Gedragswetenschappen IM 3
Inhoud
Hoorcollege 1 psychologie..................................................................................................................2
Stromingen.....................................................................................................................................2
Hoofdstuk 2: sensatie en perceptie....................................................................................................3
Theoretische verklaringen van perceptie.......................................................................................4
Hoorcollege 2: motivatie en emotie in relatie tot ziekte....................................................................5
hoofdstuk 6 motivatie en emotie.......................................................................................................8
Onbewuste en bewuste emotionele verwerking............................................................................9
Hoorcollege 3 stress en ziekte..........................................................................................................11
wat veroorzaakt stress?................................................................................................................11
Hoofdstuk 8 stress, gezondheid en welzijn.......................................................................................13
Afweer vs coping..........................................................................................................................13
hoorcollege 4 geheugen en herinnering...........................................................................................14
hoofdstuk 4 Geheugen.....................................................................................................................16
Hoorcollege 5 communicatie en E-health.........................................................................................19
Hoorcollege 6 ontwikkeling van het individu....................................................................................22
Hoofdstuk 7 persoonlijkheid.............................................................................................................25
,Hoorcollege 1 psychologie
Psyche- = geest -> logos = gebied van studie
= wetenschap van gedrag en psychische porcessen
- Kenmerken van wetenschap: Meetbaar, oorzaak gevolg, systematisch, openbaar
- Houdingsaspecten: nieuwsgierig, geïnteresseerd en sceptisch
Stromingen
- Biologisch -> erfelijkheid en zenuwen-/hormonaal stelsel -> beïnvloed gedrag
- Behaviorisme = aangeleerd gedrag -> black box, conditioneren, stimulus-respons
- Psychoanalyse -> psychotherapie -> iets lijdt tot het gedrag van u – Freud
- Humanistische psychologie -> vrije wil en persoonlijke groei, gedrag bij mensen, ervaringen,
groeien door te leren en andersom
- Cognitieve psychologie -> betekenis geven en betekenis geven -> voorspelbaarheid van
gedrag -> cognitie, actieve betekenisgeving
Psychologie verpleegkunde
- Gedrag observeren, herkennen en interventiemogelijkheden kennen en toepassen
- Om adequate verpleegkundige zorg te kunnen geven
Waarneming, perceptie en sensatie
- Stimul: Waarnemen –> welk gevoel zit daar aan – iedereen anders
- Sensorische adaptatie = door gevoelssensoren wordt iets waargenomen
Sensoren moeten worden geprikkeld
On-waarnemen is iets zien dat er niet is
- Sensatie = gewaarworden van een stimulus -> zien, horen, ruiken, voelen proeven, besef van
tijd, welke plaats je in de ruimte bevindt (in het donker het lichtknopje vinden), intuïtief
- Perceptie = betekenis geven na een waarneming
Beïnvloed door ervaringen, stemming, beslissing, adaptatie, moment, omgeving,
meta programma’s (onbewuste voorkeursstijlen),
Reactie: vluchten, vechten of bevriezen
Ordeningsprincipes:
Wet van gelijkheid: je hebt een voorkeur voor alles wat gelijk aan vorm is
Wet van Prägnanz: we zien wat we willen of denken te zien
Percentuele predispositie: ‘gehoor voorkeur’: je hoort iets wat er niet is, je denkt iets
te horen omdat je daar alert op bent
Subjectieve contouren: aan de contouren invullen wat het uiteindelijk plaatje is,
invullen
Perceptuele perspectief: Müller-Lyer-illusie
Optische illusie
Spiegelordening: gedrag van anderen imiteren -> nadoen
, Hoofdstuk 2: sensatie en perceptie
Hersenen ontvangen stimuli uit de buitenwereld nooit rechtsreeks.
Transductie: stimulatie in sensatie veranderen. Bij alle zintuigen is het de taak van de sensorische
receptoren om de info van een stimulus om te zetten tot elektrisch signaal.
Het proces waarbij fysische energie, zoals lichtgolven, wordt omgezet in neurale impulsen, noemen
we transductie = omvorming. Dit begint op het moment dat een sensorische neuron een fysische
stimulus opvangt.
Sensorische adaptatie:
Onze zintuigen zijn gericht op veranderingen. Sensorische adaptatie zorgt ervoor dat de zintuigen
minder gevoelig worden naarmate een stimulus langer aanhoudt. Daardoor kun je gewend raken.
Stimuli waarvan de intensiviteit of andere kenmerken niet veranderen hebben dus de neiging om
naar de achtergrond van ons bewustzijn te verschuiven, tenzij ze intens of pijnlijk zijn.
Drempels
De absolute drempelwaarde die geldt voor een bepaalde stimulus: de minimale hoeveelheid fysische
energie doe nodig is tot leiden van sensorische ervaring. = operationele termen als de intensiteit
waarbij de stimulus bij minstens de helft van een groot aantal pogingen wordt opgemerkt. Deze
drempel is bij iedereen anders.
Verschildrempel: het juist waarneembare verschil JWV. Het kleinste waarneembare verschil tussen 2
stimuli dat iemand betrouwbaar, als verschil zal opmerken.
De wet van weber: stelt de grootte van het LWV proportioneel samenhangt met de intensiviteit van
de stimulus.
Signaaldetectietheorie: geeft inzicht in de absolute drempel en verschildrempels. Volgens deze
theorie is sensatie afhankelijk van de kenmerken van de stimulus, de achtergrond stimuli en de
detector. Hierdoor kunnen we begrijpen waarom de drempelwaarde voor dezelfde persoon
verschillen, waardoor je de ene keer het verschil wel merkt en de andere keer niet. Hoe je het geluid
beoordeeld hangt af van factoren zoals helderheid van je gehoor en je verwachtte horen.
Een perceptie of wat waar wordt genomen is niet alleen een sensatie, maar ook een betekenis die
eraan hangt.
Het systeem van perceptuele verwerking: het vinden van betekenis voor sensorische info
Op welke wijze wordt een beeld van een persoon omgevormd tot een betekenisvol perceptie
van iemand die je herkent.
De wat en waar-route in de hersenen
De wat route bestaat uit 2 takken: de ene haalt info over objecten naar boven en
de andere identificeert omgeving
daardoor kunnen we via de wat-route zowel vaststellen wat de objecten zijn als binnen
welke context ze bestaan.
De waar route die op zijn beurt de locatie van een voorwerp vaststelt ten opzichte van ons
lichaam (is het van ons, of kunnen we ertegen aanlopen)
Blindzicht: toestand die zich voordoet bij iemand waarbij de wat route beschadigd is. Hierdoor zijn ze
niet visueel bewust van de voorwerpen om zich heen. Als de waar route nog wel intact is, kunnen
patiënten met blindzicht over voorwerpen heen stappen die in de weg staan en voorwerpen
aanraken die ze naar eigen zeggen niet kunnen zien
Kenmerkdetectoren: gespecialiseerde groepen cellen in de visuele routes halen specifieke
stimuluskenmerken zoals lengte, lichtval, kleur etc., van een object
Het binding probleem = onopgelost mysterie -> hoe kunnen cellen kenmerken met elkaar verbinden?