ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE 2 TENTAMEN 7 DEC
College 1
Een definitie van ontwikkeling
ONTWIKKELING: Een reeks progressieve veranderingen die tot hogere niveaus van differentiatie en
functioneren leiden
• Veranderen • Vooruitgang • Rijping • Groei • Differentiatie • Leren
Ontwikkelingspsychologie; Is het systematische en wetenschappelijke onderzoek van veranderingen in
menselijke gedragingen en psychische activiteiten over de tijd
Ontwikkelingsperioden
Historische blik op kinderen
John Locke 1632-1704
In zijn tijd gingen mensen zich meer verdiepen in de kinderziel. De mens staat centraal centraal.
Hij ziet het kind als een tabula rasa, ongeschreven blad. Hij pleitte voor een strikte opvoeding, en die zou
resulteren in zelfdiscipline en vorming van de geest. Daarnaast vond hij modelgedrag belangrijk Nurture,
belang van de omgeving.
DOEL van de opvoeding: Zelfcontrole.
Jean-Jacques Rousseau 1712-1778
• Romantiek
• Rijpen
• Geen kennis, maar zelfstandig
• denken
,ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE 2 TENTAMEN 7 DEC
• Twee principes: - De ontwikkeling verloopt volgens een innerlijke biologische tijdtafel (nature)
De ontwikkeling verloopt volgens een aantal stadia:
Zuigeling, van geboorte tot 2 jaar wereld ervaren via zintuigen
Kindertijd, van 2 tot 12 jaar competenties leren
Late kindertijd, van 12 tot 15 jaar lichamelijk sterker worden
Adolescentie, vanaf 15 jaar einde egocentrische kinderjaren
Principes van Darwin’s evolutietheorie – Nature
Natuurlijke selectie of ‘Survival of the Fittest’
Soorten hebben kenmerken die zijn aangepast aan hun omgeving. Individuen die het best zijn aangepast aan
hun omgeving overleven en planten zich voort. Hun genen worden doorgeven.
Freud 1856-1939 Psycho-analyse
Hij is de eerste geweest die onderscheid maakte in verschillende ontwikkelingsfasen bij kinderen/jongeren.
Hij heeft 5 fasen van de psychoseksuele ontwikkeling. Als zo’n fase niet goed doorlopen, zou dit problemen met
zich mee kunnen brengen in het latere leven.
5 Fasen psychoseksuele ontwikkeling:
Orale fase (geboorte tot anderhalf) -- mond het belangrijkste, aangezien ze hier mee worden gevoed
Anale fase (anderhalf tot drie ) – spelen met plas en poep
Fallische fase (drie tot zes) -- eigen geslachtsdeel ontdekken, mee spelen
Latentie fase ( zes tot elf jaar) – niet geboeid met eigen lichaam
Puberteit (elf jaar meisjes, dertien jaar jongens) – seksuele gevoelens worden meer verkend.
THEORIE ; Een ordelijk, geïntegreerd stel op bewijzen gebaseerde uitspraken dat gedrag:
• beschrijft • verklaart • voorspelt
Verklarend onderzoek
Methode
• Beschrijven baby biografieën (observeren en interpreteren)
• Wetenschappelijk methode (verbanden tussen twee of meerdere factoren verklaren m.b.v. een experiment)
Validiteit, betrouwbaarheid
• Subjectief, niet te controleren door derden • Kwalitatief
• Objectief, herhaalbaar • Kwantitatief
• Experiment
Meten in de gedragswetenschappen
Operationaliseren om te meten
Voorbeeld agressie: Definiëren wat je daaronder verstaat en wat je meet Schoppen-slaan-schelden-pesten
• Valide en betrouwbare metingen
Discussiepunten over ontwikkeling
Ontwikkeling als een continu proces
Doorgaande lijn
Je wordt steeds wat ouder maar de ontwikkeling loopt mee.
, ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE 2 TENTAMEN 7 DEC
Ontwikkeling als een discontinue ontwikkeling
stadiumgewijs proces
Rousseau – hoekige ontwikkeling.
Nature -- rijpingsmodel
Aangeboren, biologische gegevenheden
• Gebaseerd op genetische erfelijkheid
• Erfelijkheid (gen)
• Rijping (kritische periode – omvat het ontwikkelingsproces dat door een genetische code is vastgelegd. Is
voor de ontwikkeling sterk afhankelijk van een triggerfunctie.)
- Ontwikkeling is voorgeprogrammeerd
- Programmering ligt verankerd in genen
- Gepredetermineerd rijpingsschema (fasen, kritische perioden, sensitieve periode)
- Ander woord voor deze benadering: nativisme of maturisme
Kritiek op rijpingsmodel:
Ontwikkeling van een individu is volledig in handen van moeder natuur
Deterministisch – eenmaal onthecht, altijd onthecht.
Nurture
• Fysieke en sociale wereld
• Invloed op biologische en psychologische ontwikkeling
De kant van de omgeving
De leertheoretische stroming
• Pavlov: klassieke conditionering – honden, belletje, kwijlen
• Skinner: operante conditionering – straf en belonen
• Watson: conditionering van emoties -- baby Albert, witte muizen, hard geluid
• Bandura: leren door imiteren – modeling
De kant van de aanleg
Erfelijkheid: genetische bepaaldheid van
eigenschappen, vastgelegd op een gen.
Genotype (erfelijk materiaal) en fenotype
(uiterlijk).
Het bio-ecologische model van Uri
Bronfenbrenner
Zes systeemlagen van het bio-ecologische model
Van binnen naar buiten …
1. Biosysteem (kindkenmerken) De
intrapersoonlijke factoren. Bijvoorbeeld:
intelligentie, temperament, aanleg om dik te
worden.