Samenvatting ‘Voor de
verandering’
Hoofdstuk 1 Verandering en agogiek
§1.1 veranderen en helpen veranderen
Er zijn twee vormen van veranderen te onderscheiden: zelf veranderen (het onderwerp wordt zelf
anders, bijvoorbeeld het weer) en iets doen veranderen (het onderwerp doet iets, waardoor de
situatie anders wordt). Bij agogiek gaat het om het helpen van anderen bij veranderingen in hun
leven, of veranderingen bij hunzelf. Er is sprake van professionele beïnvloeding met als doel het
verbeteren van de levenssituatie van de cliënt. We gaan hier te werk met de theorie van de agogie
(van agein = voeren/leiden). De letterlijke vertaling van agogiek is de leer van het doen veranderen
van mensen.
§1.2 kenmerken van de agogie
Bij agogiek draait het dus continu om het beïnvloeden en het veranderen van mensen op
professionele wijze. Er zijn veel beroepen die dit als doel hebben, zoals reclamemakers, marketeers,
etc. Toch is hier geen sprake van agogiek. Pas wanneer het aan de volgende kenmerken voldoet,
mogen we het agogiek noemen:
- Het gaat om een psychosociale verandering: het draait om het veranderen van gedragingen,
gedachten, beelden, houdingen, gevoelens, etc. van het individu, maar ook communicatie,
normen en waarden, etc. horen hierbij. Het heeft dus met de geest van een individu te
maken, maar ook met de onderlinge verhoudingen tussen mensen.
- De beïnvloeding is beroepsmatig: degene die helpt en steunt bij veranderingsprocessen doet
dit op de grond van zijn beroep en is er dus een professional in.
- Doelgericht: veel veranderingen zijn toevallig en sommige merken we niet eens op. Bij agogie
moet er een duidelijk doel gesteld zijn en moet al van te voren goed nagedacht zijn over de
verandering.
- Systematisch: van te voren wordt zorgvuldig afgesproken welke stappen zullen worden
begaan om het uiteindelijke doel te bereiken. Er wordt dus een plan afgesproken, en er
wordt niks aan toeval overgelaten.
- Bewust beïnvloeding: de cliënt is er zich van bewust dat er verandering plaats (zal)
vindt/vinden en gaat hier ook mee akkoord.
- De verandering is gewenst door betrokkenen: de cliënt (en ook zijn omgeving) willen dat er
iets verandert.
- Vrijwillig: de cliënt wordt niet gedwongen en wil zelf ook verandering.
- Niet wederzijds: de beïnvloeding is eenzijdig. Wel kan er een toevallige beïnvloeding in de
andere richting plaatsvinden, maar deze was dan niet afgesproken.
- Jongvolwassen (bij kinderen heet het pedagogie)
§1.3 Cliënt
Omdat het gaat om het verbeteren van een situatie, en niet het oplossen van een probleem, noemen
we de personen waarmee agogen werken vaak cliënten i.p.v. patiënten. Als er meerdere mensen
tegelijk worden behandeld, noemen we deze groep een cliëntsysteem.
§1.4 Met of zonder K?
Kinderen Volwassen Algemeen
Het beïnvloeden Pedagogie Andragogie Agogie
, Praktijkleer Pedagogiek Andragogiek Agogiek
De wetenschap Pedagologie Andragologie Agologie
§1.5 beroepen en velden
Er zijn beroepen waarbij agogiek centraal staat (zoals social worker, coah, geestelijk verzorger,
voorlichter, hulpverlener) en je hebt beroepen die een agogisch aspect met zich meedragen
(verpleegkundige, arts, leraar).
§1.6 Niveaus van psychosociaal functioneren
Er zijn vier cliëntsystemen te onderscheiden:
1. Individuen: hierbij gaat het om de gevoelens, persoonlijke ervaringen, gedrag, zelfbeeld, etc.
van één persoon.
2. Groepen: verzameling mensen die elkaar kennen en bij elkaar ‘horen’. Voorbeelden zijn
gezinnen of klassen.
3. Organisaties: groepen die niet erg bekend zijn met elkaar en vaak een afstandelijke relatie
hebben. Voorbeelden zijn fabrieken, scholen, sportverenigingen, etc.
4. Grote samenlevingsverbanden: een grote groep die een kenmerk gezamenlijk hebben.
De eerste twee groepen behoren tot het microniveau, de derde groep tot het mesoniveau en de
vierde groep tot het macroniveau.
§1.7 Verandering nader bekeken
Er heeft verandering plaats gevonden als er een verschil te merken is tussen de oude en
nieuwe/huidige situatie. Je kan in een situatie dingen vervangen of juist toevoegen. In de meeste
gevallen wordt iets toevoegen als de makkelijke vorm van veranderen gezien.
Wanneer er een negatieve uitgangssituatie is, moet er een oplossing worden gevonden voor een
probleem. Bij een positieve uitgangssituatie is het juist de wens om een al goede situatie te
verbeteren.
Niet-veranderen kan ook een verandering zijn: als iemand continu veranderd en wordt meegesleurd
door zijn/haar omgeving, moet dit soms ook stoppen. Door iemand te doen stoppen met
veranderen, vindt er dus een verandering plaats.
§1.8 Incidentele en structurele verandering
Een incidentele verandering is een verandering die eenmalig, of voor een beperkte tijd geldt. Een
voorbeeld: een tientje geven aan een zwerver lost voor een korte periode een probleem op. Daarna
is het probleem even groot als voorheen en was de verandering dus maar kort van duur.
Wanneer iemand steeds incidenteel wordt veranderd, kan dit leiden tot een meer-van-hetzelfde-
oplossing. Vaak leidt het ertoe dat een probleem alleen maar groter wordt.
Ook zijn er structurele veranderingen: deze zijn langdurig en blijvend van aard. Een structurele
verandering is vaak een stuk efficiënter, maar vereist wel meer werk en moeite, waardoor deze
manier soms wordt vermeden.
§1.9 Veranderbaarheid, verantwoordelijkheid en vrijheid
Sommige mensen geloven niet dat veranderen in sommige situaties mogelijk is. Deze mensen zouden
een fixed mindset hebben, en daardoor zelf ook weerstand bieden tegen verandering. Mensen met
een growth mindset geloven wel in verandering en zijn zelf ook beter in veranderen.
Het is belangrijk dat de cliënt zelf de verantwoordelijkheid draagt en inziet dat verandering
noodzakelijk is. De agoog moet duidelijk maken aan de cliënt waar het probleem zit, welke keuzes
hij/zij maakt, etc. In onze samenleving zijn we eraan gewend om verantwoordelijk af te schuiven op