Collegeaantekeningen Sanctierecht
2020-2021
HC1A College 1 Het sanctiestelsel: hooflijnen en achtergronden
Begrippen
- Sanctiestelsel: geheel aan strafrechtelijke sancties, de wettelijke regeling daarvan en
hun onderlinge verhouding;
- Sanctierecht of penitiair recht: rechtsgebied dat de toepassing en tenuitvoerlegging
van strafrechtelijke sancties regelt;
- Detentierecht: gedeelte van het sanctierecht dat de tenuitvoerlegging van
vrijheidsbenemende sanctie betreft;
- Penologie: (multidisciplinaire) leer van het straffen, studie van grondslagen, doelen en
effecten van reacties op crimineel gedrag.
Inhoud vak Sanctierecht
Het voordeel van het strafrecht ten opzichte van sancties via andere rechtsgebieden is dat je
een best wel goede rechtspositie hebt als een verdachte. Dat is ook terecht, want in het
strafrecht komt de staatsmacht (geweldsmonopolie) in volle glorie neer op de verdachte.
Daarvan heeft het EHRM ook al gezegd dat een verdachte per definitie kwetsbaar is. Daar
staat tegenover dat je behoorlijk wat rechten hebt, die jouw rechten proberen te beschermen
tegen de staatsmacht.
Dus als je het hebt over het strafrecht. Wat is dan het doel van het hebben van strafwetten?
Een daarvan is beteugelen van de staatsmacht, zorgen dat het aan banden wordt gelegd en
dat het niet de spuigaten uitloopt. Dit zie je zeker terug in het Wetboek van Strafvordering,
maar ook in het sanctierecht. Het is niet zo dat de rechter iedereen de doodstraf of levenslang
mag geven. Wij leggen de macht aanbanden. Eigenlijk binnen het materiele stafrecht
(Wetboek van Strafrecht) waar het sanctierecht officieel ook onder valt. Sanctierecht ziet
grotendeels op procedurele normen, het richt zich op hetgeen een rechter wel of niet mag
doen. Dit terwijl de rest van het materiele strafrecht eigenlijk normen geeft voor de burgers,
dit is het gedrag dat je niet mag doen. In die zin lijkt het sanctierecht dus weer iets meer op
het procesrecht.
Binnen het strafrecht wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen de externe
rechtspositie en de interne rechtspositie. Dit is ooit bedacht voor professor Kelk uit Utrecht en
dit onderscheid is heel behulpzaam. De externe rechtspositie gaat vooral om het kader, de
randen van de vrijheidsbeneming. Hoe kom je erin? Hoe kom je eruit? Eventueel, hoe kan je
er tussendoor uit? Hoelang kan het duren? Hoe kan het eventueel verlengd worden, zoals bij
TBS? Dus de externe rechtspositie gaat over de voorwaarden voor de oplegging van sancties,
het kader en de duur. De interne rechtspositie gaat over alle regels die gelden op het moment
dat iemand tussen die vier muren zit. De interne rechtspositie gaat dus over de rechtspositie
van veroordeelde tijdens de tenuitvoerlegging.
Tegenwoordig hebben wij het ‘probleem’ dat ook steeds meer sancties buiten de gevangenis
ten uitvoer worden gelegd. Zoals taakstraffen en andere vrijheidsbeperkende sancties.
Waarom nemen deze soorten straffen toe? Is dit omdat wij zo een mild strafklimaat hebben?
Er is gebleken dat al dit soort sancties veel effectiever zijn voor de doelen. Met name voor het
doel van vermindering van recidive. Bijna alles werkt beter dan iemand heel lang opsluiten.
1
,Daar wordt iemand kennelijk niet veel beter van. Sterker nog hij krijgt allerlei
detentieschade: zal daarna geen VOG meer kunnen krijgen, verliest zijn baan omdat hij niet
kan komen, verliest zijn huis omdat hij zijn huur niet meer kan betalen. Als je op deze manier
straft en dan daarna hoopt dat het beter met iemand gaat, dan zit er een bepaalde kronkel in je
hoofd niet goed. Vandaar de vraag: ‘hoe kunnen wij iemand wel verbeteren, met alternatieve
sancties?’
Dan hebben wij als strafrecht-wetenschappers wel een probleem want voorheen had de
interne rechtspositie betrekking op de regels die binnen de gevangenis gelden, maar nu
hebben wij allerlei sancties die helemaal niet een dak en muren hebben. Wat voor een rechten
heeft iemand dan nog? De penitiair beginselenwet geldt niet voor mensen met een taakstraf.
Wat voor een regels gelden er dan voor mensen uit die groep? Volgens van der Wolf zou je
het in plaats van over externe- en interne rechtspositie moeten hebben over titulaire en
regimaire rechtspositie.
Buiten beschouwing blijven: o.a. jeugdstrafrecht en penologie.
Er is geen eenduidige visie op straf. Omdat nergens in de wet staat wat het doel is van straffen
in het algemeen en van sommige sancties in het bijzonder. In sommige andere landen is dit
iets meer geëxpliceerd. Dan staat er letterlijk: ‘U kunt straffen met het oog op vergelding,
preventie etc.’. De rechter kan gebruik maken van ‘Cherry picking’, hij kan tot doel bezigen
hetgeen hij belangrijk vindt. Een persoonlijke voorkeur van iemand kan dus de doorslag
geven in het te geven vonnis, bijvoorbeeld of er wel of geen TBS opgelegd wordt.
Het voordeel is dat je in de ene zaak een ander doel voor ogen kunt hebben dan in de andere
zaak. Het mooie van het recht is dat je recht kunt doen, aan de specifieke omstandigheden van
het geval. Natuurlijk zeggen we gelijke monniken, gelijke kappen. Een verkrachter is een
verkrachter. Maar als je kijkt naar Michel P. die nu bekend staat als de moordenaar van Anne
Faber en die daarvoor al eens twee meisjes heeft verkracht, dat is een heel ander soort zaak en
ander soort verdachte dan de verkrachters die van der Wolf in een Tbs-kliniek is tegen
gekomen. Al die omstandigheden van het geval bepalen heel erg sterk wat een rechter er ook
normatief van vindt. Dan ben je heel blij dat je elke situatie kan behandelen naar wanneer de
omstandigheden vragen.
Creatieve straffen? Kan een rechter een straf verzinnen? Nee, het staat niet in de wet dat dit
kan. Het sanctierecht beschermd, alleen de in de wet omschreven sancties kunnen opgelegd
worden. Via de bijzondere voorwaarden kan de rechter wel een beetje creatief zijn.
Bijzondere voorwaarden zoals bijvoorbeeld een aanwijzing van het gedrag.
Straftoemeting: rechtsgelijkheid versus maatwerk?
De ene verkrachter is de andere niet. De ene snelheidsovertreder is de andere niet.
In Finland stemmen ze de op te leggen boete voor een snelheidsovertreding af op de
draagkracht van de dader. Dit is in Nederland ook wel een geopperd. Vrijheid is vrijheid, dat
is voor iedereen gelijk. Maar een boete raakt de één meer dan de ander.
Dit heeft met strafrechtstheorie te maken, hoe denken wij over straffen. Wat is vergelden? Is
dat iemand gelijkelijk raken? Moeten wij dan in die zin ook geen maatwerk leveren en
rekening houden met persoonlijke omstandigheden? De persoonlijke omstandigheden moet de
rechter altijd uitvragen en zijn super belangrijk voor de oplegging van een straf. Het heeft
niets met de daad te maken, gaat om de persoonlijke omstandigheden van de dader. Zo
probeert de rechter maatwerk te leveren.
2
,Wat is de grondslag van straf?
- Wat is straf? Objectief kwaad dat normaliter als leed zal worden ervaren.
- Bewust toegebracht (‘opzettelijke leedtoevoeging’)
- Ter vergelding van schuld aan gepleegd strafbaar feit. Alle straffen zijn vergeldend
van aard. Dat wil niet zeggen dat vergelding ook altijd het doel van de straf is. Het kan
het doel van de straf zijn, maar de straf kan ook andere doelen nastreven terwijl hij a
priori vergeldend is.
- Niet het doel van straf
- Straftheoretici en straf theorieën
Wat beogen we met straf?
- Met welk doel dienen de straffen en maatregelen te worden toegepast?
- In het Wetboek van Strafrecht geen ‘lijstje of indeling’ van die doelen per straf of
maatregel
- Per delinquent individu verschillend? Per delict verschillend? Per tijdsperiode? Per
rechter?
Recht, grondslag, doel
- Waarom mag er eigenlijk worden gestraft?
o Verdragstheorieën (stamt uit de tijd van de Verlichting: fictie dat burgers zich
vrijwillig onderwerpen aan het maatschappelijk verdrag). Niemand heeft een
sociaal contract ondertekend, maar dit is wel nog steeds het idee waar in de
basis vanuit gegaan wordt. dat je als burger meedoet aan de samenleving houdt
in dat je, je aan die wetten moet houden. Wij hebben een
volksvertegenwoordiger, die namens ons discussieert over de wetten en een
koning die namens ons zijn handtekening onder de wetten zet.
o Wijsgeer Fichte: ‘burger heeft recht om gestraft te worden ter voorkoming dat
hij buiten de gemeenschap komt te staan’
- Op basis waarvan wordt er gestraft?
- Met welk doel wordt er gestraft?
- Literatuur: de Keijser
Straftheorieën, drie benaderingen
- Retributivistiche benadering (NL: absolute theorieën, ‘straffen omdat’)
- Ulitaristische bendering (NL: relatieve theorieën, ‘straffen opdat’)
- Herstelbenadering
Het belangrijkste verschil is die tussen de retribuvistische benadering en de ulitaristische.
Waarom wordt in de straftheorieën wel gezegd dat Janus de god van het straffen is? Dat is hij
niet, ook niet in de mythologie. Hij had twee gezichten. Dit was een goede weergave van de
god van het straffen, omdat hij zowel vooruit als achteruit kijkt. Dat is het mooie ervan.
Retributivistiche benadering is het terugkijken, naar wat er gebeurd is. Straffen omdat er
iets gebeurd is. Dit is dus de vergelding, dat is het feit en daarom deze reactie. Belangrijkste is
dat het de vergelding hier juist heel proportioneel is. Heeft ook een communicatieve functie.
Afkeur van het gedrag is normstellend. Dit wordt ook wel de absolute theorie genoemd,
omdat er absoluut gereageerd moet worden op een schending van het verdrag. Je kan niet
doen alsof het niet om een reactie vraagt. Als je het doel meer in de toekomst ziet zoals bij de
ulitaristische benadering, dan is er wel iets gebeurd maar is er hoef je niet per se te reageren.
- Morele rechtvaardiging in verstoorde balans
3
, - Rechtvaardiging is inherent aan het delict, hoeft niet gevonden te worden in
toekomstig nut
- Maar... de straf vindt wel degelijk zijn begrenzing, te weten in de vergelding van
schuld (straf naar de mate van schuld?)
- Afkeur van het gedrag/delict
Immanuel Kant was een hele belangrijke retributivist. Er zijn twee stromingen binnen het
retributivisme Kant was met name van het positieve, dat betekende dus dat er volgens hem
absoluut reageert moest worden. Het legaliteitsbeginsel betekent hier dat er vervolgd moet
worden indien er een strafbaar feit is begaan (Duitsland kent dit nog). Dat past bij deze
theorie. Wij zijn in Nederland wat pragmatischer en hebben daarom een
opportuniteitsbeginsel. Dit opportuniteitsbeginsel staat enigszins op gespannen voet met het
legaliteitsbeginsel. Dit omdat het opportuniteitsbeginsel kan beslissen om niet te reageren op
een bepaald delict. Hier was Kant niet van, er moest volgens hem echt gereageerd worden. De
negatieve retributivisten vonden vergelding vooral grondslag. Het geeft je dus de aanspraak
om te straffen, maar het hoeft niet. De straf kan ook met een ander doel ingevuld worden,
bijvoorbeeld met een doel vanuit de relatieve benadering. In Nederland is dit op het moment
het dominante principe.
Onderscheid tussen negatieve en positieve retributivisten
Negatieve retributivisten
- Straf mag, hoeft niet
- Maar is geen legitimatie
- Aangevuld met doelen relatieve benadering
- Dominante principe in NL (opportuniteit)
Positieve retributivisten
- Straf is een dwingende reactie op delict
- Kant (categorisch imperatief)
- Rechtvaardiging?
- Legaliteitsbeginsel i.p.v. opportuniteit (bijvoorbeeld Duitsland)
Ulitaristische bendering is het vooruit kijken. Het strafrecht geeft de kans om in de toekomst
gelegen delicten te beperken. Beveiliging van de samenleving door speciale preventie, deze
persoon mag dit niet nog eens doen. Generale preventie, afschrikking voor het gehele volk.
Bestaat geen wetenschappelijke evidentie voor, geen penologie. Afschrikking mag je als
rechter als doel gebruiken. Rechtvaardiging ligt in het verondersteld nut van de straf in de
toekomst
Door:
- Gedragsbeïnvloeding /resocialisatie
- Afschrikking
- Incapacitatie/ onschadelijkmaking
Dan heb je nog de herstelbenadering. Deze staat er iets buiten en is gerelateerd aan de
aandacht voor het slachtoffer, die een steeds sterkere positie krijgt in het strafrecht.
- Twee visies: als doel van straf in plaats van straf (ook: als aanvulling op het
conventioneel strafrechtsysteem of een geleidelijke vervanging daarvan)
- Conflictoplossing (‘partijen’ zijn leidend, niet de staat)
- Positie slachtoffer in strafproces versterkt (o.a. spreekrecht, voegen als benadeelde
partij, schadevergoedingsmaatregel, procespartij?)
- Dader-slachtofferbemiddeling, conferenties
4