Het privaatrecht is het rechtsgebied waarin het in de eerste plaats gaat om de rechten en
plichten van burgers en bedrijven onderling.
Privaatrecht en publiekrecht
In het publiekrecht staat in de relatie tussen overheid en burger in het beginsel het algemeen
belang voorop.
In ons juridisch bestel worden tot het publiekrecht gerekend:
- De regels omtrent de inrichting van de overheid en de verhouding tussen staat,
provincie, gemeente enz. (het staatsrecht)
- De regels die aangeven in hoeverre de overheid mag ingrijpen in de levenssfeer van
de burgers ter regeling van de samenleving (het bestuursrecht of administratief recht).
- De regels die aangeven wat de bevoegdheden van de overheid zijn ten aanzien van de
bestraffing van burgers (het strafrecht)
Het recht dat niet behoort tot het publiek recht maakt deel uit van het privaatrecht.
Twee verschillen tussen publiek- en privaatrecht
De handhaving van rechtsregels is het eerste verschil. Wanneer een strafbaar feit is gepleegd
of wanneer zonder bouwvergunning is gebouwd worden rechtsmaatregelen getroffen op
initiatief van de overheid. Is een regel in het privaatrecht geschonden dan staat het uitsluitend
ter beoordeling van degene wiens belangen zijn getroffen of een rechtsgeding aanhangig
wordt gemaakt.
Het tweede verschil zit hem in de werking van rechtsregels. Het grootste deel van het
privaatrecht bestaat uit regelingen die gelden voor het geval dat de betrokken burgers niet zelf
een regeling hebben getroffen.
Rechtsregels waarvan de burgers mogen afwijken worden aangeduid als regelend of
aanvullend recht. Het privaatrecht laat de burgers meestal de vrijheid om zelf hun onderlinge
relaties te regelen, ook als de rechtsregels toch bepaalde aanwijzingen bevatten.
Slechts in sommige gevallen houden privaatrechtelijke regels een bevel in, deze regels vallen
onder dwingend recht. Het is de burgers niet toegestaan om in de plaats van deze bepalingen
onderling een andere regeling te treffen. Een voorbeeld van dwingend recht is de bepaling dat
ouders verplicht zijn hun minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden.
In tegenstelling tot het privaatrecht bestaat het publiekrecht nagenoeg geheel uit dwingende
rechtsregels; denk aan geldende verkeersregels, voorgeschreven vergunningen of
belastingverplichtingen.
De regeling van het privaatrecht door de wetgever
1
,Bij het privaatrecht kan men evenals bij het publiekrecht een onderscheid maken tussen
materieel en formeel recht. Materieel recht geeft aan wat de inhoud is van het recht. Onder
materieel privaatrecht wordt dat gedeelte van het privaatrecht verstaan, waarin de inhoud van
de rechten en plichten worden eregeld die burgers onderling kunnen hebben.
De geschreven regels van het materiële privaatrecht zijn te vinden in:
- Het burgerlijk wetboek
- Het wetboek van koophandel
- Diverse afzonderlijke wetten, zoals de faillissementswet, de auteurswet, de rijk
octrooiwet en de handelsnaamwet.
De geschreven regels van het formele privaatrecht vindt men in:
- Het wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv)
- De wet op de rechterlijke organisatie (RO)
- Diverse andere wetten zoals de faillissementswet, de wet op rechtsbijstand en de
advocatenwet.
Het huidig burgerlijk wetboek
Het burgerlijkwetboek bestaat uit een gelaagde structuur, de rechtsregels zijn geordend van
algemeen naar bijzonder in plaats van per onderwerp.
Hoofdstuk 2: Inleiding vermogensrecht
In het materiele privaatrecht wordt een onderscheid gemaakt tussen personenrecht en
vermogensrecht.
Personenrecht bevat zowel het personen- en familierecht (regelingen betreffende de
rechtspositie van de mens en het huwelijk) en het rechtspersonenrecht (regelingen met
betrekking tot stichtingen, verenigingen, naamloze en besloten vennootschappen enzovoort).
Rechten die uit het personenrecht voortvloeien zijn doorgaans niet overdraagbaar, maar
hoogstpersoonlijk van aard.
Het vermogensrecht is het meest omvangrijke deel van het privaatrecht. Het omvat regels
betreffende rechten die tot het vermogen van de mens of van een rechtspersoon behoren. Dat
zijn rechten die in de economische sfeer liggen, ze hebben dus een bepaalde geldwaarde.
Onder het vermogensrecht valt het goederenrecht, rechten die aan de rechthebbende een mate
van zeggenschap verlenen over een bepaald goed. Ook het verbintenissenrecht valt onder het
vermogensrecht, hierin zijn de rechten geregeld die de rechthebbende aanspraak geven op een
bepaalde prestatie door een medemens.
Objectief en subjectief vermogensrecht
Onder vermogensrecht in objectieve zin worden alle geschreven en ongeschreven rechtsregels
van dat rechtsgebied verstaan. Onder vermogensrecht in subjectieve zin wordt een specifiek
vermogensrecht dat aan een bepaalde persoon toebehoort verstaan. Dan subjectieve
vermogensrecht ontleent die persoon aan het vermogensrecht in objectieve zin.
2
,Rechtssubject en rechtsobject
Degene aan wie een subjectief recht toekomt wordt aangeduid als rechtssubject. Het subjectief
recht geeft het rechtssubject recht op iets, dit is het rechtsobject. Absolute rechten worden
geregeld in het goederenrecht, de relatieve rechten worden geregeld in het
verbintenissenrecht. Een absoluut recht doet een relatie ontstaan tussen een rechtssubject en
een goed. Een absoluut recht verschaft het rechtssubject bepaalde bevoegdheden ten aanzien
van dat goed. Degene die een relatief recht heeft, staat in een juridische relatie met een ander
rechtssubject dat jegens hem een verplichting dient na te komen. Niemand anders dan deze
debiteur is tot die juridische prestatie die het object is van dat relatief of persoonlijk recht
verplicht.
Hoofdstuk 3: Rechtsfeiten
Een subjectief recht kan niet zo maar aan het objectieve recht worden ontleend. Voor het
ontstaan van een subjectief recht moet iets feitelijks gebeuren. Het objectieve recht moet aan
de feitelijke gebeurtenis het gevolg verbinden dat het subjectief recht ontstaat.
Feiten waaraan het objectieve recht consequenties verbindt worden rechtsfeiten genoemd. Die
consequenties worden aangeduid met de term rechtsgevolg. Iedere wijziging in de
rechtstoestand is een rechtsgevolg. Ook het overgaan van een subjectief recht van de ene
rechthebbende op de andere of het teniet gaan van een subjectief recht is een wijziging in de
bestaande rechtstoestand.
Blote rechtsfeiten
Soms ontstaan rechtsfeiten door het toeval, zonder dat iemand er de hand in heeft gehad.
Zulke rechtsfeiten die zich voordoen zonder dat daaraan een menselijke gedraging te pas is
gekomen worden aangeduid als blote rechtsfeiten.
Menselijke handelingen met rechtsgevolg
Naast blote rechtsfeiten onderscheidt men rechtsfeiten die ontstaan door menselijk toedoen.
Die rechtsfeiten worden aangeduid als menselijke handelingen met rechtsgevolg.
Rechtshandelingen zijn handelingen die verricht worden door de handelende persoon met het
oog op het rechtsgevolg dat door het objectieve recht daaraan is verbonden. Tot de categorie
feitelijke handelingen behoren handelingen die rechtsgevolg hebben onafhankelijk van het
antwoord op de vraag of de handelende persoon het rechtsgevolg beoogt dat het gevolg is van
zijn handeling, een voorbeeld hiervan is de onrechtmatige daad (6:162).
Feiten:
- Gewone feiten
- Rechtsfeiten:
o Blote rechtsfeiten
o Menselijke handelingen
Rechtshandelingen
3
, Feitelijke handelingen (Onrechtmatige daad)
De rechtshandeling
Om een rechtshandeling te kunnen verrichten dient er een wilsverklaring te worden afgelegd.
Iemand die wel een rechtsgevolg wil maar dat niet tot uiting brengt, kan er zich niet op
beroepen een rechtshandeling verricht te hebben. Overeenkomsten zijn de belangrijkste
voorbeelden van rechtshandelingen.
De voor een rechtshandeling vereiste wilsverklaring kan in beginsel op elk daarvoor geschikte
manier afgelegd worden: mondeling, schriftelijk of door een gebaar. Slechts in enkele
gevallen is een wilsverklaring aan een bepaalde vorm gebonden. Zo moet een overeenkomst
tot koop van een woning door een consument schriftelijk worden aangegaan en moet een
overeenkomst van huurkoop schriftelijk worden aangegaan (7:2 & 7A:1576i). Bij een gewone
overeenkomst of daarin opgenomen bedingen dient een eventuele schriftelijke vastlegging
slechts als bewijsstuk. Het is niet vereist voor het tot stand komen van de overeenkomst.
Men kan rechtshandelingen eenzijdig of meerzijdig noemen. Van een eenzijdige
rechtshandeling wordt gesproken wanneer de rechtshandelingen de wilsverklaring is van een
persoon. Een meerzijdige rechtshandeling is een rechtshandeling waarbij wilsverklaringen
van meerdere rechtssubjecten samenkomen.
Hoofdstuk 4: Goederen, zaken en vermogensrechten.
In het boek wordt onder vermogen verstaan het geheel van de op geld waardeerbare rechten
(de activa) en verplichtingen (de passiva) die aan een rechtssubject toekomen.
Het begrip goederen en het onderscheid tussen zaken en vermogensrechten
Het burgerlijkwetboek noemt de actief vermogensbestanddelen goederen. Het juridisch begrip
goederen omvat dan ook zowel zaken als vermogensrechten (3:1).
Een zaak wordt in 3:2 gedefinieerd als een stoffelijk object dat voor menselijke beheersing
vatbaar is. De eis van vatbaar zijn voor menselijke beheersing brengt met zich mee dat
bijvoorbeeld lucht geen zaak is. Het eigendomsrecht behoort derhalve tot de zakelijke rechten.
Het zakelijke recht eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan
hebben (5:1). Alle andere zakelijke rechten zijn beperkte rechten. Zij worden van het
eigendomsrecht afgeleid en hebben de zaak dat eigendom is van een ander tot rechtsobject.
Vermogensrechten moeten voldoen aan een van de volgende criteria: een vermogensrecht is
overdraagbaar, het verschaft stoffelijk voordeel of de vermogensrechten zijn door toezegging
van stoffelijk voordeel verkregen.
Registergoederen en niet-registergoederen
Registergoederen zijn goederen ten aanzien waarvan de wet voorschrijft dat voor de
overdracht van die goederen of de vestiging daarvan inschrijving in de openbare registers is
vereist (3:10). Alle onroerende zaken zijn registergoederen omdat voor de overdracht van
deze zaken inschrijving van een notariële akte in de daarvoor bestemde openbare registers is
voorgeschreven (3:89 lid 1). Zolang die inschrijving niet is geschied is de eigendom nog niet
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dennecheng13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.