Eveliene Quaijtaal
Formuleren - jaar 1
Vrije Universiteit Amsterdam 2020-2021
Samenvatting bevat
Boek:
Discourse Analysis: a resource book for students - Rodney Jones (2nd edition)
Opbouw boek:
A - Introduction
B - Development
C - Exploration
D - Extension
Artikelen:
- Ahrens, K. (2011). Examining conceptual metaphor models through lexical frequency
patterns: A case study of U.S. presidential speeches. In Windows to the mind:
Metaphor, metonymy and conceptual blending (pp. 167-184). Berlin: Mouton De
Gruyter ,
- Boeijinga, A., Hoeken, H., & Sanders, J. (2017). Storybridging: Four steps for
constructing effective health narratives. Health Education Journal, 76(8), 923-935.
- Evers-Vermeul, J. (2020). Short sentences, easy to read? Effects of connectives and
layout on text comprehension by beginning readers. In N. Gagarina & R. Musan
(Eds.), Referential and Relational Discourse Coherence in Adults and Children (pp.
41-56). De Gruyter Mouton.
- Fast, E. & Horvitz, E. (2016) Identifying dogmatism in social media: Signals and
models. Proceedings of 2016 Conference Empirical Methods in Natural Language
Processing, 690–699.
- Fausey, C.M., & Boroditsky, L. (2010). Subtle linguistic cues influence perceived
blame and financial liability. Psychonomic Bulletin & Review, 17(5), 644-650.
- Friess, E. (2013). "Bring the newbie into the fold": Politeness strategies of
newcomers and existing group members within workplace meetings. Technical
Communication Quarterly, 22, 304–322.
- Govaert, C., Lagerwerf, L., & Klemm, C. (2018). Tekstuele kenmerken van
misleidende journalistiek: De zaak-Ramesar. VIOT 2018: Duurzame taalbeheersing,
41(1), 61-74.
- Kuppens, A.H. (2010). English in advertising: Generic intertextuality in a globalizing
media environment. Applied Linguistics, 31(1), 115-135.
- Lever, M. & Abbas, R. (2019). Albania (Go your own way!) to Zimbabwe (A world of
wonders): A rhetorical analysis of the world's country tourism slogans. Journal of
Vacation Marketing, 25(3), 320–333.
- Rendle-Short, J. (2007). Neutralism and adversarial challenges in the political news
interview. Discourse & Communication, 1(4), 387-406.
Doelen van Formuleren:
- Wetenschappelijke benaderingen van taalgebruik
- Inzicht relatie tussen taalgebruik en specifieke effecten
, - Analyse vaardigheden teksten en gesprekken
- Oriënteren op beroepspraktijk
Stroom 1
A1) What is discourse analysis?
Discourse analysis is de bestuderen van taal. Het valt onder de wetenschap van linguistics.
Onder linguistics vallen meerdere substudies, zoals phonology, grammar en discourse
analysis. Discourse analysis focust op hoe zinnen zijn geformuleerd en hoe teksten en
interacties samenhangen in de wereld.
Er zijn vier aannames in discourse analysis:
1. Communicatie is dubbelzinnig
Wat dingen betekenen is nooit helemaal duidelijk. Alle communicatie betrekt
interpretatie wat andere mensen bedoelen en wat ze proberen te doen. Er is altijd
een proces bezig die bezig is met het uitvogelen wat er bedoeld wordt. Meestal is dit
proces onbewust en automatisch.
“Mensen zeggen dus niet altijd wat ze bedoelen en mensen bedoelen niet altijd wat
ze zeggen.” Dit is niet omdat mensen je altijd proberen te misleiden, maar vooral
omdat communicatie dubbelzinnig is. Op de momenten dat mensen je proberen te
verleiden, kan discourse analysis helpen om deze momenten op te merken. Een
voorbeeld hiervan zijn politici, adverteerders en anderen die jouw vertrouwen
proberen te winnen en zo iets proberen te verkopen.
Bijvoorbeeld wanneer een producent niet aan de nationale eisen kan voldoen, dus hij
schrijft “Laag in suikers” > “Minder suiker” om zo aan te geven dat het product
gezond zou moeten zijn.
2. Taal heeft betekenis in een gebruikscontext
De betekenis is afhankelijk door wie het zegt en de tijd en plaats waar het gebruikt
wordt: de sociale context. Taal is altijd “situated” op vier manieren.
- Taal is “situated” in de materialistische wereld. Hoe we het interpreteren is
afhankelijk van waar we taal tegenkomen. Bijvoorbeeld in een boek of op een
website.
- Taal is “situated” binnen relaties. Hoe kunnen ontdekken hoe taal
geïnterpreteerd moet worden door te kijken wie het is, hoe goed we diegene
kennen en of diegene een soort gezag/macht over ons heeft.
- Taal is “situated” in de geschiedenis. Wat is hiervoor gebeurd en wat
verwachten we dat erna gaat gebeuren?
- Taal is “situated” in relatie met andere talen. Teksten zijn altijd in samenhang
met andere teksten. Alles wat we zeggen of schrijven is “situated” in een
soort discourse web.
3. Taalgebruik bepaalt onze identiteit (en die van anderen)
Wanneer mensen schrijven en praten, zijn ze op een of andere manier aan het
aantonen wie zij zijn en wat hun relatie is met andere mensen. Zij voeren, dankzij
hun discourse, uit wat hun identiteit is. Bijvoorbeeld, iemand discourse op
maandagochtend op de werkvloer is anders dan de discourse op vrijdagavond in de
, kroeg. Zo verander je je persoonlijkheid niet, maar de manier van communiceren en
gebruik van taal.
4. Taalgebruik gaan gepaard met andere communicatieve signalen.
Je taal is niet het enige die kan bijdragen aan je identiteit. Zo verander je ook je
kledingstijl, je voorkeur van muziek of de mensen om je heen. Zo zie je dat taal niet
het enige is wat je persoonlijkheid uitdraagt; hier zijn meerdere elementen voor
nodig.
B1) Drie theoretische invalshoeken
Je kan discourse op verschillende manieren analyseren. In het boek maakt Jones
onderscheid tussen drie manieren.
1. Discourse bestaat uit zinoverschrijdende talige eigenschappen (formeel)
Onderzoekers proberen vanuit deze invalshoek de regels te begrijpen wanneer wij
zinnen samenstellen om een goedlopende tekst te maken. Het idee (van Zellig
Harris) was om te identificeren hoe tekstuele eigenschappen verhouden tot elkaar tot
ze een geheel vormen.
2. Discourse geeft uiting aan sociaal gedrag (functioneel)
Deze invalshoek focust hoe mensen taal gebruiken om dingen voor elkaar te krijgen.
Discourse geeft uiting aan sociale gedrag, want iedere tekstsoort en gesprekssituatie
heeft zijn eigen register. Zo kun je taal zien als een actie. Bijvoorbeeld dat we dingen
beloven, vragen en ons excuus aanbieden. Maar je zou taal ook kunnen zien als
strategie om te proberen te communiceren wie je bent en wat je aan het doen bent.
Bijvoorbeeld door grappen te maken of de discussie aan te gaan.
3. De wereld bestaat uit “discourses”, of: elke gemeenschap heeft haar
“discours”/”Discourses” (sociaal)
De laatste invalshoek kijkt naar taal als een groot “systeem” om sociale identiteiten
en realiteiten te creëren. Zo is discourse de grootste tool om te kennis op te doen
hoe mensen in elkaar zitten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen discourses en
discours (in het boek Discourses). Discours: de wereld wordt geconstrueerd door er
op een bepaalde manier over te praten. Dit is vergelijkbaar met framing, het is maar
net hoe je in de wereld staat.
C1) Doing discourse analysis: first steps
Past B1 toe op een voorbeeld:
Please can you use the Bins Provided for your
CHEWING GUM and not the URINALS
This would help the Cleaning Operative with
Their daily cleaning
Thank you for your cooperation from
THE HUMSS CLEANING TEAM
- Eerst kijken we naar hoe de tekst samengesteld is (formeel). We kunnen zien dat er
drie verschillende delen zijn, met ieder andere typografische kenmerken.
, Er zit ook een directive justification in: een bericht waarin verteld wordt wat we
moeten doen, opgevolgd met de reden waarom we dat moeten doen.
- Daarnaast kijken we naar het functionele aspect. Wat je kunt zien is dat de eerste zin
een vraag is: “Can you…”, maar later zie je dat het meer een verzoek is dan een
vraag. Ook please helpt mee om het verzoek zo netjes mogelijk te laten klinken.
- Tenslotte hebben we het sociale gedeelte. Er zitten veel verschillende aanwijzingen
in de tekst. Er komen verschillende identiteiten naar voren zoals ‘werk van de
schoonmaker/conciërge. De schoonmakers worden ook ‘cleaning operatives’
genoemd die deel uitmaken van een team. De gebruikers van de wc worden
verantwoordelijk gehouden voor het helpen van het team. Door de woordkeuzes
wordt het werk van de schoonmakers gezien als een beroep en niet als
een bijbaantje of iets dergelijks. Zo worden de schoonmakers net zo
belangrijk als bijvoorbeeld de docenten → meer gelijkwaardigheid.
D1) Three perspectives on discourse
> Oorspronkelijke wetenschappelijke teksten
Zellig Harris
Henry G Widdowson
James Paul Gee
Verder niet relevant voor het tentamen
Stroom 2
A2) Texts and texture
Discourse analisten analyseren teksten en gesprekken. Maar wat is een “tekst” en wat is
een “gesprek”? Wat is het verschil tussen een tekst en een paar losse zinnen?
In het boek focussen ze eerst op tekst.
Bijvoorbeeld:
- Milk
- Spaghetti
- Tomatoes
- Rocket
- Light bulbs
De lijst zelf heeft geen betekenis. “Betekenis” is het belangrijkste ding dat een tekst een
tekst maakt.
De basis voor betekenis is keuze. Wanneer je iets kiest, dan geef je voorrang aan dat ene
ding, in plaats van een hoop alternatieven (yes or no, red or geen, up or down). “Language
is a system of meanings.”
Een manier om betekenis te krijgen uit bovenstaande lijst, is het zien als een rij van keuzes.
Milk of juice? Spaghetti of Linguini? Etc. Je zou het dan alleen nog niet kunnen zien als
tekst, want die weet de motivatie (context) achter die keuzes en de relatie (relationship)
tussen deze keuzes niet.