WEEK 36
Vermogen: “het geheel van op geld waardeerbare rechten en verplichtingen dat iemand heeft;
passiva en activa”
Objectieve vermogensrechten:
- Het goederenrecht (persoon tot goed)
- Het verbintenissenrecht (persoon tot persoon)
Subjectieve rechten:
- Absolute rechten (persoon tegen eenieder inroepen)
- Relatieve rechten (persoon tegen een individu)
Het BW is gelaagd gestructureerd:
- Algemene uitwerking à door specifieke regels (bijv. boek 3 à boek 6)
Verbintenis: “Een verbintenis is de vermogensrechtelijke verhouding tussen 2 partijen, krachtens
welke de één (crediteur) is gerechtigd tot een op het terrein van het vermogensrecht liggende
gedraging, waar toe de ander (debiteur) is verplicht, deze ten opzichte van hem te verrichten”
De schuldeiser heeft een vorderingsrecht (subjectief recht) op de debiteur.
DE BRONNEN VAN EEN VERBINTENIS
Verbintenissen ontstaan slechts alleen indien dit uit de wet voortvloeit (art. 6:1 BW)
Verschillende rechtsgevolgen die voortvloeien uit een overeenkomst:
- Obligatoire overeenkomst:
o Roept verbintenissen in het leven
- Liberatoire overeenkomst:
o Doet verbintenissen teniet
- De huwelijkssluiting
- De bewijsovereenkomst:
o Kent gevolgen van het bewijsrecht
Een rechtsfeit is een feit waaraan het objectieve recht een rechtsgevolg koppelt
Rechtsregel rechtsfeit rechtsgevolg
Tilburg University | Sven Stommels 1
, De rechtshandeling (subgroep binnen de rechtsfeiten)
- Art. 3:33 BW
o Rechtsgevolg gerichte wil
o In een verklaring geopenbaard
- Meerzijdig = met meer personen
- Eenzijdig
- Gericht (dient de persoon bereikt te hebben)
- Ongericht
Wederkerige overeenkomst = aan beide kanten een verbintenis
Eenzijdige overeenkomst = slecht aan een zijde verbintenis aangegaan
De wettelijke regeling:
Gericht
Eenzijdig
Ongericht
Rechtshandeling
Bloot rechtsfeit
Overenkomst
Rechtsfeit
Meerzijdig
Gedraging van
persoon Andere
meerzijdige
rechtshandelingen
Rechtmatige daad
Andere gedraging
Onrechtmatige
daad
3 manieren waarop een verbintenis kan ontstaan:
- Volgens de wet
- Via ongeschreven recht
- De wet wijst geen directe bron aan, maar er ontstaat toch een verbintenis, omdat dit past in het
stelsel van de wet en aansluit bij de in de wet geregelde gevallen. (HR Quint/Te Poel)
Tilburg University | Sven Stommels 2
, WEEK 37
TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST
Art. 6:217 BW: “Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding daarvan”
Aanbod:
- Bevat de verklaring de voornaamste elementen (zodat een aanvaarding met een eenvoudige
“ja” volstaat”
o Niet altijd een aanbod, soms ook een uitnodiging tot onderhandelingen
§ Persoon van de koper belangrijk voor het product
§ Vaak bij grote uitgaven (zoals een huis of een onderneming)
§ (HR: Hofland/Hennis)
(On)herroepelijk:
- Aanbod is herroepelijk (art. 6:219 lid 1 BW), tenzij onherroepelijkheid volgt uit het aanbod.
- Herroeping allen mogelijk zolang:
o Aanbod nog niet aanvaard
§ Uitzondering: als het een vrijblijvend aanbod is kan hij ook na aanvaarding
herroepen worden
o Of mededeling nog niet verzonden.
Verval aanbod:
- art. 6:211 BW lid 1 BW
o Mondeling: Aanbod niet direct aanvaard
o Schriftelijk: Niet binnen een redelijke termijn aanvaard
- art. 6:221 BW lid 2 BW
o Door verwerping van het aanbod
- Indien niet voldaan aan extra voorwaarden (art. 6:218 BW jo. art. 3:38 BW)
- Niet door de dood of het handelingsonbekwaam worden (art. 6:222 BW)
De Aanvaarding:
- Moet in overeenstemming zijn met het aanbod (art. 6:225 BW)
- Aanbod moet nog van kracht zijn (art. 6:221 BW)
- Aanvaarding kan in iedere vorm geschieden of in gedragingen besloten liggen (art. 3:37 BW)
Wilsverklaring en gerechtvaardigd vertrouwen:
Een overeenkomst komt tot stand als er wilsovereenstemming is bereikt (art. 3:33 BW jo. art. 6:217
BW)
Wil en verklaring kunnen uiteenlopen (HR: Bunde/Erkens)
Soms kan er dan toch een overeenkomst aangegaan zijn, als er een aanspraak gemaakt wordt op het
gerechtvaardigd vertrouwen ex art. 3:35 BW jo. art. 3:11 BW. Dit wordt uitgewerkt in het
Eelman/Hin-arrest.
Redelijkheid en billijkheid
Art. 6:248 BW is een uitzondering op de uitzondering (art. 3:35 BW). In bepaalde gevallen kan de
redelijkheid en billijkheid zich verzetten op het gerechtvaardigd vertrouwen.
Geestelijke stoornis
Dit ligt besloten in art. 3:34 lid 1 BW
- Bijv. een woede aanval of onder invloed zijn.
- Let op! De wederpartij kan zich beroepen op het gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW)
Tilburg University | Sven Stommels 3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stommelsss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.