H10 ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN DE MENS: DE HUID
De huid: bedekt de buitenkant van het lichaam, laat zien hoe jong of oud iemand is, of iemand koud of warm of
gezond is, geeft de innerlijke toestand prijs. De huid vormt de begrenzing met de buitenwereld en speelt een
belangrijke rol in het contact met anderen. De huid is een orgaan dat uit meerdere typen weefsels bestaat. De
huid is een taaie en flexibele laag, met een dikte van 1 tot 3 millimeter en een totale huidoppervlak van 1,5m 2 .
10.1: FUNCTIES VAN DE HUID
De huid is de grens en het contactmedium tussen het lichaam en de buitenwereld. De functies van de huid zijn:
Bescherming
Warmteregulatie
Uitscheiding
Waarneming
Aanmaak van vitamine D
Bescherming: bescherming tegen schadelijke invloeden van de buitenwereld, tegen waterverlies en
warmteverlies uit het lichaam zelf. Zonder de huid zouden inwendige organen en structuren erg kwetsbaar zijn
voor beschadigingen door: mechanische krachten, chemische invloeden, binnendringen van
ziekteverwekkende micro-organismen (bacterien, schimmels, virussen, parasieten), te veel ultraviolette straling
(UV) van de zon (=schadelijk voor met name delende weefsels/cellen) en uitdroging.
Warmteregulatie: de huid en het onderhuidse bindweefsel vormen een warmte-isolerende laag. Als de
lichaamstemperatuur te hoog wordt zorgt de huid voor afkoeling door toename van doorbloeding van de huid
en van de zweetproductie. Bij afkoelen lichaam verminderde doorbloeding, minder uitscheiding zweet.
Uitscheiding: via klieren in de huid verdampt water (zweet) en worden bepaalde zouten uitgescheiden. Het
uitscheiden van water (transpireren) hoort bij de warmteregulatie. Bijzondere vorm van uitscheiding:
gespecialiseerde klieren in de borsten van een zogende vrouw scheiden moedermelk uit.
Waarneming: zodra de huid ergens mee in contact komt, worden verschillende soorten sensoren
(zintuigcellen) geprikkeld. Deze sensoren hebben elk een eigen gevoeligheid: voor warmte, koude, pijn,
trillingen, druk, harde en zachte oppervlakten. De waarnemingsfunctie ondersteunt de beschermende functie
van de huid.
Aanmaak van vitamine D: de 2 belangrijkste vormen van vitamine D zijn: vitamine D 2 en vitamine D3 , dit krijg je
via plantaardige voedingsmiddelen binnen dit is maar een klein deel van wat het lichaam nodig heeft. De
meeste vitamine D wordt in de huid gemaakt. Onder invloed van ultraviolette straling wordt een op cholesterol
lijkende stof in de huid omgezet in vitamine D 3 . In de lever en de nieren wordt vitamine D omgezet in een
hormoon dat de calciumopname vanuit de darm en de terugresorptie van calcium in de nieren bevordert.
Vitamine D is nodig voor de botstofwisseling en de spierfunctie.
10.2: BOUW VAN DE HUID
De huid (cutis) bestaat uit 2 lagen: de opperhuid en de lederhuid. Het onderhuidse bindweefsel vormt de
beweeglijke verbinding tussen de cutis en de eronder liggende structuren, zoals algemene fascie en spieren.
Fascie of fascia, ook wel peesblad genoemd, is een bindweefsel bij de mens en de meeste zoogdieren, dat een
vlies vormt tussen of rond spieren, spiergroepen, botten, gewrichten en lichaamsholtes. Het onderhuids
bindweefsel hoort niet bij de huid, maar is wel met de huid verbonden.
, 10.2.1: EPIDERMIS (OPPERHUID)
De epidermis bestaat uit meerlagig plaveisepitheel. Een belangrijke functie van dit deel van de huid is
weerstand bieden aan mechanische, biologische en chemische invloeden van buitenaf. De allerbuitenste laag
van de epidermis krijgt veel te verduren daarom heeft deze laag een slijtfunctie: het bestaat uit afgestorven
cellen die na verloop van tijd loslaten. Van binnenuit worden er nieuwe cellen aangevoerd. De gehele
opperhuid wordt binnen ongeveer 28 dagen compleet vervangen. De epidermis is niet doorbloed en bevat
geen lymfevaten. De opperhuid wordt van zuurstof en voedingsstoffen voorzien door de bloedvaten in de
lederhuid. De opperhuid bestaat uit 5 lagen: stratum basale, stratum spinosum, stratum granulosum, stratum
lucidum en stratum corneum.
Het stratum basale (basale laag)= de diepst gelegen laag. Hier scheidt de epidermis zich van de lederhuid. De
cellen in deze laag zitten verankerd in het basaalmembraan, een dun laagje bindweefsel. Het stratum basale
bestaat uit huidstamcellendeze blijven hun hele leven nieuwe opperhuidcellen vormen. Nieuw gevormde
cellen schuiven naar de oppervlakte van de epidermis toe. Het stratum basale bevat melanocyten
(pigmentcellen), welke melanine vormen, een bruinzwart pigment. De pigmentcellen geven pigment via
uitlopers af aan de opperhuidcellen in het stratum spinosum. Het stratum spinosum (stekelcellenlaag) biedt
stevigheid aan de huid. Bij beschadiging kan het stratum spinosum door celdeling nieuwe epidermiscellen
vormen. Dit gebeurt onder invloed van het ter plaatse geproduceerde hormoon histamine. Het stratum basale
en stratum spinosum worden samen ook het stratum germinativum (kiemlaag) genoemd, dit betekent dat het
om levende cellen gaat die het vermogen hebben om zich te delen. Het stratum granulosum (korrellaag) is
opgebouwd uit 1 tot 5 cellen. De cellen zijn wat afgeplat en bevatten doorzichtige granulae (korrels) die in een
later stadium gebruikt worden bij de vorming van keratine (hoornstof). In het stratum lucidum (heldere laag)
zijn de cellen plat en bevatten ze nog het kleurloze voorstadium van keratine, de cellen zijn bezig af te sterven.
Het stratum corneum (hoornlaag) is de meest oppervlakkig gelegen laag. Deze laag bestaat uit 15 tot 20 lagen
platte en dode cellen vol keratine. De afgestorven cellen vormen een schilferige laag deze laag slijt af door
mechanische invloeden (aanraking, druk, wrijving). Na verloop van tijd laten de huidschilfers los. Eelt is een
verdikking van de stratum corneum op plaatsen waar de huid regelmatig wrijving ondervindt eelt maakt je
huid op die plaatsen minder kwetsbaar voor beschadiging. De opperhuid van de handpalm en de vingertoppen
is geribbeld in regelmatige lijnenpatronen: de huidlijsten. Huidlijsten ontstaan door de in rijen gerangschikte
dermale papillen van de dermis. Deze patronen maken je vingerafdrukken en zijn karakteristiek voor elk
individu. De voetzalen en teentoppen hebben ook deze huidlijsten.