Cognitieve ontwikkeling
College 1 -Piaget (11 pagina’s)
Overzicht en doelen college 1
Wat is cognitie?
- Uitzoomen en inzoomen
De cognitieve ontwikkelingstheorie van Jean Piaget
- Wie is Piaget?
- Hoe wordt de cognitie ontwikkeld?
- Waarom is die ontwikkeling er?
- Wat ontwikkelt zich precies?
Kritiek op Piaget
Wat is intelligentie?... volgens experts?
17 experts de vraag gesteld ‘wat is intelligentie’? > geen overeenstemming >
Boring kwam met uitspraak.
• Symposium 1921 (Richardson, 2002)
- Intelligence is what intelligence tests test (Boring, 1923,
p. 35) > komt vaak terug. Is grappig bedoeld. Correlateert
enigszins met schoolvaardigheden met andere gebieden
in het leven. Het zou iets meten die test. Eigenlijk best
schrijnend dat dit het is, dat we niet weten wat het is,
maar we hebben wel een test.
Zelfde soort experiment herhaald:
- Sternberg en Berg (1986):
- 24 experts gevraagd om intelligentie te conceptualiseren
- Geen enkel kenmerk is door >50% genoemd
- O.a.: abstract redeneren, probleemoplossend vermogen,
vaardigheden die in een cultuur worden gewaardeerd,
kennis, aandacht, perceptie, effectieve en succesvolle
antwoorden, mogelijkheid tot leren (8%!)
Intelligent gedrag in het Westen kan heel ander soort intelligentie zijn dan
in Aziatische landen. Aziatische landen > introvert, zwijgen, het heel erg
nadenken ed.. Westen > intelligent als je snel je
woordje klaar hebt. Dus dat is een hele andere manier van waarderen.
- Fuzzy concept! concept met weinig grenzen, we hebben wel
een idee, niet duidelijk afgebakend
- Geen duidelijke onderliggende theorie
- Wel een meetinstrument?!
In de hulpverlening noodzakelijk om eerst een intelligentietest af te nemen
voordat er goed hulp kan worden verleend. Waarom hebben we dat zo nodig?
Hoe kan het dat het zo’n vaag woord is waar we wel veel meedoen en veel
aan ophangen?
Cognitieve ontwikkeling: conceptualiseren
Dat was intelligentie, nu is natuurlijk de vraag is cognitie iets anders dan
intelligentie. Ook cognitie is zo’n begrip waarvan we niet precies weten wat
het is, maar we noemen vaak, als je de literatuur induikt, concepten die te
maken hebben met cognitie. Zag je ook bij intelligentie staan.
Dus wat precies het onderscheid is, is niet duidelijk
• Wat is cognitie?
– Kennis, bewustzijn, intelligentie, denken, verbeelden,
scheppen, redeneren, plannen, afleiden, probleem oplossen,
1
,Cognitieve ontwikkeling
classificeren en relateren, symboliseren, fantaseren en
dromen, geheugen, aandacht en leren
– Sociale cognitie, TOM > Theory of mind > sociale cognitie >
kennis van de cognitie van een ander > verplaatsen in een
ander.
– Motorische bewegingen
Cognitie vs intelligentie
“Het begrip ‘cognitie’ heeft vooral betrekking op het proces in het algemeen,
terwijl ‘intelligentie’ in de regel gebruikt wordt om de kwaliteit van de cognitie
van een persoon te beschrijven in vergelijking met die van anderen. Maar in
wezen verwijst het begrip ‘intelligentie’ net als ‘cognitie’ naar het vermogen om
problemen te kunnen oplossen. Maar over wat intelligentie nu precies inhoudt,
wordt nog steeds veel gediscussieerd.” (Eling, 2014, p110-111)
Volgens hem is cognitie vooral al die woorden zoals aandacht,
probleemoplossend en al dat soort processen. Intelligentie gaat meer om de
kwaliteit van die processen, dus hoe goed kan iemand problemen oplossen, hoe
goed kan iemand zijn aandacht richten. Dat hangt er eigenlijk meer boven als
een soort waardeoordeel over iemand zijn cognitie. Intelligentie gebruiken we
ook vaak om de cognitie tussen mensen te vergelijken. Wat intelligentie nou
precies inhoudt wordt nog veel over gediscussieerd.
Cognitie en motoriek: Embodied Cognition
Het idee is dat lichaam en geest samenwerken. Dat is lange tijd al een theorie
geweest, maar is nu steeds meer bewijs voor. Nou blijkt als mensen zich machtig
en krachtig voelen of sterk dat ze een open houding aannemen. Dit is ook bij
blinde mensen dat de armen de lucht in gaan als ze iets winnen. Dat is niet iets
dat is aangeleerd, maar dat zit kennelijk in je om dat te doen als je je sterk voelt.
Als je je zwak voelt neem je een gesloten houding aan. Dan was de vraag van de
volgende onderzoekers heeft het andersom ook een effect; dus als ik mijn
houding verander, ga ik me dan ook anders voelen?
Samenwerking tussen lichaam en brein
- Macht/kracht > open houding
- Zwakheid > gesloten houding
- Houding > ?
Carney, Cuddy en Yap (2010)
Ze hebben 42 proefpersonen verschillende poses aanlaten nemen. Ledematen
ver van je af of dichtbij je. Ze hebben die mensen 1 minuut lang beide krachtige
poses laten aannemen en de andere helft de zwakke pose. In totaal twee
minuten lang ofwel in een krachtige ofwel zwakke pose. Hebben ze vervolgens
speeksel voor en na afgenomen om de hormonen te bepalen. Ze kregen twee
euro, mochten met een dobbelsteen gooien en de kans van fifty fifty dat ze daar
vier euro van konden maken of alles verloren. Ze moesten ook over zichzelf
aangeven hoe in control ze zich voelde.
N=42 (26 vrouwen, 16 mannen)
Krachtige pose
- Toename van testosteron
- Afname van cortisol (stresshormoon)
- Gevoel van macht > zwakke pose
2
,Cognitieve ontwikkeling
- Risicogedrag: 86% > waagt het gokje voor 4 euro
Zwakke pose
- Afname van testosteron
- Toename van cortisol
- Risicogedrag: 60% > waagt het gokje voor 4 euro
Conclusie: Fake it ‘til you make it!
Hier zie je heel duidelijk de samenwerking tussen cognitie en brein.
Cognitieve ontwikkeling: afbakening
Waar wij het over gaan hebben, het stukje cognitie:
Denkprocessen of mentale activiteiten waardoor we kennis verwerven
Dat is behapbaar kleiner. We gaan het vooral hebben over de denkprocessen,
hoe we tot kennis komen.
Cognitieve Ontwikkelingstheorie van Jean Piaget
Grondlegger cognitieve ontwikkelingstheorieën.
• Jean Piaget (1896-1980)
• Hoogleraar universiteit Genève
• Zwitser
- Bioloog
- Psycholoog
- Filosoof
Observatie van zijn drie kinderen > basis theorie.
Cognitieve Ontwikkelingstheorie van Jean Piaget
Georiënteerd op de problemen van de epistemologie, ofwel: kennisleer >
je hebt de buitenwereld en je hebt de persoon in die wereld. Deze stroming
wil eigenlijk weten hoe kan die persoon nou weten hoe die buitenwereld
eruit ziet. We hebben verschillende zintuigen. Alles wat je voelt komt daar
hetzelfde wereldbeeld bij als wat je ziet. Dus kloppen je zintuigen met voor
kennis wat zij opdoen uit de wereld.
Geïnteresseerd in het ontstaan van kennis > hoe is nou de samenhang
tussen de kennis en de kenner.
Hoe kom je van minder kennis naar meer kennis? > wat zijn die
mechanisme daarin > onderzoeken.
Doel: de echte aard van kennis begrijpen door te onderzoeken waaruit en
hoe die kennis is ontstaan. Door de kwalitatieve ontwikkeling van
cognitieve structuren vast te stellen.
Uitganspunten van Piaget
Voor Piaget had je de behavioristen. Die waren er ook al tijdens Piaget, maar de
grote opleving ervan was er iets voor. De behavioristen zeggen eigenlijk wij
kunnen alleen kijken naar uiterlijk waarneembaar gedrag van kinderen als we
iets willen zeggen over ontwikkeling. Dan kunnen we alleen kijken wat we
letterlijk zien gebeuren. Zij zeggen je hebt Stimulus Respons reacties. Bv. kind
brand zich bijvoorbeeld en trekt zijn hand weg. Interpretatie die je kunt doen is
kind had pijn, want stimulus gaf pijn. Het kind zal zich vervolgens niet weer willen
branden aan iets heets, want het is in die zin ‘gestraft’. Dus dan heeft het iets
geleerd door middel van die straf. Prettige stimuli is in die zin een beloning en
dat gedrag zie je dan vaak terugkomen. Ze zeggen wat er precies in dat hoofd
gebeurt van een kind dat kunnen wij niet zeggen dat is een ‘black box’, daar
weten we gewoon niks van. Is in die zin ook niet relevant, we hoeven alleen te
kijken naar gedrag.
Piaget zegt; daar kunnen we wel iets over zeggen. Dus hij heeft het niet over
Stimulus Respons reactie, maar over de Stimulus Organisme Respons. Wat die
3
, Cognitieve ontwikkeling
daar dan over zegt is dat kinderen heel actief bezig zijn in hun omgeving.
Doordat ze dat doen krijgen ze een eigen beeld van hoe hun wereld eruit ziet. Ze
construeren in die zin hun realiteit. Wat we dan maken dat zijn dan die cognitieve
structeren en dat is wat Piaget noemt schema’s . Een schema is een set van
acties (gedragingen) om met de wereld om te baan. Die schema’s zijn in eerste
instantie gedragingen. Gedrag is volgens Piaget net zo goed cognitie. Dus in die
zin is het hetzelfde. Jonge kinderen zullen dus bijvoorbeeld allereerst leren zuigen
of drinken bij de moeder aan de borst, maar zal later hetzelfde zuigschema
kunnen toepassen op de fles. Maar ook op het speelgoed dat die vervolgens
heeft. Dat zuigschema is gewoon een gedraging gebaseerd op reflexen en dat
bouwt zich steeds verder voort op dingen wat die tegenkomt > leert over
omgeving. Op een gegeven moment kun je dit ook combineren; je hoort iets
(luisterschema) draait je hoofd ernaar toe en kijk je ernaar ziet iets en grijpt het
(of stopt het in je mond).
• Behavioristen (vanaf 1913)
- Stimulus Respons reacties, door middel van straffen en belonen
- Organisme is een ‘black box’
• Piaget (met name > 1960)
- SOR
- Kinderen exploreren hun omgeving op een actieve manier
- Kinderen construeren hun realiteit
- Kinderen construeren schema’s (= cognitieve structuur)
– Een set van acties, herinneringen en strategieën om de
omgeving te begrijpen en voorspellen
– Bijv.: Zuigschema, Grijpschema, kijkschema, luisterschema
Cognitieve ontwikkeling: HOE?
Adaptie wil zeggen dat wij zo gemaakt zijn, ingesteld zijn om ons te willen
aanpassen aan de omgeving waarin wij ons bevinden. Dus die interactie met de
omgeving is heel belangrijk en we willen daarin passen. Dat aanpassen aan de
omgeving gaat om 2 manieren: assimilatie en accommodatie. Dit is echt het hoe:
hoe ontwikkelen wij ons > assimilatie en accommodatie. Assimilatie wil zeggen
dat wij alles uit de omgeving zien en tot ons nemen dat voegen we zo toe aan
wat we al weten (hier kan ik bijvoorbeeld ook naar grijpen). Accommodatie is
precies het tegenovergestelde. Dus ik kom iets tegen wat ik niet goed begrijp
dan moet ik mijn cognitieve structuren aanpassen aan de omgeving.
Assimilatie > alles wat nieuw is in onze omgeving dat vervormen we zo dat we
het begrijpen. Accommodatie > je snapt niet wat je in je omgeving ziet dus dan
leer je echt iets nieuws. Bestaande cognitieve structuur veranderen om de
omgeving te kunnen begrijpen. Als wij niks hoeven te veranderen is het altijd
assimilatie.
• Adaptatie
- Door de interactie met de omgeving ontwikkelen we schema’s, dit
zorgt ervoor dat we ons kunnen aanpassen aan de omgeving. Dat
aanpassen gebeurt op twee manieren:
Assimilatie
- Het integreren van kennis (de omgeving) in bestaande cognitieve
structuren
- Bestaande cognitieve structuren worden gebruikt om nieuwe kennis
te interpreteren
• Accommodatie
- Het aanpassen van de oude/bestaande cognitieve structuren aan de
omgeving
4