Orale pathologie en kaakchirurgie
1
,Inhoudsopgave
Orale pathologie en kaakchirurgie ................................................................................................................... 1
1. Benige afwijkingen van het mondslijmvlies .............................................................................................. 3
Benige afwijkingen ........................................................................................................................................ 3
2. Premaligne en maligne afwijkingen van het mondslijmvlies en speekselklierpathologie....................... 17
Premaligne ................................................................................................................................................... 17
Maligniteiten – mondkanker ....................................................................................................................... 20
Speekselklieren ............................................................................................................................................ 22
3. Kaakbotafwijkingen, dentogene ontstekingen en extractieleer ............................................................. 26
Botafwijkingen ............................................................................................................................................. 26
Dentogene cysten en tumoren .................................................................................................................... 31
Dentogene ontstekingen ............................................................................................................................. 35
Extractie leer ................................................................................................................................................ 39
4. Maxillofaciale traumatologie, implantologie, schisis en osteotomieën .................................................. 42
Traumatologie ............................................................................................................................................. 42
Schisis .......................................................................................................................................................... 52
Chirurgische orthodontie............................................................................................................................. 53
Implantologie............................................................................................................................................... 56
Oude tentamen vragen: .............................................................................................................................. 57
2
, 1. Benige afwijkingen van het mondslijmvlies
Benige afwijkingen
Benigne: goedaardig
Een goede diagnostiek van de mondafwijkingen vereist een goede mondonderzoek;
slijmvliezen, tong, lippen, omslagplooi etc. Hierbij hoort ook het palperen in en buiten de
mond.
De volgende onderwerpen worden behandeld
▪ Witte afwijkingen;
▪ Rode afwijkingen;
▪ Ulceraties;
▪ Zwellingen/ verhevenheden;
▪ Pigmentaties.
1. Witte afwijkingen
Leukoplakie
Witte, niet afschraapbare afwijking van het mondslijmvlies, die niet gedefinieerd kan worden
als zijnde een andere diagnose.
Morsicatio buccarum
Morsicatio (Latijnse morsicare = voortdurend bijten) betreft meestal
het wangslijmvlies (buccarum). Een verhoorning van de binnenkant
van het wangslijmvlies, de witte afwijking is een hyperkeratose. Het is
ontstaan doordat er gebeten wordt op het wangslijmvlies. Het gevolg
is een diffuse, enigszins witte, schilferende verandering van het
wangslijmvlies. Deze is vaak dubbelzijdig. Soms gaat de gewoonte
gepaard met bruxisme, tandenknarsen, voornamelijk tijdens de slaap.
Morsicatio buccarum komt vaak voor bij patiënten die veel stress
ervaren.
Stomatitus nicotina
Stomatitis nicotina, ook aangeduid als ‘leucokeratosis nicotina palati’
of ‘smoker’s palate’, wordt gekenmerkt door leukoplakieachtige
veranderingen van het gehemelteslijmvlies met daarin rood ontstoken
uitvoeropeningen van kleine speekselklieren (kleine rode puntjes).
Stomatitis nicotina wordt door de patiënt soms als pijnlijk of irritant
ervaren, komt vooral voor bij mannen boven de 45 jaar die pijp roken
(thermische beschadiging). Door het roken achterwege te laten,
herstelt het slijmvlies zich. De aandoening wordt niet tot de
leukoplakieën gerekend en wordt niet als premaligne beschouwd.
3
, Candidose
Candidose wordt veroorzaakt door de Candida Albicans (40% van de
bevolking kan C. Albicans in de mondflora worden aangetoond). Er wordt
pas van candidose gesproken, wanneer er een klinische zichtbare afwijking
van het slijmvlies is.
Door diverse lokale en algemene factoren kan de groei van Candida worden
bevorderd en kan de schimmel doordringen in de bovenste lagen van het
epitheel. Lokale predisponerende factoren zijn chronische irritatie, slechte mondhygiëne,
lokaal gebruik van corticosteroïden (inhalers), droge mond en bestraling van het
mondholtegebied. Roken wordt eveneens als een lokale predisponerende factor voor
candidose beschouwd. Algemene predisponerende factoren voor candidose zijn
afweerstoornissen (onder andere door het humane immunodeficiëntievirus), endocriene
stoornissen (onder andere diabetes mellitus), malnutritie, malabsorptie, bloedafwijkingen,
ernstig algemeen lijden en gebruik van geneesmiddelen, zoals corticosteroïden en
cytostatica.
De behandeling van symptomatische candidose bestaat uit
De milde vorm
▪ Eliminatie van eventuele aanwezige predisponerende factoren;
▪ Amfotericine-B-zuigtabletten;
▪ Reinigen van gebitsprothese met desinfecterende vloeistof zoals chloorhexidine 0,2%
(’s nachts).
Bij ernstige vorm
▪ Systemische toediening van fungiciden (bijvoorbeeld in de vorm van fluconazol).
Als er candidose aanwezig is, is er vaak ook iets anders aan de hand (andere ziekte,
aandoening etc).
De verschillende vormen van candidose
▪ Pseudomembraneuze
▪ Erythemateuze
▪ Stomatitis prothetica
▪ Chronische hyperplastische
▪ Mucocutane
▪ Cheilitis angularis
▪ Glossitis rhombica mediana
Pseudomembraneuze candidose
Bij de pseudomembraneuze vorm worden min of meer symmetrisch
voorkomende, witte, licht verheven, gemakkelijk afschraapbare plaques
gezien met een vaak melkachtig aspect. Deze vorm komt vooral voor op
het wangslijmvlies, tongranden en het gehemelte. Meestal zijn er klachten
over een onaangenaam gevoel (irriterend en brandend gevoel).
4