Handboek voor GZ-psychologen
Hoofdstuk 1 De gezondheidspsycholoog: Een beroep in ontwikkeling
1.1 Psychologen en pedagogen in de gezondheidszorg tot 1998
1896 → geboortejaar van de klinische psychologie. Lightner Wilmer opent eerste kliniek.
In Nederland is tot WWII psychologie onderdeel van de filosofie. In 1941 wordt het een zelfstandig universitaire
studie.
Culturele veranderingen in de jaren 60 en 70 → ontwikkeling nieuwe impuls, nadruk op individualiteit, welzijn en
zelfontplooiing.
Jaren 80 ambulante GGZ geconcentreerd in instituten die inmiddels bijna allemaal verdwenen zijn.
1.2 Beroepsvorming en professionalisering
1.2.1 De psycholoog
1938 Beroepsvereniging van psychologen opgericht: Nederlands Instituut van Praktizereend Psychologen (NIPP)
1971 Overheid beschermt titel ‘psycholoog’ wettelijk
1988 titel weer afgeschaft door de invoering van de tweefasenstructuur
1.2.2 De Psychotherapeut
Alleen medici konden lid worden van de in 1930 opgerichte Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie (NVP).
1962 ontstaan Vereniging voor Rogeriaanse Psychotherapie
1966 ontstaan Vereniging voor Gedragstherapie
1967 NVP open voor niet-medici, men moet wel kunnen aantonen een psychotherapeutische opleiding te hebben
gedaan.
1986 Wettelijke erkenningsregeling voor psychotherapeuten → Interimregister Psychotherapeut
Nieuwe postdoctorale opleiding van 4 jaar bij nieuwe opleidingsinstituten → Regionale Instituten voor Nascholing
en Opleiding in de GGZ ( RINO’s)
Big registratie
Richt zich op de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland met als specifieke doelen:
- Het bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening
- De bescherming van de cliënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen van
beroepsuitoefenaars.
Naast gz-psycholoog zijn er nog 10 andere beroepen die de status hebben van registerberoep. Dit worden
ook wel ‘artikel 3 beroepen’ genoemd. Hiernaast heb je ook ‘artikel 34 beroepen’ waarvoor een lichtere
regeling geldt. Voor de artikel 3 beroepen kent de Wet BIG de volgende 6 regelingen:
1. Wettelijke registratie van beroepsbeoefenaars in het BIG-register
2. Titelbescherming
3. Wettelijk voorgeschreven opleidingseisen
4. Periodieke registratie
5. Wettelijk tuchtrecht
6. Voorbehouden handelen
,1.2.3 De Klinische Psycholoog
1966 NIPP besluit om ‘Register van klinische psychologen, werkzaam in ziekenhuizen of psychiatrische
inrichtingen’ in te stellen
Begin jaren 90 → volwaardige postdoctorale opleiding tot klinische psycholoog.
1.3 De Wet BIG en de introductie van de gz-psycholoog
1865 Wet uitoefening geneeskunst
1993 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) zie kader bladz. 22
In 1995 wordt het beroep klinische psycholoog geschrapt als registerberoep en daarvoor in de plaats komt de
gezondheidszorg psycholoog.
GZ-psycholoog wordt een gezamenlijke BIG – kwalificatie voor zowel psychologen als pedagogen. Later ook
geestelijke gezondheidsdeskundigen.
Ten opzichte van de psychotherapeut heeft een gz-psycholoog bredere deskundigheidsgebied, naast behandeling
ook diagnostiek, indicatiestelling en overige taken.
Psychologische en pedagogische behandeling omvat meer dan psychotherapie:
- Advisering
- Begeleiding
- Mediatietherapie
- Vaardigheidstraining
Besluit gezondheidszorgpsycholoog (1998) → in besluit wordt vastgelegd:
- Hoeveel uren opleiding omvat
- Welke vooropleidingseisen
- Welke onderwerpen aan bod komen
1998 gezondheidszorgpsycholoog samen met psychotherapeut opgenomen in de Wet BIG
2005 erkenning klinische psycholoog als specialisme van de gz-psycholoog
2008 klinische neuropsycholoog
1.4 Van papierenberoep tot bloeiende professie: gz-psycholoog van 1998 tot 2020
Januari 1998 eerste opleiding tot gz-psycholoog van start
BIG-register in 2000 → 12 000 geregistreerde psychotherapeuten, 2/3 is psycholoog, 1/3 pedagoog
Fig. 1.2/1.3 Antal werkzame BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaars in 2008/
Samenstelling beroepsgroep is opmerkelijk, 6 van de 7 gz-psychologen is vrouwelijk
2/3 van de zorg die gz-psychologen leveren is ggz-zorg
Bij de reorganisatie van de GGZ (2014) is het werkveld opgedeeld in 2 segmenten
1. Generalistische basis-ggz ( kortdurende behandelingen, minder complexe problemen)
2. Gespecialiseerde ggz( gz-psychologen mogen alleen behandelen onder verantwoordelijkheid van een
hoofdbehandelaar → dit verandert als in )
2007 treedt kwaliteitsstatuut GGZ in werking, hoofdbehandelaar wordt regie behandelaar.
In de gehandicaptenzorg, revalidatiezorg en de ouderenzorg zijn nog veel psychologen werkzaam zonder BIG-
registratie. Dit komt door gebrek aan opleidingsplaatsen en specifieke aard van werk, daarnaast zijn er niet
genoeg BIG-gekwalificeerde opleiders voorhanden.
,Ok in de jeugdzorg heeft de gz-psycholoog nog niet zijn plek verworven doordat de wet BIG niet voor alle sectoren
geldt.
Vanaf 2020 is ook de orthopedagoog-generalist opgenomen als basisberoep in de wet BIG
1.5 Tot Slot
De wettelijke regelgeving heeft de positie van psychologen/pedagogen op 3 opzichten versterkt:
1. Opname in de wet BIG bijgedragen aan emancipatie van de psycholoog ten opzichte van andere
disciplines in de gezondheidszorg
2. Opnamen in de wet BIG heeft geleidt tot aanmerkelijke verhoging van de opleidingsstandaard voor
psychologen in de gezondheidszorg
3. Psycholoog in de gezondheidszorg een duidelijk eigen gezicht gegeven.
Naast positieve punten kan er ook nog verbeterd worden
- Onduidelijke inhoudelijke afbakening ten opzichte van psychotherapeut en de klinische psycholoog
- De manier waarop de BIG-kwalificatie zich verhoudt tot allerlei verenigingsregistraties, zoals
‘gedragstherapeut’ of ‘relatietherapeut’.
- Toegankelijkheid van het beroep. Uitstroom universitaire masteropleidingen is veel groter dan de
capaciteit van de gz-opleidingen.
Hoofdstuk 2 Competentieprofiel van de Gezondheidszorgpsycholoog
Competentieprofiel omschrijft welke kennis, vaardigheden en attitudes een professional nodig heeft om zijn
beroep goed uit te kunnen oefenen.
Een functieprofiel omschrijft welke taken, verantwoordelijkheden en resultaten er nodig zijn.
Het competentieprofiel draagt daarnaast bij aan de kwaliteit van de opleiding en de beroepsuitoefening.
Binnen de sectoren waar een gz-psycholoog werkt is zelfstandig diagnosticus en behandelaar van psychische
stoornissen en psychische aspecten van lichamelijke ziekten, invaliditeit en problemen in de persoonlijke
levenssfeer.
De gz-psycholoog richt zich in eerste instantie op hulpverlening bij enkelvoudige welomschreven, tot
gecompliceerde problematiek, op individueel, relatie- en gezinsniveau, bij kinderen, volwassenen en ouderen. Dit
kan zowel intra- als interdisciplinair.
Takenpakket van de gz-psycholoog:
- Verrichten diagnostiek mbv tests, observaties en interviews, met als doel problematiek in kaart te
brengen en een aanpak te formuleren.
- Indicatiestelling: samen met de cliënt toewijzen van de cliënt aan de meest geschikte behandeling of
passende begeleiding en de disciplines die daarbij de voorkeur hebben.
Naast cliënt gebonden taken ook andere taken zoals preventie, opleiding, kwaliteit, beleid en organisatie van zorg.
Binnen de beroepsuitoefening werkt de gz-psycholoog samen met aan zijn domein aanpalende professionals.
2.1 Maatschappelijke en actuele ontwikkelingen
De gz-psycholoog dient adequaat om te gaan met maatschappelijke en beroepsinhoudelijke ontwikkelingen:
2.1.1 Zorgvraag en zorgaanbod
Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen veranderen de zorgvraag:
- Vergrijzing→ invloed op de vraag en aanbodzijde
- Multiculturele samenleving → hoge mate van sensitiviteit voor diversiteit
- Groot aantal gz psychologen met pensioen → niet genoeg nieuwe gz-psychologen.
- Technologische ontwikkelingen → andere mogelijkheden psychologische begeleiding.
, 2.1.2 Verantwoording van zorg
In zorgstelsel worden eisen op het gebied van kostenbeheersing en transparantie van zorg steeds strikter.
Economisch verantwoorde zorg steeds belangrijker in de politiek. Door benchmarking en marktwering wordt van
de gz-psycholoog een verantwoorde, transparante, efficiënte bijdrage aan de zorg gevraagd. Gz psycholoog moet
de door hem ingezette behandeling vanuit deze perspectieven kunnen verantwoorden.
Beroepsbeoefening dient zo veel mogelijk gebaseerd te zijn op de actuele wetenschappelijke stand van zaken en op
een empirische evaluatie van heet eigen beroepsmatige handelen.
2.1.3 Multidisciplinaire Samenwerking
Een toenemend aantal zorginstellingen heeft de afgelopen jaren gekozen voor een prominente plaats van de gz-
psycholoog in het behandelteam. Voor de gz-psycholoog betekent dit een samenwerkings- en
communicatievaardigheden helder definiëren van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
2.1.4 Ontwikkelingen in het opleidingscontinuüm
Naast inhoud, kennis en competenties van de hulpverleners gaat het om de organisatie en de doorstroming in de
keten van opleidingen van masterniveau naar gz-psycholoog
Belangrijkste doelstelling Wet BIG is het scheppen van voorwaarden voor het bevorderen en bewaken van de
kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg.
Wat de bekwaamheid van de gz-psycholoog is, wordt in belangrijke mate gedefinieerd door een helder
competentieprofiel.
2.2 Het CanMEDS-model als basis van het competentieprofiel
7 competentiegebieden geformuleerd (fig.2, bladz. 38)
1. Psychologisch handelen: kerngebied, waarmee overige gebieden nauw samenhangen. Diagnostiek,
indicatiestelling en interventie.
2. Communicatie: alle communicatie en samenwerking met de cliënt en diens systeem.
3. Samenwerking: samenwerken met alle zorgverleners die met gz-psycholoog bij cliënt betrokken zijn.
4. Kennis en wetenschap: richt zich op het proces van het verwerven en uitdragen van kennis
5. Maatschappelijk handelen: maatschappelijke context van het handelen en op vormen van
belangenbehartiging ten behoeve van de cliënten.
6. Organisatie: zowel het organiseren van een activiteit als het werken in een organisatie
7. Professionaliteit: persoonlijke, ethische en juridische kwaliteitseisen die gesteld worden aan de hand van
beroepsuitoefening van de gz-psycholoog.
Dit model gaat uit van een sterke samenhang tussen de verschillende competentiegebieden.
‘Psychologisch handelen’ hangt samen met ‘communicatie’, zijn betreffen het direct waarneembare gedrag van de
gz-psycholoog tijdens de uitvoering van zijn kerntaak, namelijk cliëntenzorg
‘Samenwerking’ en ‘organisatie’ ook sterke samenhang essentiële, voorwaardenscheppende competenties voor een
optimale cliëntenzorg.
Competenties van ‘maatschappelijk handelen’ zijn op micro, meso- en macroniveau geformuleerd.
Competentiegebied Omschrijving Competentie
Psychologisch handelen De psycholoog zet wetenschappelijk 1.betrekt kennis van verschillende
gefundeerde psychologische en psychologische theorieën in het
pedagogische kennis, specifieke psychologisch handelen.
vaardigheden en professionele
attitudes in om te komen tot 2. betrekt kennis mbt de wisselwerking
doelatige diagnostiek, tussen sociale, lichamelijke en psychische
inicatiestelling en psychologische aspecten van gezondheid en zietkte, mede
interventies vanuit een ontwikkelingsperspectief