Samenvatting Inleiding verbintenissenrecht
Week 1 – Bronnen van verbintenissen, totstandkoming rechtshandelingen en
overeenkomsten
Jurisprudentie:
- Bunde/Erckens (misverstand in overeenkomst)
- Westhoff/Spronsen (gerechtvaardigd vertrouwen, onderzoekplicht, ontslag)
- Hofland/Hennis (aanbod, advertentie)
Vermogensrecht:
Goederenrecht = Verbintenissenrecht =
Relatie tussen persoon en goed Relatie tussen personen
(Schuldenaar – schuldeiser)
‘’Goed’’ art 3:1 BW
Alle zaken en alle vermogensrechten
- Zaken art 3:2 BW
- Vermogensrechten art 3:6 BW
o Objectieve vermogensrecht = alle geschreven en ongeschreven rechtsregels
van dat gebied
o Subjectieve vermogensrechten = rechten die aan een rechtssubject toekomen
(zoals eigendomsrecht)
Een verbintenis =
Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen 2 of meer personen/partijen krachtens
welke de 1 (= schuldenaar/debiteur) tot een bepaalde prestatie is verplicht, terwijl de anders
(= schuldeiser/crediteur) tot die prestatie is gerechtigd
Verbintenissen voor beide partijen
Bron van een verbintenis kan een overeenkomst zijn:
Afspraak tussen 2 partijen, dus een meerzijdige rechtshandeling. Komt tot stand door
aanbod en aanvaarding daarvan (er moet blijken dat de wil overeenstemt;
wilsovereenstemming)
Of ontstaan uit de wet:
- Onrechtmatige daad art 6:162 BW
Wanneer je schade toebrengt aan de ander ontstaat er automatisch een verbintenis
tot vergoeden van schade
- Zaakwaarneming art 6:198 BW
Zonder daartoe opdracht te hebben gekregen andermans zaak waarnemen
- Onverschuldigde betaling art 6:203 BW
Als je betaalt zonder rechtsgrond, moet dit worden teruggestort
- Ongerechtvaardigde verrijking art 6:212 BW
Iemand wordt verrijkt, ten laste van een ander en hiervoor is geen grond in
overeenkomst of wet
,Wat is een rechtshandeling? Art 3:33 BW
Is uitdrukkelijk gericht op het tot stand komen van een bepaald rechtsgevolg (verandering
van je rechtspositie)
- Op rechtsgevolg gericht wil
o Wilsvertrouwensleer art 3:33 jo. art 3:35 BW
Door allerlei oorzaken kan er verschil ontstaan tussen de wil en de verklaring
(bv: door een verspreking). De uiterlijke verklaring gaat boven de interne wil
van de versprekende persoon. Als die andere persoon er gerechtvaardigd op
mocht vertrouwen dat het welgemeend was, dan komt de rechtshandeling
tot stand (ondanks het ontbreken van de op de rechtsgevolg gerichte wil!)
- Door een verklaring geopenbaard
o Jo. art 3:37 BW, kan in iedere vorm dus ook stilzwijgend
o Jo. art 3:39 BW, indien niet volgens wettelijk vorm vereiste
Art 3:37 lid 3 BW, de verklaring heeft pas werking als hij die persoon heeft bereikt
Feit
Gewoon feit = Rechtsfeit =
Een niet-rechtsfeit, niet relevant) feit waaraan het recht gevolgen verbindt
Menselijke handeling = Bloot rechtsfeit =
Handeling van rechtssubject met een Feit dat zich
rechtsgevolg voordoet, zonder
menselijke
handeling (jarig zijn)
Rechtshandeling = Feitelijke handeling =
Rechtsgevolg is beoogd Rechtsgevolg is niet beoogd
Art 3:33 BW
Eenzijdig = Meerzijdig = Rechtmatige daad = Onrechtmatig
Wil + verklaring Wil + verklaring daad =
van 1 persoon van minstens 2 Bv: zaakwaarneming/ Art 6:162 BW
partijen of ongerechtvaardigde
verrijking
Een eenzijdige rechtshandeling kan gericht zijn; bv het persoonlijk opzeggen van je baan
Of ongericht; algemeen bv een testament of aanbieding van de AH
Een meerzijdige rechtshandeling kan eenzijdige overeenkomst zijn; bv een schenking (er zijn
2 partijen betrokken waarvan wil + verklaring van nodig is, maar 1 partij moet iets doen
(namelijk schenken) en de ander hoeft niets terug te doen)
Of meerzijdige overeenkomst zijn; bv een koopovereenkomst (2 partijen zijn betrokken en 2
partijen moeten iets doen)
Tot stand komen van een overeenkomst
Art 6:217 BW
- Aanbod
, - Aanvaarding daarvan
Aanbod = een eenzijdige gerichte rechtshandeling (kan ook tot publiek)
Onderscheiden met ‘sociaal aanbod’ (bv: ‘Ik kook morgen voor je’). Dat is niet bedoeld om
voor het recht gevolgen in het leven te roepen
Het object waarover contracteert moet duidelijk zijn
Bepaalbaarheid art 6:227 BW (hoeveelheid, welke kwaliteit etc.)
Is iets wat in een advertentie staat meteen aan te nemen als een aanbod en dan een
overeenkomst totstandkoming? Nee, dit hangt van de omstandigheden af:
- Massaproducten/soort zaken
Bv: aantal appels bij de AH voor bepaalde prijs
= juridische aanbieding
- Unieke/individueel bepaalbare producten
Bv: een aanbod van een huis
= geen juridische aanbieding, maar een uitnodiging tot het doen van een aanbod
HR Hennis/Hofland: gaat om het aanbod van een huis. De prijs/persoon etc. kunnen
van belang zijn bij de koop daarvan
Als een aanbod aanvaard is, kan het niet meer worden herroepen (= terughalen wat de
ander bereikt had)
Art 6:219 lid 2 BW
Aanbod kan je herroepen als er nog niet is aanvaard/aanvaarding is verzonden
Bij aanbod mededeling dat het vrijblijvend is, dan kan het onverwijld na de
aanvaarding worden herroepen (ongeveer 1 dag later)
Jo. art 3:37 lid 3 BW, na ontvangst aanvaarding
Kan ook worden ingetrokken (= terughalen wat andere nog niet bereikt had)
Art 3:37 lid 5 BW
Je verklaring moet je kunnen inhalen (bv: je brief inhalen via een email, zodat de
email eerder aankomt)
Aanbod is niet onbeperkt geldig art 6:221 BW:
- Vervalt wanneer mondeling aanbod niet onmiddellijk wordt aanvaard
- Of wanneer aanbod verworpen wordt
Aanvaarding
- Kan in iedere vorm
- Gericht tot aanbieder
- Inhoudelijk overeenstemmen met aanbod
o Wanneer je van het aanbod afwijkt in je aanvaarding, geldt dit als een nieuw
aanbod art 6:225 BW (bv: een kilo appels aangeboden voor 10 euro,
aanvaarding van de kilo appels voor 8 euro en niet voor 10 euro. Dit geldt dan
als een nieuw aanbod)