Bakker - cultureel-etnische segregatie in het onderwijs: achtergronden, oorzaken en
waarom te bestrijden
1. Wat is de vraag/het probleem?
De vraag is of desegregatie beter is, en hoe we dit zouden kunnen bereiken (ook wat de
oorzaken van de ontstane segregatie zijn)
2. Op welke manier wordt er een antwoord gezocht op de vraag?
Door de verschillende ‘peer studies’ met elkaar te vergelijken. Verschillende ervaringen op
verschillende scholen naast elkaar leggen.
3. Hoe verhoudt de vraag zich tot het thema/onderwerp van het bijbehorende
hoorcollege?
In het bijbehorende hoorcollege werden onder andere verschillende soorten tweedelingen
besproken, de kloof die ontstaat, de ontwikkeling van de kloof door de jaren heen en of dit
goed of juist slecht is. De vraag in het artikel gaat over een tweedeling tussen groepen met
een verschillend etnische achtergrond, hoe is deze tweedeling ontwikkeld, is deze
tweedeling goed of moeten we hier een verandering in aanbrengen?
4. Wat zijn de bevindingen van de auteur(s)?
De bevindingen van de auteur zijn dat er nog veel onduidelijkheid is op het gebied van
desegregatie, wat dit nou precies oplevert, want dit verschilt per peer studie heel erg. Niet
op elke school zijn de resultaten uit een onderzoek gelijk.
Docenten maken het verschil niet de samenstelling van de school
Oorzaken van de ontstane segregatie:
- Komst van gastarbeiders -> komen in achterstandswijken terecht
- Kenmerken van het onderwijs systeem zelf:
- Naast elkaar bestaan van private en publiek onderwijs, er zijn meer publieke
scholen in buurten waar meer allochtonen wonen
- Verschil in gelovige scholen; dus openbare en gelovige scholen
- Landen met een combinatie van vroege selecte en sterk gedifferentieerd
systeem zorgen voor segregatie
- Ruimtelijke of residentiele segregatie: verschillende groepen met verschillende
achtergronden wonen gescheiden, dezelfde groepen gaan dus naar dezelfde scholen
omdat ze naar een school dicht in de buurt gaan. Dit wordt gezien als een ongewenst
fenomeen, omdat eenzijdige samengestelde buurten vaak ook sociaaleconomische
achterstandswijken zijn waar problemen rond werkeloosheid, criminaliteit en
leefbaarheid zich kunnen opstapelen en volgens sommigen het gevaar van
‘gettoisering’ op de loer ligt.
- Schoolkeuze gedrag van ouders; autochtone ouders prefereren een school voor hun
kinderen die aansluit bij hun eigen achtergrond.
,5. Welke centrale begrippen/theorieën worden er in het artikel gebruikt/besproken?
- Witte vlucht: vertrek van autochtone kinderen van concentratiescholen vanwege de
vrees van ouders dat op deze scholen slecht onderwijs gegeven wordt
- Controlled choice beleid: Amerikaans beleid om onderwijs segregatie tegen te gaan
- Ouder initiatieven: ouders die met opzet hun kind naar een school sturen waar veel
kinderen met een andere achtergrond zitten
- Magneetscholen: scholen met andere initiatieven zoals dans of sport, deze scholen
bestaan om andere rassen aan te trekken tot de desbetreffende school
- Empowerment: vanuit je eigen netwerk en eigen kracht dingen oplossen -> in je
kracht staan in je eigen situatie en omgeving
- Confessioneel onderwijs: onderwijs voor mensen met dezelfde normen en waarden
- Futiliteitscultuur: dingen die onbelangrijk zijn, een detail wat er niet perse toe doet
- Positiviteitsbias: wanneer er exclusief wordt gefocused op positieve contacten,
waaronder de negatieve ervaringen onderbelicht worden
6. Welke voor de pedagogische praktijk relevante adviezen kun je uit het artikel halen of
afleiden?
- Men moet niet afgaan op de resultaten van 1 onderzoek, resultaten kunnen erg
verschillen per situatie/studie
- Desegregatie heeft zo z’n argumenten voor en tegen, het hoeft niet altijd negatief te
zijn
Dekker en de Ridder – polariseert Nederland? Ontwikkelingen in politiek-culturele
tegenstellingen
1. Wat is de vraag/het probleem?
- Is er meer politiek-culturele verdeeldheid in de bevolking ontstaan?
- Zijn politiek-culturele verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden?
- Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker geworden?
- Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan?
Kortom: vindt er toenemende politiek-culturele polarisatie plaats in Nederland?
2. Op welke manier wordt er een antwoord gezocht op de vraag?
Door middel van enquête data, dit is kwantitatief onderzoek doen. Dekker en Den Ridder
hebben niet zelf respondenten benaderd, ze hebben twee langlopende onderzoeken
gebruikt.
Het onderzoek van Dekker en Den Ridder is een beschrijvend onderzoek, ze hebben
onderzoek gedaan en beschrijven wat er uit het onderzoek komt, maar geven hier geen
verklaring voor, dus geen verklarend onderzoek.
3. Hoe verhoudt de vraag zich tot het thema/onderwerp van het bijbehorende
hoorcollege?
, De vraag komt overeen met het hoorcollege, omdat tweedeling in beide centraal staat, en
dan vooral de ontwikkeling van de tweedeling in Nederland
4. Wat zijn de bevindingen van de auteur(s)?
- Is de bevolking meer verdeeld geraakt? -> niet het geval, tegenover gevallen van
polarisatie (politiek vertrouwen) staan kwesties van gedepolariseerde kwesties
(euthanasie, inkomens nivellering),
- Verschillen tussen bevolkingsgroepen groter geworden? -> meestal niet,
tegenstrijdige onderzoeksresultaten. Sommige gevallen wel: links-rechts
tegenstelling nam toe tussen sekse (vrouwen worden linkser), tussen hoger en lager
opgeleiden (lager opgeleiden worden rechtser). Op inkomensnivellering polariseerde
jongeren en ouderen (ouderen zijn meer professioneel)
- Is de samenhang van politieke voorkeuren met zelfvertrouwen sterker geworden? ->
dubbelzinnig antwoord, wel wordt geconstateerd dat samenhang van politiek
zelfvertrouwen met globaliseringskwesties relatief sterk is
- Zijn we vaker gaan denken dat er grote tegenstellingen bestaan? -> niet als het om
tegenstellingen tussen politieke partijen gaat, maar gemiddeld wel bij de vergelijking
van sociale groepen
Denken over nieuwe kwesties -> wel polarisatie
Denken over oude kwesties -> geen polarisatie
5. Welke centrale begrippen/theorieën worden er in het artikel gebruikt/besproken?
- Politiek zelfvertrouwen: mate waarin je als burger het gevoel hebt dat je iets bij
brengt in de politiek
- Pro-nivellering: voor het streven naar gelijkheid
- Antiautoritarisme (stijging antiautoritaire voorkeuren): tegen autoritair beleid, meer
neiging naar democratische benadering
- Links-rechts zelfplaatsing: waar iemand zichzelf beschouwt, links of rechts
- Polarisatie: verscherpen van tegenstellingen tussen twee groepen
6. Welke voor de pedagogische praktijk relevante adviezen kun je uit het artikel halen of
afleiden?
Niet mogelijk.
Merry, Driessen en Oulali – doet onderwijssegregatie ertoe?
1. Standpunt van de auteurs: sociale integratie in het onderwijs is niet perse de
enige/beste manier om het ideaal van gelijke kansen te realiseren
2. Argumenten voor:
- Velen van ons die tegen segregatie zijn, zijn tegelijkertijd net zo verantwoordelijk
voor de instandhouding ervan
- Bevorderen van gelijkheid zorgt voor afname van vrijheid