SAMENVATTING BURGERLIJK PROCESRECHT
WEEK 1 (H1 & H2)
Materieel recht gaat over de inhoud van de rechtsregels, welke rechten en plichten hebben
personen. Burgerlijk procesrecht is een formeel recht dat wijst op de regels van het
procederen, hoe kunnen de rechten en plichten worden afgedwongen bijvoorbeeld.
Algemene beginselen die moeten gewaarborgd tijdens dit proces zijn:
- het recht op rechtspraak en rechtsbijstand (art 112 Gw)
- hoor en wederhoor (art 19 Rv) → beide partijen moeten de kans hebben gehad op
andermans stellingen te reageren
- partijautonomie (art 24 Rv) → partijen kunnen naar de rechter stappen, wanneer ze
dit doen kunnen ze zelf de omvang van het geschil bepalen
- behandeling en beslissing binnen een redelijke termijn (art 20 Rv jo 6 EVRM) → de
partijen hebben de plicht om te waken tegen vertraging en informatie naar waarheid
te vergeven
- openbaarheid van de uitspraak en de zitting (art 27 en 28 Rv)
- motiveringsbeginsel (art 30 Rv, art 121 GW, art 5, lid 1 Wet RO)
- onpartijdigheid/onafhankelijkheid van de rechter (art 36 Rv)
Deelnemers in een gerechtelijke procedure:
1. procespartijen
- rechtspersonen/natuurlijke personen
- verweerder/eiser
2. rechtshulpverleners
3. gerechtsdeurwaarder
4. griffier/gerechtssecretaris
5. rechter
Procespartijen
Bij een civielrechtelijke procedure kunnen partijen als natuurlijk- of rechtspersoon
verschijnen. Een vof, maatschap of commanditaire vennootschap zijn geen natuurlijk- of
rechtspersoon mag mogen wel procederen ogv art 51 Rv. Een ondernemingsraad van een
rechtspersoon kan procederen ogv art 26 WOR.
In geval van een handelingsonbekwame (art 3:32 BW) dient hij vertegenwoordigd te worden.
De vertegenwoordiger van de HO heet dan de formele procespartij en de HO de materiële
procespartij. Ook een rechtspersoon kan zelf niet feitelijk procederen en dient een
vertegenwoordiger aan te stellen (bestuurder/advocaat). Echter is er hierbij geen sprake van
een formele en materiële procespartij.
Rechtshulpverleners
In de meeste gevallen is het hebben van een rechtshulpverlener verplicht, in slechts 2
situaties is het niet verplicht:
- bij zaken van de kantonrechter mogen beide partijen in persoon verschijnen (ogv art
79, lid 1 Rv). Vertegenwoordiging mag wel ogv art 80, lid 1 Rv.
- verweerder mag in een kortgeding procedure in persoon verschijnen (art 255, lid 1
Rv), maar als er toch voor een vertegenwoordiger gekozen wordt dan moet dit een
advocaat zijn.
1
,Ook kunnen partijen rechtshulpverleners machtigen, deze moet dan aan de rechter en
volmacht kunnen laten zien ogv art 80, lid 2 Rv. Advocaten en gerechtsdeurwaarders
worden erop vertrouwd gemachtigd te zijn en hier geen misbruik van te maken ogv art 80, lid
3 Rv.
Gerechtsdeurwaarder
De taken van een gerechtsdeurwaarder:
- uitbrengen van exploten→ een exploot is een brief met belangrijke mededeling die
aan de geadresseerde overhandigd moet worden (soort van aangetekende brief). De
eisen voor exploten staan in art 45-66 Rv
- het leggen van conservatoir beslag→ de zaak waarover geprocedeerd wordt in te
nemen en veilig te stellen tot na het vonnis.
- het ten uitvoer leggen van gerechtelijke uitspraken→ het afdwingen van het vonnis
van de rechter gebeurt door een gerechtsdeurwaarder. Ze krijgen dus een
executoriale titel.
Griffier/gerechtssecretaris
De griffie is de administratief ondersteuner van een gerecht en beheer de agenda, dossiers,
archieven en hebben ze contact met de procespartijen en derden. Gerechtssecretaris is de
rechterhand van de rechter.
Rechter
De rechter doet aan het einde van de procedure de uitspraak, dit hoeft niet altijd een geschil
te zijn (scheiding). De rechter dient onpartijdig en onafhankelijk te zijn en wordt zijn hele
leven benoemd bij koninklijk besluit ogv art 117 Gw.
Dagvaardingsprocedure
Welke rechter is in welke zaak bevoegd?
- absolute competentie= hiermee wordt bepaald welke rechter bevoegd is in welke
zaak
- relatieve competentie= welke rechter is geografisch bevoegd in welke zaak
Eerste aanleg
Absolute competentie
Art 42 Ro bepaalt dat in eerste aanleg één van de elf Nederlandse rechtbanken sector civiel
is bevoegd tot kennisneming van de zaak.
In art 93 sub at/m d Rv bepaalt wanneer de Kantonrechter bevoegd is bij
dagvaardingszaken
- wanneer de waarde maximaal 25.000 euro bedraagt
- wanneer de waarde niet bepaald is maar na schatting max 25.000 euro is
- wanneer de aard van de zaak bij het kantongerecht ligt (huur-, arbeidszaken)
- overige zaken waarin het kantongerecht wordt aangewezen
→ Wanneer het geval niet in art 93 Rv vermeld is wordt het behandeld door de sector civiel
recht.
→ Wanneer de verkeerde sector is benaderd, stuurt de rechter de zaak door ogv art 71 jo 72
Rv
2
, Relatieve competentie
Dit is vastgelegd in art 99 Rv:
- lid 1 bepaalt dat de woonplaats van de gedaagde de locatie is (wanneer het een RP
betreft + art 1:10, lid 2 BW)
- lid 2 bepaalt dat wanneer de woonplaats van gedaagde onbekend is het werkelijke
verblijf de locatie bepaalt
- art 100 t/m 110 Rv bepalen alternatieven
- UITZONDERING→ wanneer er bij de dagvaardingsprocedure twee locaties van
toepassing zijn dan mag de eisende partij kiezen, TENZIJ art 103 Rv
art 108 Rv:
- lid 1→ Bij civiele zaken mag er van de wettelijke regels van de relatieve competentie
worden afgeweken
- lid 2→ Bij kantonrechterlijke zaken dan mogen partijen van te voren niet afwijken van
de wettelijke regels mbt de relatieve competentie tenzij,
A. de afspraken zijn gemaakt na het ontstaan van het geschil
B. de ‘zwakkere’ partij zich tot de rechter wendt (werknemer/huurder)
Tweede aanleg/hoger beroep
In het gerechtshof worden hoger beroepszaken behandelt. De zaak wordt opnieuw
behandeld.
Cassatie/Hoge Raad
Nederland kent één Hoge Raad, deze is gevestigd in Den-Haag en behandelt in de zaak de
feiten niet opnieuw maar bekijkt of alle bepalingen wel goed zijn toegepast.
WEEK 2 (H3)
Dagvaardingsprocedure
Procedure
Een proces begint bij een dagvaarding, gemaakt door de rechtshulpverlener van de eisende
partij. Deze wordt door een deurwaarder aan de gedaagde overhandigd ogv art 45 jo art 111
Rv, dit heet ook wel beteken. Dat is een dagvaarding die een eiser (ook wel
rechtsbijstandverlener) indient bij de rechtbank. Een dagvaarding is een type exploot
uitgegeven door een deurwaarder, om deze reden moet er worden voldaan aan de
algemene regels voor exploten geregeld in art 45 Rv en specifiek voor de dagvaarding in art
111 Rv.
De eisen aan een exploot:
- de formaliteiten en administratieve gegevens geregeld in art 45, lid 3 Rv
- de inhoudseisen geregeld in art 111, lid 3 Rv
middenstuk
- een middenstuk met gronden (art 111, lid 2 sub d Rv)
- substantieringsverplichting (gronden van de wederpartij)
- eis/petitum
3