Harry Mulisch
Siegfried: een zwarte idylle
Eigen mening
, De tijdsvolgorde van het boek vond ik erg prettig, als je begint met lezen kom je
langzaamaan terecht in het leven van de hoofdpersoon. Ik geef daar meestal voorkeur
aan doordat je eerst goed in de sfeer van het boek kunt komen, en eventueel kunt
wennen aan een andere setting dan gewend; in dit geval speelde het verhaal zich
voornamelijk af in Duitsland en Wenen in de twintigste eeuw. Op een gegeven moment
in het boek komt een verhaal centraal te staan, wat een flashback is. Het verhaal wordt
verteld door meneer en mevrouw Falk aan Rudolf Herter, de hoofdpersoon. Het zijn
eigenlijk hun herinneringen aan hun tijd als dichtbijstaand personeel van Hitler, die veel
schokkende onthullingen bevatten. Ik vond het duidelijk te zien en te volgen welke
momenten zich in het heden en in het verleden afspelen; af en toe wisselde dat af
wanneer een herinnering plaatsmaakte voor een reactie van Herter. Dit vind ik ook een
pluspunt aan dit boek.
Wat ik wat minder vond was dat de personages anders dan Hitler minder uitvoerig
beschreven werden. Zo heb ik bijvoorbeeld maar een vaag beeld van de hoofdpersoon,
Rudolf Herter. Hij wordt wat arrogant en moeilijk te begrijpen neergezet, en er zouden
een aantal autobiografische aspecten in zitten, maar daar houdt het wel bij op. Ook
bijvoorbeeld zijn achtergrond qua familie en wat andere kleine dingen zijn wat
schaduwachtig; het is niet cruciaal voor de hoofdgedachte en het punt dat Mulisch
wilde maken, maar voor mij gaat een verhaal op die manier wel meer leven.
Analyse
REVIEW
In de nieuwe roman van Harry Mulisch, 'Siegfried', staan opmerkelijk veel uitspraken over
het schrijven zelf, over de verbeelding en aanverwante kwesties als de inspiratie. Dat is
ook weer niet zo verbazend als je bedenkt dat de hoofdpersoon, Rudolf Herter, een schrijver
is en wel eentje die is gemodelleerd naar Mulisch zelf. Er zullen ongetwijfeld mensen zijn
die dit spiegelbeeld van 'de beroemde schrijver' uiterst irritant vinden; ik had er wel
aardigheid in wat oppervlakkige autobiografie, duidelijk ironisch, in dit verhaal verwerkt
te zien.
De schrijver heeft het wereldsucces 'De Uitvinding van de Liefde' op zijn naam staan en
is aan het begin van het boek in Wenen te gast om eruit voor te lezen. Tijdens een
televisie-interview gaat hij nader in op de aard van zijn werk, dat hij beschrijft als een
onderzoek door middel van de fantasie. 'De fantasie als werktuig van het begrip.' En hij
neemt als voorbeeld iemand die hij volkomen onbegrijpelijk vindt, een enigma, en dat is
Hitler. Over hem zou hij wel eens willen schrijven: ,,Misschien is fictie het net waarin hij
gevangen kan worden.' De interviewster vraagt dan of hij al aan een nieuw verhaal bezig
is -ja- en hoe ver hij is: ongeveer op een tiende, en dat klopt precies met de bladzij in
'Siegfried'.
De roman geeft dus niet alleen het verhaal over Hitler, maar ook de
ontstaansgeschiedenis ervan. Het ligt zelfs nog ingewikkelder, want het verhaal over
Hitler wordt de schrijver in de schoot geworpen zoals nog zal blijken. Eerst denkt hij
naarstig over zijn onderwerp na: hoe moet hij de onbegrijpelijke in de proefsituatie van
de fictie plaatsen: ,,De dood was de grondtoon van zijn [Hitlers] wezen. Hoe kon hij
onderzoeken of er misschien toch nog een laatste greintje levensliefde school in die
sterveling? Iets met zijn lievelingshond misschien? Of met Eva Braun, met wie hij op de
valreep immers nog was getrouwd? Waarom? Hoe kon hij een laboratoriumopstelling
construeren om hem onder hoge druk te zetten, zodat hij en face zijn volledige gezicht
moest tonen?'