GLV Schrift
Samenvatting voor D-toets, Een wereld vol geloof – Basiskennis christendom H2-H5
H2 Geschiedenis en stromingen
- Veelkleurig christendom
Reformatorische kerken
Lezing en uitleg Bijbel centrale rol, min twee teksten uit Bijbel (Statenvertaling of
vertaling van Nederlandse Bijbel Genootschap 1951) elke zondag. Na de tekst komt
de preek door dominee. Paar keer per jaar avondmaal gevierd, stukje brood en
slokje wijn (laatste maal Jezus).
Veel gezongen, psalmen, orgel. Psalmen waren eerst gedichten, later melodie erbij
Geneefse melodieën, komen van traditie uit 16 e in Zwitserse Genève. Johannes Calvijn. Oude
berijming (uit 18e) nog beetje en andere kerken nieuwe berijming, 1967. In sommige kerken
berijming van Petrus Datheen, 1566. Veel ouderwetse woorden uit Bijbellezing en psalmen.
Evangelische gemeenten
Gezongen door band met songtekst op beamer, voor publiek. Muziek kan ingetogen
en uitbundig, swingen. Veel Bijbel voorlezen, uitgelegd hoe het wordt vergeleken
met leven nu. Ze moeten Jezus toelaten in hun leven, om op God zijn manier te
leven. Gebedsmomenten, God danken en zorgen en vragen.
De rooms-katholieke kerk
Gebed, lezen uit Bijbel en muziek. Veel rituelen; kruisje slaan, kaarsen en wierrook.
Vieringen, de ‘mis’ bekendste, de eucharistie wordt gevierd (= ritueel waarbij
stukjes brood (‘hosties’) in wijn worden gedoopt en uitgedeeld). Eucharistie
betekend dankzegging. Brood en wijn worden het lichaam en bloed van Jezus.
Maria ‘moeder van gelovigen’, veel beelden. Priester voorganger katholieke kerk, is
tot priester gewijd door bisschop. Hij belooft hier zijn leven in dienst te stellen aan
God, niet trouwen en er altijd voor kerk zal zijn.
Ze zingen psalmen, wel de letterlijke Bijbeltekst, ze ‘reciteren’ (tussen zingen en praten). Ze zingen
ook hymnen en nieuwe liederen. Orgel en piano als begeleiding, soms koor. Latijn officiële taal,
steeds meer Nederlands.
De Protestantse Kerk in Nederland (PKN)
Zingen, psalmen met orgel of piano. Met beamer songtekst. Soms koren
‘cantorij’. Lezing uit Bijbel en uitleg over betekenis teksten en leven nu, maar eigen
mening mag ook. Minder strenge regels. Eens in zes weken avondmaal.
Accentverschillen
Kerken overleggen samen ‘oecumene’. Vroeger veel overleg wie nou wat
geloofde en zo ontstonden verschillende stromingen.
- De vroege kerk
Ontstaan van de kerk
Joodse mensen kwamen al eeuwen voor Jezus samen om geloof te vieren, in tempel in Jeruzalem en
in ‘synagogen’. Er werd gelezen uit Tora, gebeden en betekenis van Bijbelse geschriften. Christelijke
kerken kwamen hieruit. Jezus verzamelde groepen mensen om zich heen, hij had 12 discipelen die
met hem mee reisden. Na zijn dood bleven zij verspreiden. Ook buiten Jeruzalem. Mensen kwamen
bij een om maaltijden te eten, bidden, spreken over leer van Jezus en psalmen gezongen.
Vervolging
Eerst werden Christenen als bedreiging beschouwd omdat ze niet altijd naar machthebbers
luisterden. Daarom soms in geheim. Hun geheime teken was een vis. Rond 313 bekeerde Romeinse
keizer Constantijn de Grote tot Christendom, uiteindelijk werd christendom staatsgodsdienst in grote
delen Europa.
Verschillen en discussies
, Christendom kwam voort uit jodendom, welke joodse gebruiken wel en niet. Apostel Paulus schreef
iedereen eigen overtuiging mag. Discussie in vergaderingen (‘concilie’).
Organisatie
Er moest organisatiestructuur komen. De patriarchen werden de leidende figuren, de paus.
- De middeleeuwen
Kloosters
= instellingen waar mensen hun leven in dienst stellen van God, helemaal wijden aan geloof. Vaste
momenten per dag bijeen en bidden, zingen en Bijbel lezen. Per klooster eigen kloosterregels. Bijv.
Benedictus (480-540) ‘Ora et labora’ bid en werk, kloosters volgen en werden Benedictijner
kloosters. Augustinus ook, nadruk op eenheid tussen kloosterlingen onderling en met God.
Het christendom in Nederland
Pas in 7e eeuw, door missionarissen Willibrord (658-739) en Bonifatius (672-754). Werd onderdeel
van rooms-katholieke kerk, paus stond nog boven.
Eenheid van de kerk
Kerk olv paus in Rome werd katholieke kerk, komt van Grieks ‘kata holé hègè’ (= over de hele
wereld). De paus had bisschoppen en die hadden een eigen streek om geloof te delen. De paus had
zo groot gebied. Ook gezamenlijke voertaal Latijn, zo een eenheid. Ook verschillen, maar niet erg.
Verdeeldheid
Soms mensen met afwijkende ideeën en stellen kerk op proef ketters (komt van Katharen uit 11e).
Kerkelijke machthebbers ook, er kwam wel is ‘tegenpaus’. Grootste verdeeldheid was 1378,
jarenlange strijd. Er was naast paus ook Franse Avignon. In 1417 weer eens en één paus voor beide.
Er kwamen hervormingsbewegingen, mensen die anders wilden.
- De Reformatie
Veel discussie over of je naar hemel of hel ging. Mensen werden bang gemaakt dat als ze geen goed
leven leidden ze in hel kwamen. Je kon na fout nog met God in reine komen, boete doen. In 16 e
mensen boos, de kerk bepaald dit niet. Ze werden alleen maar rijker van de armen. God bepaald dit.
Maarten Luther
Duitse theoloog, 1483-1546. Augustijner monnik en hoogleraar theologie. Hij spijkerde op 31-10-
1517 papier met 95 stellingen op slotkapel van Wittenberg. Priesters hebben in katholieke kerk
celibaat afgelegd, niet trouwen en geen seks, maar werd niet aangehouden. Soms betaalde ze beetje
aflaat om goed te maken. Luther wilde verschil en deed dat. Hij vindt ook dat iedereen naar hemel
kan, God bepaald.
Johannes Calvijn
Zelfde als Luther. Werd predikant in Zwitserse Genève en schreef ideeën in boek Institutie, 1536. Ook
hij wilde dat iedereen kerk kon begrijpen Bijbel in volkstaal. Zorgde voor psalmen.
- De Reformatie in Nederland
Langzaam kregen ideeën van Luther en Calvijn meer aanhang. Tegelijk met onafhankelijkheid (1580
van Spaans bestuur) kwam protestantisme naar Nederland.
Remonstranten en contraremonstranten
God bepaald voor je leven al of je in hemel komt predestinatie, voorbestemming, vonden
contraremonstranten. Remonstranten vonden dit raar. Strijd, 1618 kerkelijke leiders bij een (Synode
van Dordrecht (1618-1619)), besloten voor Bijbel in Nederlands.
De rooms-katholieke kerk
In 16e en 17e contra-reformatie, verandering. Eind 16 e was protestantisme de Nederlandse stroming,
katholieke kwamen nog samen maar onopvallend, schuilkerken.
De gereformeerden
In 19e verdiepte dominee Hendrik de Cock opnieuw in werken van Calvijn en synode van Dordrecht,
hij vond dat de kerk te modern werd. In 1834 werd hij afgezet, kerk was het niet eens. Hij mocht
geen predikant meer zijn in Hervormde Kerk. Maar hij zette door. Mensen waren het met hem eens
en ze sloten aan bij zijn ‘Afscheiding’.
Eind 19e weer gedoe in Hervormde Kerk. Abraham Kuyper (1837-1920), eens met De Cock. In 1886
aantal kerken los van Hervormde Kerk, ze werden ‘Nederduits Gereformeerde Kerk (Dolerende)’