H-3
Zelf: een complex web van psychologische entiteiten (bv. Cognities, emoties) en processen
(bv. Monitoring, evaluatie) betreffende de eigen persoon.
Spotlight-effect: de overtuiging dat anderen meer aandacht besteden aan iemands uiterlijk
en gedrag dan ze werkelijk zijn.
Illusie van transparantie: de illusie dat onze verborgen emoties weglekken en gemakkelijk
door anderen kunnen worden gelezen.
Episodisch geheugen: verwijst naar ons geheugen voor autobiografische gebeurtenissen,
inclusief ervaren tijden, plaatsen en emoties.
Zelfconcept: iemands antwoord op de vraag 'wie ben ik?'.
Zelfschema's: overtuigingen over zichzelf die de verwerking van voor zichzelf relevante
informatie organiseren en begeleiden.
Zelfverachtingseffect (self-reverence effect): de neiging om efficiënt te verwerken en
informatie met betrekking tot zichzelf goed te onthouden.
Mogelijke zelf: beelden van waar we van dromen of waarvan we bang zijn dat we het in de
toekomst zullen worden.
Sociale identiteit: iemands gevoel van eigenwaarde en identiteit op basis van lidmaatschap
van sociale groepen.
Sociale vergelijking: iemands capaciteiten en meningen evalueren door zichzelf met anderen
te vergelijken.
Schadenfreude: plezier beleven aan het ongeluk van iemand anders.
Neerwaartse vergelijkingstheorie: wanneer ons gevoel van eigenwaarde wordt bedreigd,
vergelijken we het naar beneden om het te herstellen.
Individualisme of onafhankelijkheid: een culturele oriëntatie waarbij het individu
belangrijker is dan de groep. Mensen in dergelijke culturen geven gewoonlijk voorrang aan
hun eigen doelen boven groepsdoelen, en definiëren iemands identiteit in termen van
persoonlijke attributen in plaats van groepsidentificatie (vergelijk met collectivisme).
Collectivisme: een culturele oriëntatie waarbij de groep belangrijker is dan het individu.
Van elkaar afhankelijk zelf: iemands identiteit construeren in relaties met anderen.
Eigenwaarde: iemands algehele negatieve of positieve zelfevaluatie of gevoel van
eigenwaarde.
Machiavellisme: manipulatief gedrag gericht op het verkrijgen van een voordeel voor het
zelf, zonder enige morele zorg en respect voor de waardigheid van anderen. De term is
afgeleid van de naam van de Italiaanse renaissanceschrijver Niccolo Maichiavelli, die dit
gedrag beschreef in het werk The Prince.
Self-serving bias: de neiging om zichzelf gunstig te zien.
Attributies aan jezelf (Self-serving attributions): (vorm van self-service bias) de neiging om
positieve resultaten aan jezelf toe te schrijven en negatieve resultaten aan andere factoren.
Defensief pessimisme: de adaptieve waarde van het anticiperen op problemen en het
benutten van iemands angst om effectieve actie te motiveren.
Vals consensuseffect: de neiging om de gemeenschappelijkheid van iemands meningen en
iemands ongewenste of onsuccesvolle gedrag te overschatten.
Valse uniciteitseffect: de neiging om de gemeenschappelijkheid van iemands capaciteiten en
iemands wenselijk of succesvol gedrag te onderschatten.
Self-efficacy: iemands gevoel van bekwaamheid en vermogen om met verschillende situaties
om te gaan en een beoogd resultaat te bereiken; onderscheiden van eigenwaarde, dat is
, iemands gevoel van eigenwaarde. Een bombardier kan bijvoorbeeld een hoge
zelfeffectiviteit en een laag zelfbeeld voelen.
Locus of control: iemands overtuiging over wie of wat verantwoordelijk is voor wat er
gebeurt. Intern = ik beheer mijn leven. Extern = omgeving/ hogere mensen beheersen mijn
leven.
Geleerde hulpeloosheid: de hopeloosheid en berusting die worden geleerd wanneer een
mens of een dier geen controle heeft over herhaalde slechte gebeurtenissen; dit leidt vaak
tot depressieve symptomen.
Zelfhandicaps: het eigen zelfbeeld beschermen met gedrag dat een handig excuus vormt
voor een latere mislukking.
Zelfpresentatie: de handeling van het uitdrukken en gedragen op een manier die is
ontworpen om een gunstige indruk te wekken of een indruk die overeenkomt met iemands
idealen.
Zelfcontrole: situationele aanwijzingen laten leiden bij de manier waarop iemand zich in
sociale situaties vertoont, en zijn prestaties aanpassen om de gewenste indruk te wekken, in
plaats van te handelen op basis van eigen behoeften of waarden.
H-4
Priming: het activeren van bepaalde associaties in het geheugen.
Doorzettingsvermogen (belief perseverance): volharding van iemands aanvankelijke
opvattingen, zoals wanneer de basis voor iemands overtuiging in diskrediet wordt gebracht,
een verklaring waarom de overtuiging waar zou kunnen zijn, overleeft.
Misinformatie-effect: verkeerde informatie opnemen in iemands geheugen van de
gebeurtenis, nadat hij getuige is geweest van een gebeurtenis en er misleidende informatie
over heeft ontvangen.
Gecontroleerde verwerking: mentale activiteiten die bewust, weloverwogen en reflectief
denken vereisen.
Automatische verwerking: mentale activiteiten die plaatsvinden met weinig of geen bewust
bewustzijn. Dit is zowel moeiteloos als gewoon.
Sociale codering: het proces om sociale informatie in het geheugen te krijgen. Het omvat in
eerste instantie aandacht voor sociale informatie en deze waarnemen, deze begrijpen en
verbanden leggen met informatie die zich al in het geheugen bevindt. Onze eerdere sociale
ervaringen zijn een heel belangrijk onderdeel van het proces.
Het fenomeen van overmoed: de neiging om meer zelfvertrouwen te hebben dan correct -
om de juistheid van iemands overtuigingen te overschatten.
Confirmation bias: een neiging om te zoeken naar informatie die iemands vooroordelen
bevestigt, in plaats van tegengestelde informatie in overweging te nemen.
Heuristiek: een denkstrategie en probleemoplossende methode die snelle en gemakkelijke
oordelen en zoekprocedures mogelijk maakt. Representativiteitsheuristiek: de neiging om,
soms ondanks tegenstrijdige kansen, te veronderstellen dat iemand of iets tot een bepaalde
groep behoort als het lijkt op (vertegenwoordigend) een typisch lid.
Beschikbaarheidsheuristiek: een vuistregel die de waarschijnlijkheid van dingen beoordeelt
op basis van hun beschikbaarheid in het geheugen. Als iets gemakkelijk in ons opkomt, gaan
we ervan uit dat het alledaags is.
Contrafeitelijk denken: alternatieve scenario's en uitkomsten bedenken die mogelijk zijn
gebeurd, maar niet zijn gebeurd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nikkikruijer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,64. Je zit daarna nergens aan vast.