Geschiedenis Hoofdstuk 4 ‘Verlichting en revoluties’
§ 1 De verlichting
In de 18de eeuw discussieerden Europese intellectuelen over de vraag wat Verlichting was.
De Duitse filosoof Kant (1724-1804) noemde de verlichting ‘de bevrijding van de mens uit
de onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is’. Onmondigheid is je eigen schuld wanneer je
niet de moed hebt om je verstand te gebruiken.
Durf te weten, heb de moed je eigen verstand te gebruiken is het motto van de Verlichting.
In de Middeleeuwen was het denken ondergeschikt aan geloof en traditie. Vanaf 1650 werd
dit ter discussie gesteld. Twee filosofische stromingen, het empirisme en het rationalisme,
stelden dat traditie en geloof moesten plaatsmaken voor waarneming en rede.
Empirisme: kennis komt voort uit ervaring en waarneming
Rationalisme: de rede, het menselijk denkvermogen, is de voornaamste bron van kennis
Ontwikkelde mensen gingen het redelijke en wetenschappelijke denken op alle terreinen van
het leven toepassen. Ze stelden traditionele ideeën ter discussie over sociale verhoudingen,
politiek, godsdienst en economie. Veel verlichte denkers verwierpen de standenmaatschappij,
het absolutisme en godsdienstige intolerantie. Ze waren vóór onafhankelijke en onpartijdige
rechtspraak. In dezelfde tijd werd de macht van vorsten steeds verder uitgebreid en
gecentraliseerd. Lodewijk XIV en andere absolute vorsten rechtvaardigden deze
machtsuitbreiding met het Droit Divin = God had hen deze macht gegeven. Alleen God kon
over koningen oordelen. Daarom hoefde ze geen verantwoording af te leggen en hoefden ze
hun macht ook niet door mensen te laten beperken.
Verlichte denkers hadden andere ideeën over soevereiniteit en de relatie tussen koning en
onderdaan. De Engelse filosoof Locke (1632-1704) vond dat alle mensen vrij en gelijk zijn
geboren. De macht van de staat moest gebaseerd zijn op een sociaal contract: dit contract
hield in dat burgers afspraken een deel van hun vrijheid af te staan aan de overheid. In ruil
daarvoor moest de overheid hun leven, bezit en vrijheid beschermen. Ook de Franse filosoof
Rousseau (1712-1778) stelde dat de burgers een sociaal contract sloten waarbij ze vrijheid
overdroegen aan de staat. Volgens Rousseau was het volk soeverein en moest de staat de
algemene wil, de wil van de samenleving, vertegenwoordigen. Niet je eigen belangen
nastreven maar je onderwerpen aan de wetten die in overeenstemming waren met de
algemene wil.
Verlichte denkers discussieerden veel over het geloof en de rol van God in het dagelijks
leven. Onder invloed van de ontdekking van natuurwetten ontstond twijfel over de rol van
God en verrichtte wonderen. De Franse filosoof Voltaire (1694-1778) meende dat de
natuurwetten bewezen dat God de wereld ingenieus had gemaakt. Volgens Voltaire en volgers
(deïsten) ontwikkelde de wereld zich naar Gods plan, maar bemoeide hij zich er niet mee.
De Nederlandse filosoof Spinoza (1632-1677) ging nog verder. Volgens Spinoza was de
natuur niet gemaakt door God, maar waren God en de natuur dezelfde. Geloof dat in strijd
was met de rede was onzin, want de natuur en dus God was puur rationeel. De mens moest
niet gehoorzamen aan God maar aan zijn eigen verstand. Verlichte denkers benadrukte
daarom het belang van individuele vrijheid en tolerantie. Het ware geloof bestond niet.
Het vertrouwen in de rede leidde tot optimisme. Bijna alle verlichte denkers hingen de
vooruitgangsgedachte aan. Ze twijfelden er niet aan dat de mensheid er beter op werd.
Toch kwam er een deling in de ideeën van verlichte denkers. Twee hoofdstromen stonden
steeds scherper tegenover elkaar:
, Gematigden: zochten een evenwicht tussen rede en traditie (Voltaire & Kant)
Voltaire het was het gevaarlijk om het volk het geloof te ontnemen. Alleen met angst voor
een straffende God kon ‘het gepeupel’ in toom worden gehouden. Slechts een kleine
bovenlaag was geschikt voor het redelijke denken.
Kant puur rationalisme kon leiden tot waanideeën en immoreel gedrag. De rede moest
worden aangevuld met ervaring en morele normen. Er is een universele wet waaraan iedereen
verplicht is te gehoorzamen. Wat je niet bij jezelf wil, moet je ook een ander niet aan doen.
Radicalen: wilden breken met de traditie en een nieuwe maatschappij creëren.
Spinoza alle mensen hebben dezelfde behoeften en moeten dezelfde rechten hebben.
Iedereen had het recht op zijn eigen manier geluk na te jagen en volledig vrij zijn mening
uitten. De radicalen wilden de standenmaatschappij daarom afschaffen en vervangen door een
democratie.
Sommige Europese heersers lieten zich door verlichtingsidealen beïnvloeden, zoals koning
Frederik II (Pruisen) en keizer Jozef II (Oostenrijk). Deze verlichte vorsten geloofden niet dat
ze hun macht van God hadden gekregen. Ze zagen zich als dienaren van het algemeen belang:
Ze vergrootte de persvrijheid
Werkten aan tolerantie en bestreden bijgeloof en geloofsfanatisme
Maar ze hielden wel vast aan hun absolute macht.
De Franse koningen probeerden de verspreiding van vooral radicale ideeën met censuur
tegen te gaan. De censuur was echter niet echt effectief. Na het verbod op boeken van
Voltaire en Rousseau werden deze boeken in Amsterdam gedrukt en Frankrijk
binnengesmokkeld. Juist door het verbod werden de boeken des te meer gelezen.
Via pamfletten werd er in Europa over politiek gesproken, de publieke opinie werd steeds
meer beïnvloed. De ideeën van de radicale stroming wonnen terrein. Dit werd één van de
oorzaken van de democratische revoluties eind 18de eeuw.
§ 2 De Franse Revolutie
Onder Lodewijk XVI kwam Frankrijk in een crisis terecht: er kwamen financiële tekorten,
rijke burgers wilden politieke invloed en boeren en arbeiders wilden een beter bestaan.
Alle arme mensen leden onder het belastingstelsel. Adel en geestelijkheid legden eigen
belastingen op en betaalden zelf nauwelijks belasting. De staatsinkomsten hadden hier onder
te leidden.
Om uit de financiële crisis te komen liet Lodewijk XVI de Staten-Generaal bijeenroepen.
Hij hoopte in ruil voor concessies afspraken te kunnen maken over de verlaging van de
staatsschuld. Het bijeenroepen van de Staten-Generaal was al een concessie omdat Lodewijk
hiermee afstand deed van zijn absolute macht.
De adel en de geestelijkheid wilden dat alle standen evenveel vertegenwoordigers kregen. Na
heftige protesten besloot Lodewijk de derde stand net zoveel zetels te geven als de
geestelijkheid en de adel samen. In alle districten kozen de drie standen apart hun
vertegenwoordigers voor de Staten-Generaal. Tijdens de kiesvergaderingen werden ook
klaagbrieven (cahiers de doléances) opgesteld. In totaal werden 40.000 cahiers gemaakt.
Helemaal representatief waren de cahiers niet. Ze waren opgesteld door de bourgeoisie (rijke
burgerij), het gevolg was dat vooral hun wensen naar voren kwamen:
Een grondwet die de macht van de koning beperkte
Een parlement met wetgevende en controlerende bevoegdheden
Burgerlijke vrijheden zoals vrijheid van meningsuiting
Afschaffen van de adellijke en geestelijke voorrechten
Werken aan een verklaring van de rechten van de mens
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Isavdsanden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.