Hoofdstuk 10:
10.1 Productiefactoren en economische groei
Onder economische groei op lange termijn verstaan we de gemiddelde jaarlijkse groei van
het bruto binnenlands product of het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking
op iets langere termijn. Op korte termijn geeft de conjunctuur de economische groei weer.
De gemiddelde groei gedurende de conjunctuurgolf is de trend. Deze groei is de groei op de
lange termijn.
(figuur 10.1, blz 224, Cunjunctuur en trend)
(figuur 10.2, blz 225, groei van het bbp in %)
De economische groei op lange termijn is vooral afhankelijk van de groei van de
productiefactoren. In de afgelopen zestig jaar hebben de volgende drie factoren een bijdrage
geleverd aan de groei van het bbp en van het bbp per hoofd van de bevolking:
De groei van de beroepsbevolking
De groei van de kapitaalgoederenvoorraad, die de groei van de beroepsbevolking ver
heeft overtroffen
Technische ontwikkeling
Deze drie factoren hebben geleid tot een uitbreiding van de productiecapaciteit.
(tabel 10.1, blz 226, arbeidsaanbod in Nederland, 1899-2019 (X 1000 personen))
De omvang van de beroepsbevolking hangt samen met de omvang van de totale bevolking.
Als de beroepsbevolking groei, moet de kapitaalgoederenvoorraad meegroeien om een
groei van het bbp te realiseren. Nieuwe kapitaalgoederen bevatten de nieuwste technische
ontwikkelingen, waardoor meer geproduceerd kan worden per eenheid kapitaal. Het gebruik
van nieuwe kapitaalgoederen dat leidt tot een verhoging van de arbeidsproductiviteit,
noemt men technische ontwikkeling.
De welvaart is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. De toename van de welvaart per
hoofd is een gevolg van de toename van arbeidsproductiviteit. De oorzaak van de toename
van de productie per werknemer ligt in de toename van de hoeveelheid kapitaal per
werknemer en in een gestage kwaliteitsverbetering van de productiefactoren.
De daling van de trendmatige groei van het bbp valt deels te verklaren uit veranderingen in
de structuur van de economie.
(figuur 10.3, blz 227, groei van de arbeidsproductiviteit, 1988-2016)
Een dalend aandeel van de industrie leidt tot een verdere daling van de groei van de
arbeidsproductiviteit. Als de arbeidsproductiviteit niet meer toeneemt, is de belangrijkste
bron van welvaartstoename opgedroogd. Dan kan de welvaart alleen nog groeien door een
toename van de arbeidsparticipatie.
10.2 Ontwikkelingsniveau en groei
De groei van de productiecapaciteit is, behalve van arbeid, afhankelijk van de groei van de
kapitaalgoederenvoorraad, die op zijn beurt weer afhankelijk is van de netto-investeringen.
Voor de netto-investeringen zijn de besparingen essentieel. De kapitaal coëfficiënt geeft