H2 ziektefrequentie
2.1 definitie van ziekte
Epidemiologie richt zich op het bestuderen van de frequentie van ziekte in menselijke
populaties, veelal in relatie tot een of meer determinanten. Dit wordt omschreven in een
epidemiologische functie:
‘Gezondheid’: A state of complete physical, mental and social well-being and not merely the
absence of disease or infirmity.
Gezondheid is dus meer dan afwezigheid van ziekte en ongezondheid/ziekte is het gevolg
van het overschrijden van de grenzen waarbinnen een individu goed kan omgaan met
wisselingen.
Binnen de epidemiologie moet de term ‘gezondheid’ geoperationaliseerd worden.
- Objectieve benadering: disease
- Ik ben ziek
- Diagnose door een bevoegd deskundige
- Subjectieve benadering: illness
- Ik voel me ziek
- Sociale niveau: sickness
- Ik gedraag me ziek
Gezondheidsindicator: De operationalisatie van een bepaald aspect uit een dergelijke
dimensie op geaggregeerd niveau.
Ziekte kan niet zomaar gediagnosticeerd worden. Dit komt omdat de grens tussen ziek en
niet-ziek niet zo scherp is als lijkt. Patiënten gaan verschillende stadia door, dit heet het
verloop. Een diagnose is daardoor een verregaande vereenvoudiging van de complexe
fenomenen die in werkelijkheid optreden, en lang niet zo objectief als men veronderstelt.
Om te zorgen dat ziektes (internationaal) hetzelfde gediagnosticeerd worden is de
‘International Classification of Diseases’ (ICD) opgesteld.
Bij de subjectieve diagnose van een ziekte worden de factoren volgende factoren
onderzocht: beperkingen in activiteiten, medische consumptie, ziekteverzuim of ervaren
gezondheid.
Hiermee wordt ook de kwaliteit van leven onderzocht, variërend van ziektespecifiek of
algemeen. Dit wordt gedaan voor de geestelijke gezondheidstoestand (MHI5 (RAND Mental
Health Inventory)) en voor de kwaliteit van leven (SF-36 (Medical Outcomes Study 36- Item
Short Form Health Survey)).
2.2 Ziektefrequentie: bestaande of nieuwe gevallen
Het gaat hierbij om de frequentie waarmee bepaalde toestanden (zoals ziek-zijn) of
gebeurtenissen (zoals het krijgen van een ziekte of een letsel) zich voordoen. Hiervoor
bestaat de epidemiologische breuk, dit geeft een proportie weer:
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen incidentie en prevalentie.
,Prevalentie heeft betrekking op het aantal personen dat op een bepaald moment ziek is.
Incidentie heeft betrekking op het aantal personen dat ziek wordt in een bepaalde periode.
2.3 Typen populaties: cohort of dynamische populatie
Dit betreft de noemer van de epidemiologische breuk, het aantal mensen in de populatie
waarin de ziektegevallen worden geteld. Hierbij bestaan een cohort en een dynamische
populatie.
2.3.1 Een cohort
Een cohort is een gesloten populatie. Het lidmaatschap van een cohort wordt bepaald door
een specifieke gebeurtenis en is van onbeperkte duur. Voor ieder individu is er een tijdstip
(t0) waarop hij/zij in het cohort wordt opgenomen. Dit kan hetzelfde zijn, maar hoeft niet. Het
eindigen van informatieverzameling kan voorkomen door:
- ‘loss to follow-up’;
- patiënt wil niet meer deelnemen
- ongewenst
- overlijden;
- het optreden van de bestudeerde gezondheidsuitkomst;
- het einde van de gegevensverzameling voor de desbetreffende studie.
2.3.2 Een dynamische populatie
Een dynamische populatie heeft een ‘open’ populatie. Het lidmaatschap hangt samen met
een specifieke toestand en eindigt zodra een individu niet meer in deze toestand verkeert.
Het is dan ook van variabele duur. Een dynamische populatie is stabiel wanneer factoren
(zoals leeftijd) gelijk blijven. De follow-up zal op de volgende (reguliere) manieren eindigen:
- het einde van de toestand die het lidmaatschap definieert;
- overlijden;
- het optreden van de bestudeerde gezondheidsuitkomst;
- het einde van de gegevensverzameling voor de desbetreffende studie.
2.4 Tijd is een lastig concept
Frequentiematen, in het bijzonder incidentiematen, zijn tevens risicomaten: ze geven voor
de mensen in de betreffende groep aan wat de kans is op het krijgen van een ziekte. Hierbij
is de tijd wel essentieel. Hoe groter het tijdsinterval, hoe groter het risico. Zonder
tijdsaanduiding valt deze risicoschatting niet te interpreteren.
Bij een lange ‘follow-up’ periode is er een risico op concurrerende risico’s. Dit houdt in de
patiënten overlijden aan een andere aandoening dan degene die onderzocht wordt. Ook is
er bij een langere periode meer kans op ‘loss to follow-up’. Een oplossing voor het probleem
van een incomplete follow-up van het cohort is de som te nemen van de individuele
episoden van elke onderzoekspersoon in dat cohort. Elk individu draagt een aantal
persoonsjaren bij aan het onderzoek. In het algemeen doet men er goed aan in dat geval uit
, te gaan van het concept ‘at risk’ en alleen die persoonstijd te tellen waarin betrokkene
daadwerkelijk risico liep op de ziekte.
2.5 Maten voor ziektefrequentie
2.5.1 Prevalentie voor bestaande gevallen
Prevalentie indiceert een dwarsdoorsnede van de populatie. Deze momentopname kan
tegelijk, maar hoeft niet. Hierdoor kan een follow-up moment voor verschillende leden op
verschillende kalender tijdstippen plaatsnemen, maar altijd op dezelfde tijdsduur na t0. De
essentie is dat het per individu gaat om een momentopname. Naast (punt)prevalentie
worden ook nog andere maten gehanteerd.
Lifetimeprevalentie wordt gebruikt wanneer er bij een bepaalde dwarsdoorsnede van de
populatie wordt bepaald of een ziekte/gebeurtenis ooit is voorgekomen. Periodeprevalentie
is het deel van de populatie dat de desbetreffende ziekte heeft gehad in een bepaalde
periode. Prevalentie is vooral bruikbaar voor het berekenen van de benodigde zorg.
2.5.2 Incidentie voor nieuwe gevallen
In meer algemene termen is de incidentie het deel van de bestudeerde populatie waarbij een
bepaalde ziekte (of een bepaald stadium van de aandoening) in een bepaalde periode voor
het eerst optreedt. Incidentie wordt per definitie bestudeerd in populaties waarvan alle leden
in principe kandidaten zijn (‘at risk’ zijn) voor de gebeurtenissen in kwestie. Omdat men voor
het vaststellen van de incidentie afhankelijk is van gebeurtenissen die zich in een populatie
voordoen wanneer deze wordt gevolgd over een bepaalde periode, zal het verschil uitmaken
of men de incidentie bestudeert in een cohort of in een dynamische populatie.
De relatie tussen incidentie en prevalentie is analoog aan de werking van een koffiemachine,
waarbij de incidentie vergelijkbaar is met hoe snel het water in het filter loopt en de
prevalentie met het water dat in het filter staat. De grootte van de gaten in het filter bepalen
de doorlooptijd. Hoe sneller de doorlooptijd, hoe lager de prevalentie.
Wanneer een prevalentie (P) laag is (minder dan 10 %) en er sprake is van een ‘steady
state’ (een constante prevalentie doordat incidentie enerzijds en genezing en sterfte
anderzijds met elkaar in evenwicht zijn), kan deze prevalentie worden geschat door het
product van de gemiddelde ziekteduur (T) en de hierna te behandelen incidentiedichtheid
(ID):
Bij hogere prevalenties:
De cumulatieve incidentie (CI) bestaat uit het deel van de leden van het cohort (op t0) dat
gedurende de follow-up deze aandoening krijgt. Het is een percentage, met uiterste waarden
0 tot 1. Bij lange follow-up periodes zal het deel van het cohort dat ‘at risk’ is teruglopen door
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannegravemaker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.