Uitgewerkte artikelen Mediagebruik
WEEK 2 – Theory of planned behavior
Artikel 1:
Ajzen, I. (2019).
Constructing a theory of planned behavior questionnaire. University of Massachusetts.
https://people.umass.edu/~aizen/pdf/tpb.measurement.pd
Korte beschrijving
Volgens de theory of planned behaviout (TPB) wordt menselijk gedrag gestuurd door drie
soorten overwegingen:
- Overtuigingen over de waarschijnlijke gevolgen en ervaringen die samenhangen met het
gedrag (behaviour beliefs) produceren gunstige of ongunstige houding naar het gedrag
- Opvattingen over de normatieve verwachtingen en gedragingen van anderen (normative
beliefs) resulteren in waargenomen sociale druk of subjectieve norm
- Overtuigingen over de aanwezigheid van factoren die de uitvoering van het gedrag
kunnen vergemakkelijken of belemmeren (control beliefs) leiden tot waargenomen
gedragscontrole of self-efficiacy
Als algemene regel geldt: hoe gunstiger de houding en de subjectieve norm, en hoe groter de
waargenomen controle, hoe sterker de intentie van de persoon zou moeten zijn om het betreffende
gedrag uit te voeren.
Het formatieve onderzoek
Aantal stappen gemaakt tijdens een onderzoek. Bij dit onderzoek wordt sporten na een operatie als
voorbeeld genomen.
- Stap 1: “defining the behaviour” Eerst moet het gedrag dat onderzocht moet worden
gedefinieerd worden in termen van doel-, actie-, context- en tijdselementen. In dit geval
fysieke activiteit.
- Stap 2: “Specifying the Research Population” de doelgroep moet gedefinieerd worden. In
dit geval mensen die net geopereerd zijn.
, - Stap 3: “Formulating Items for Reflective (Direct) Measures” er worden 5 begrippen met
uitleg gegeven die op een schaal van 1 t/m 7 moeten worden beantwoord. Dit zijn
bijvoorbeeld eens/oneens vragen of waar/niet waar vragen op het gebied van je eigen
gedrag. De respondenten moeten vervolgens het nummer omcirkelen dat het beste bij hun
past. Deze 5 begrippen waar op wordt getest zijn:
o Attitude vragen over eigen gedrag
o Subjective norm (injunctive and descriptive aspects) subjectieve statements
worden voorgelegd
o Perceived behavioural control capaciteit en in hoeverre je jezelf kan motiveren
o Intention Intentie om iets de komende tijd te doen
o Past behaviour gedrag van afgelopen tijd
- Stap 4: een kleine steekproef van individuen die representatief zijn voor de steekproef
wordt gebruikt om gemakkelijk toegankelijke gedrags resultaten op te roepen.
Wanneer deze stappen zijn gedaan, wordt de voorgaande vragenlijst geanalyseerd. Er wordt gekeken
welke gegeven gebruikt kunnen worden om betrouwbare en geldige items te selecteren voor gebruik
in de latere vragenlijst. Ook worden er nog achtergrondvragen in de vragenlijst toegevoegd die
eventueel interessant zouden kunnen zijn voor het onderzoek (bijv. leeftijd, geslacht niveau van
opleiding enz).
Het echte onderzoek
Nu wordt de laatste vragenlijst opgemaakt. Ook deze bestaat weer uit een 7 puntsschaal. Deze bestaat
uit:
1. Behavioral Beliefs and Outcome or Experience Evaluations overtuigingen over eigen
gedrag en evaluatie over eigen gedrag
2a. Injunctive Normative Beliefs and Motivation to Comply items worden geformuleerd om de
kracht te meten van het injunctieve en normatieve geloof en de motivatie om te voldoen aan wat
de injunctieve norm zegt. (bijv. dokter zegt je moet 3x per week sporten. Vind je dan dat je moet
doen wat de dokter zegt?)
2b. Descriptive Normative Beliefs and Identification with the Referent hier wordt de descriptieve
norm gemeten.
3. Control Beliefs and Power of Control Factors hier wordt de waarschijnlijkheid geformuleerd
van het vermogen van een factor om de prestaties te vergemakkelijken of te belemmeren
4. Reflective (Direct) Measures de directe maatregelen die zijn ontstaan op basis van de
gegevens van de eerste vragenlijst om attitudes, subjectieve norm, waargenomen gedragscontrole, en
bedoelingen.
5. Other Measures De laatste vragenlijst bevat ook metingen van alle demografische
kenmerken, persoonlijkheidskenmerken en andere achtergrondfactoren waar de onderzoeker in zijn
onderzoek naar vroeg.
Drie maanden na afname van de vragenlijst (of een andere periode als gedefinieerd door het
gedragscriterium), worden de deelnemers opnieuw gecontacteerd en gevraagd om te rapporteren of ze
de afgelopen drie minuten minstens 20 minuten hadden gesport, driemaal per week maanden.
Voorbeeld van zo’n zevenpuntsschaal.
,Artikel 2:
Hartmann
Influencing Children's Self Efficacy and Self Regulation of Reading and Writing Through
Modeling
Volgens Hartmann (2009) is de TPB niet geschikt om menselijk gedrag te verklaren als men
zich bewust is van ongewenst gedrag maar niet kan bijsturen.
Als iemand zich voorneemt om voortaan meteen weg te zappen zodra er een soap op komt,
dan is dat volgens Hartmann (2019; cf. Gollwitzer, 1990) een ‘implementation intention’
Implementatie-intenties ontstaan volgens Hartman (2019) op basis van … Daarover bestaat
verschil van mening.
De action theory geeft een verklaring voor media keuzes: 1) het benadrukt de keuze van gebruikers,
2) het kijkt naar de manier waarop intenties worden ontwikkeld 3) het legt uit hoe een intentie
uiteindelijk wordt afgeschermd tegen andere ideeën, 4) het vertelt ons hoe intenties in gedrag worden
omgezet.
Automatic behavior under volitonal control
Media gedrag is vaak automatisch gedrag. Als een automatisch gedrag al vaker succesvol is
uitgevoerd (bv. de TV aanzetten), kan het worden omgezet naar een ‘habit’.
- Volgens de TPB is gedrag vrijwillig als het gebaseerd is op intenties
- Higher order cognitieve elaborations ; zijn gedragingen die meer nodig hebben dan alleen
automatische processen. Mensen kunnen echter alleen deelnemen aan cognitieve processen
van een hogere orde als de situatie geen urgente actie vereist, waarbij ze de tijd en
gelegenheid bieden om na te denken voordat ze tot een beslissing komen
- Ajzen stelde voor dat iemands spontane motiverende dispositie noch willekeurig, noch
heuristisch is, maar een functie is van bestaande associaties.
Implementation intentions: format voor als→ dan gedrag. Als er een kritieke cue aanwezig is,
wordt de reactie onmiddellijk en zonder verdere bewuste intentie uitgevoerd.
Gollwitzer suggereert dat mensen implementation-intenties vormen op basis van hun
algemene intenties (of goal intentions), waarvan wordt aangenomen dat ze voortbouwen op de
determinanten die in TPB worden gesuggereerd. Goal intentions weerspiegelen meer wat iemand op
, de lange termijn wil doen, terwijl implementatie-intenties meer gericht zijn op de middelen om een
gekozen langetermijndoel te bereiken.
iets anders dat verband houdt met deursen-intenties zijn ‘gewoonten’. Gewoonten kunnen worden
gedefinieerd als "aangeleerde opeenvolgingen van handelingen die automatische reacties op
specifieke signalen zijn geworden, en die functioneel zijn bij het behalen van bepaalde doelen of
eindtoestanden" (Verplanken & Aarts, 1999, p. 104). Een gewoonte is een mentaal construct dat de
hersenen ontlast wanneer het controle over gedrag doorgeeft aan stimuli uit de omgeving
(Verplanken, 2006).
Non-Voluntary Automatic Behavior
Hoewel een gewoonte normaal gesproken kan worden aangepast als iemand voldoende moeite doet,
kan gedrag ook volledig uit de hand lopen en dwangmatig worden. Compulsiviteit kan worden
gedefinieerd als een innerlijke drang om gedrag te vertonen dat de intentie van een persoon om het te
stoppen tenietdoet.
In plaats van de motiverende instelling van een persoon, kunnen omgevingsfactoren (bijv. De
televisie) of basiselement (bijv. Actiegerelateerde sensaties of gedachten, zoals een bepaalde geur of
stemming) die samen met het gedrag in het verleden optraden, een behoefte oproepen of aandrang om
het gedrag uit te voeren. Dwanggedrag blijkt vaak problematisch te zijn, aangezien het gemakkelijk
iemands houding kan schenden, in strijd is met subjectieve normen en buitengewoon hoge kosten met
zich meebrengt wat betreft iemands middelen.
TPB to Media Choice
De houding van mensen ten opzichte van een gedrag is een functie van hun schattingen over bepaalde
ervaringsgerichte (bijv. Geluk) of instrumentele (bijv. Geld) uitkomsten, vermenigvuldigd met de
subjectieve evaluatie van elke uitkomst. (Fishbein & Ajzen, 1975). Op zijn beurt wordt de houding
beschouwd als een bepalende factor voor de intentie om het gedrag uit te voeren (Fishbein &
Ajzen, 1975). Van Leuven (1981) en Galloway en Meek (1981) stelden dat de overtuigingen direct
bepalend zijn voor de media-aandacht; inderdaad, in een kleine enquête ontdekten de laatstgenoemde
auteurs dat overtuigingen van verwachtingswaarde de blootstelling aan televisieprogramma's
voorspelden.
Samenvattend tonen onderzoeken aan dat TRA een vruchtbaar kader biedt om mediakeuze te
bestuderen. verrassend genoeg stopte ondanks deze veelbelovende vroege stappen de onderzoekslijn
in het communicatieonderzoek na de jaren tachtig. Slechts een klein aantal recentere onderzoeken
heeft geprobeerd elementen van TRA of TOPB toe te passen op mediakeuze.
TRA is vervangen door de meer ontwikkelde conceptualizatie van TPB
TOPB neemt, in de huidige versie, niet volledig de rol van emoties mee die ten grondslag liggen
aan de ontwikkeling van een intentie. Emoties kunnen een cruciale invloed hebben op keuzes en
geplande media-aandacht (Loewenstein & Lerner, 2003), vooral als de keuze blootstelling aan
vermakelijke media met zich meebrengt. Bovendien neemt TOPB geen alternatieven op keuzes mee,
terwijl de mediakeuzes van mensen gewoonlijk gebaseerd zijn op verschillende beschikbare opties.
Artikel 3:
Cheung en To
co-creation in social media: An extension of the theory of planned behavior.
Het daadwerkelijk leveren van een inhoudelijke bijdrage aan social media wordt volgens
Chueng en To (2016) uiteindelijk bepaald door Het voornemen dat te doen (intention) en of
men zichzelf daartoe in staat acht (perceived behavioral control).