Hoofdstuk 1
Welvaart, markten en overheid
Nutsmaximaliserend gedrag: mensen zullen uit keuzemogelijkheden altijd het alternatief
kiezen dat gegeven hun voorkeuren het beste is.
Veronderstellingen over voorkeuren:
- Volledige voorkeursordening: individu kan aangeven of hij de ene zaak beter, slechter
of even goed (indifferent) vindt ten opzichte van de andere zaak;
- Transitief: wanneer F wordt geprefereerd boven D, en D boven B, dan F ook boven
B;
- Meer boven minder.
Indifferentiecurve: geeft verschillende goederencombinaties aan die voor de consument
dezelfde hoeveelheid nut opleveren.
Budgetlijn: weergave van goederencombinaties die individu kan aanschaffen indien hij zijn
gehele budget besteedt.
Wederzijdse voordelige ruil: twee individuen zijn beter af dan ze voor de ruil waren.
Pareto-criterium: toename van de gezamenlijke welvaart, indien het nut van één of meer
leden van de desbetreffende groep groter wordt, zonder dat het nut van enig ander lid kleiner
wordt.
Als er geen pareto-verbetering mogelijk is, ontstaat een pareto-optimum.
Contractcurve: weergave van de verzameling Pareto-optima en bestaat uit de verzameling
van punten waarin de indifferentiecurven van de betrokken individuen elkaar raken.
Interpersonele nutsvergelijking: afwegen van het nutsverlies van de een tegen de nutswinst
van de ander. Alleen mogelijk indien:
- Nut van de betrokken individuen meetbaar is op een cardinale schaal (niet alleen
betekenis geven aan groter of kleiner zijn van de getallen, maar ook aan de
verhouding tussen twee getalen);
- Bekend is hoe de nutseenheden van de betrokken individuen zich tot elkaar
verhouden.
Hicks-Kaldor criterium: een verbetering van de gezamenlijke welvaart wordt gerealiseerd,
indien er sprake is van een verandering waarbij alle betrokkenen erop vooruit zouden
kunnen gaan; de in geld uitgedrukte nutswinst van de winnaars overtreft het in geld
uitgedrukte nutsverlies van de verliezers.
Het enige wat men zeker weet is dat de winnaars de verliezers kunnen compenseren.
Kosten-batenanalyse: voor- en nadelen van een maatregel inventariseren en dit wordt zoveel
mogelijk in financiële termen uitgedrukt. Praktische problemen bij uitvoering:
- Kosten en baten zullen doorgaans niet allemaal tegelijkertijd worden gerealiseerd;
- Er moeten keuzes worden gemaakt bij de financiële waardering van de voor- en
nadelen die mensen bij een bepaalde maatregel hebben.
Door specialisatie kan totale productie worden verhoogd. Voordelen die met specialisatie te
behalen zijn, kunnen alleen worden gerealiseerd indien er geruild kan worden.
, D.M. de Vries Rechtseconomie literatuur
Transactiekosten: kosten die het gebruik van de markt met zich meebrengt. Van belang voor
de hoogte van transactiekosten:
- Mate waarin investeringen nodig zijn die specifiek voor de desbetreffende transactie
worden gedaan;
- Frequentie waarmee dergelijke transacties plaatsvinden;
- Complexiteit van de transactie en de onzekerheid over de kwaliteit van de bij de
transactie betrokken goederen;
- Ingewikkeldheid van het meten van de kwaliteiten van de bij de transactie betrokken
goederen;
- Mate waarin een bij de transactie betrokken partij afhankelijk is van derden.
Volledige mededinging: veel vragers, veel aanbieders en een homogeen product.
Marginale opbrengst: verandering in de totale opbrengst die optreedt als de aanbieder één
extra eenheid van het goed verkoopt.
Marginale kosten: verandering in de totale kosten indien er één extra eenheid wordt
geproduceerd.
Kortetermijnevenwicht: gevraagde en aangeboden hoeveelheden zijn weliswaar aan elkaar
gelijk, maar op lange termijn gaat dit veranderen.
Langetermijnevenwicht: winstmaximaliserend gedrag leidt op een markt met volledige
mededinging op lange termijn, via toe- en uittreding van aanbieders, tot een marktevenwicht
waarbij er bijna geen winst meer wordt gemaakt.
Partiële evenwichtsanalyse: naar één markt kijken.
Algemene evenwichtsanalyse: naar alle markten tegelijkertijd kijken.
Externe effecten: voor- of nadelen verbonden aan de consumptie en/of productie van een
goed die toevallen aan anderen dan de directe consumenten of producenten van het goed,
zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat. Werkelijke (maatschappelijke) kosten
liggen hoger dan de kosten die de producent zelf draagt (private kosten).
Marginale maatschappelijke kostencurve: optelsom van de marginale private kosten plus de
externe kosten van elke eenheid.
Collectieve goederen:
- Non-exclusief: onmogelijk om mensen van het gebruik en de baten van het goed uit
te sluiten;
- Non-rivaliserend: aanspraken van het ene individu gaan niet ten koste van een ander
individu.
Onvolledige mededinging: individuele aanbieder heeft wel (enige) invloed op de prijs.
Risicoavers: individu ontleent hoger nut aan een vast bedrag dan aan onzekere bedragen
waarvan de verwachte waarde gelijk is aan dat vaste bedrag.
Risiconeutraal: maakt individu niet uit of het om een bepaald vast bedrag gaat of onzekere
bedragen waarvan de verwachte waarde gelijk is aan dat vaste bedrag.
Risicominnend: geeft voorkeur aan onzekere bedragen met een bepaalde verwachte waarde
boven een vast bedrag dat gelijk is aan die verwachte waarde.
Falen van verzekeringsmarkten:
- Moreel risico: mensen gaan zich na afsluiting van een verzekering anders gedragen
dan voordien;
- Adverse selectie: niet alle mensen lopen hetzelfde risico om een bepaalde schade te
krijgen, terwijl het voor de verzekeraar niet goed mogelijk is om te bepalen tot welke
risicocategorie de bijna-verzekerde behoort.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper desmaindevries. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.