground = de benodigde achtergrond waartegen het figuur gedefinieerd wordt.
- Gestalt psychologie: breid het Kantiaanse begrip van een creatieve, transformerende geest verder
uit en ondersteund de argumenten van Helmholtz en Fechner met empirisch bewijs. Bovendien
bevorderden ze een algemene manier van denken over psychologische feiten, waarbij ze de nadruk
legden op hun organisatie in gehelen en velden.
Psychofysisch isomorfisme het idee dat een patroon van prikkels dat wordt waargenomen in
structureel opzicht correspondeert met een soortgelijke toestand of patroon in de hersenen, dus dat
we de hersenen als geheel moeten bestuderen.
Gestalt principes je hersenen proberen dingen te ordenen en groeperen adh van gestaltwetten
over de waarneming.
Psychofysische isomorfisme Psychologische feiten en onderliggende gebeurtenissen in het brein
lijken op elkaar in al hun structurele kenmerken. Het brein moet dus als een georganiseerd, geheel
systeem worden bestudeerd, en dus niet als samenvoeging van meerdere individuele componenten.
Gestalt wetten:
- Wet van Pragnanz/eenvoud = we zien dingen zo eenvoudig mogelijk (bijv olympische ringen)
- Wet van nabijheid/dichtheid = we zien dingen die dicht bij elkaar staan als eenheid (bijv bolletjes)
- Wet van gelijkenis/overeenkomst
- Wet van de symmetrie = we zien dingen die op elkaar lijken als eenheid
- Wet van de continuiteit
- Wet van de gemeenschappelijke bestemming = mensen die dezelfde kant op gaan zien we als
eenheid
- Wet van geslotenheid = geest creëert figuren, zelfs als het figuur niet gesloten is
- Wet van verbondenheid
- Wet van de gedeelde achtergrond
- Phi fenomeen (stipje verdwijnt) en beta fenomeen (bolletje verschijnt en verdwijnt)