Onroerende zaken
Zaken Register zaken
Goederen Roerende zaken
Vermogensrechten Niet registerzaken
Goederen zijn alle zaken en vermogensrechten art. 3:1 BW
Zaken zijn alle voor menselijk beheersing vatbare, stoffelijke objecten art 3:2 BW
Art 3:3 BW, zaken zijn onroerend of roerend
Registergoederen zijn art 3:10 BW alle zaken waarvoor overdracht of ves7ging een inschrijving in
het daarvoor bestemde register met akte noodzakelijk is.
è Alle onroerende zaken
è Alle te boekstaande schepen, luchtvaartuigen
è Beperkte rechten op registergoederen
Eigendom van de grond art 5:20 BW
- eigenaar van alle planten, duurzaam verenigde werken en gebouwen.
Eigendom is volgens art 5:1 BW het meest omvaWende recht dat men op een zaak kan hebben
Door natrekking uit art 3:4 jo 5:3 BW is de eigenaar ook eigenaar van alle bestanddelen.
Over jouw eigendom kun je:
- Beschikken
- Vervreemden
- Genot hebben
Beperkingen op het eigendomsrecht
- Zelf opgelegde beperkingen: ik ves7g een recht van vruchtgebruik op mijn auto
- WeWelijke beperkingen: het is onrechtma7g om gevaar te zeWen door mijn eigendom in
brand te steken
- Beperkingen door ongeschreven regels: jouw eigendom dien je normaal mee te doen.
Soorten rechten
• Rela7eve rechten: zijn afdwingbaar binnen de rela7e waarin de afspraak is gemaakt en
opvolgers van degene (art 3:80 lid 1 jo. Lid 2 BW). Bij opvolging onder algemene =tel gaan
rela=eve rechten mee. De erfopvolger bijvoorbeeld, treed in het gehele vermogen van de
erflater. Bij opvolging onder bijzondere =tel is dit niet het geval, dus bij overdracht.
13
, • Absolute rechten: zijn afdwingbaar tegenover een ieder
• Absoluut beperkte rechten:
Volgens art 3:8 BW zijn beperkte rechten afgeleid uit een meer omvaWend recht dat met het
beperkte recht is bezwaard. Beperkte rechten geven een beperkte bevoegdheid op
andersmans goed.
Zij hebben:
1. Zaaksgevolg: 5:2 BW: ze volgen het moederrecht
2. Prioriteit: ouder recht heeX voorrang op het jongere recht
De sepera0sten posi0e en verband met absolute rechten uitgelegd:
Het eigendomsrecht is het meest omvaWende recht wat men kan hebben op een zaak. Het
eigendomsrecht is een absoluut recht wat dus tegenover eenieder ingeroepen kan worden.
Bevind jouw eigendom zich onder een failliet persoon?
Op grond van droit de preference ben jij dan sepera7st t.o.v. de curator en mag je jouw eigendom
opeisen (alsof er geen faillissement is)
Opvolging onder algemene 0tel volgens art 3:80 lid 1 BW
De opvolger treed in de gehele vermogensposi7e van zijn voorganger
-> dit kan bij fusie, boedelmenging (bij een huwelijk) of bij erfopvolging.
-> zowel rela7eve als absolute rechten bewegen mee
Opvolging onder bijzondere 0tel volgens ar0kel 3:80 lid 2 BW
Een bestanddeel uit het vermogen word verkregen
-> door overdracht, verjaring en onteigening.
-> alleen absolute rechten bewegen mee, de rela7eve rechten niet.
Verdieping goederenrecht
Het nemo plus beginsel
Men kan nooit meer overdragen dan dat zij zelf heeX (in de zin van eigendom)
è Bij een registergoed is dit te herleiden uit het openbare register waarin het goed is
ingeschreven.
è Bij een niet register goed is art 3:119 BW , namelijk de beziWer word geacht de eigenaar te
zijn.
Bezit , houderschap en eigendom
Bezit is de feitelijke machtsuitoefening voor zichzelf art 3:107 BW
Houderschap is de feitelijke machtsuitoefening voor een ander (lenen)
Eigendom art 5:1 BW
3:111 BW: interversie van houderschap, dit houd in dat wanneer jij houder bent, niet ineens beziWer
kan worden. Of terwijl eens houder = al7jd houder.
Houder middelijk = de houder en degene die de feitelijke macht uitoefenen zijn verschillende
personene art 3:107 BW
Onmiddellijk houder = degene die het goed houd / leent, gebruikt het zelf art 3:107 BW
14